Examencommissie Algemene Economie.
1. De markt.
= Het geheel van vraag en aanbod van een bepaald product.
2. De soorten markten.
De productmarkt of goederen- en dienstenmarkt =
De arbeidsmarkt = de interactie tussen vraag naar en aanbod van arbeidskrachten.
De financiële markt = een mechanisme dat mensen in staat stelt te handelen in financiële
zekerheden (zoals effecten en obligaties), grondstoffen (zoals edele metalen of agrarische
goederen), en andere gemakkelijk uitwisselbare zaken van waarde, dit tegen
transactiekosten en tegen prijzen die de verwachtingen van beleggers omtrent de
toekomstige kasstromen weerspiegelen.
De wisselmarkt = een van de elementen van internationale transactie. Wisselmarkten zijn
ontstaan doordat elk land zijn eigen munteenheid gebruikt, daarom zijn internationale
transacties gecompliceerder dan binnenlandse. Op de wisselmarkt worden valuta's
aangeboden en gevraagd. De wisselmarkt is eigenlijk een verzameling van markten voor
vreemde munten.
3. De prijsvorming op een competitieve markt.
De kenmerken van een competitieve markt
Een homogeen product = Producten die in de ogen van de consument ten opzichte
van de concurrent onderling niet verschillen. Er zijn geen kopersvoorkeuren, behalve
dan voor de prijs. Daarom hebben homogene producten op eenzelfde markt (vrijwel)
dezelfde prijs.
Veel vragers en aanbieders = Veel concurrentie maar ook veel vraag naar het
product.
Een transparante markt = Situatie waarbij de marktpartijen volledige kennis hebben
over prijzen, concurrenten, verkrijgbaarheid, enzovoort. Het is een volkomen
doorzichtige markt.
Een open markt = een markt waarin prijzen door vraag en aanbod tot stand komen.
Alle economische besluiten en acties door individuen betreffende overdracht van
geld, goederen en diensten zijn in een vrije markt vrijwillig.
Het aanbod en de aanbodcurve.
aanbod = eenzijdige rechtshandeling die na aanvaarding ervan tot een overeenkomst
leidt. Een aanbod moet voldoende volledig zijn voor de totstandkoming van de
overeenkomst en diegene die het aanbod doet moet de bedoeling hebben dat door
de aanvaarding de overeenkomst ontstaat.
1
, Aanbodcurve = geeft grafisch het verband tussen de prijs en de daarbij aangeboden
hoeveelheid van een goed. Deze curve is (meestal) stijgend, omdat bij een hogere
prijs (meestal) meer wordt aangeboden. Men kan onderscheid maken in individuele
aanbodcurven en collectieve aanbodcurven. Een collectieve aanbodcurve betreft het
aanbod van een zeker goed door alle producenten tezamen.
Aanbodcurve Hoe hoger de prijs, hoe meer de producenten bereid zijn aan te
bieden. Hoe lager de prijs, hoe minder ze willen aanbieden. De aanbodcurve heeft
daarom een stijgend verloop.
De productiekosten
veranderen omdat de
prijs van de
productiefactoren
verandert.
Technologische
vernieuwingen
De productiviteit
wijzigt
Het aantal aanbieders
wijzigt.
De vraag en de vraagcurve.
Vraag = de vraag naar goederen en diensten op een markt bij verschillende prijzen
(denk aan huizen, aandelen of espressoapparaten tegen verschillende prijzen).
2
, De vraagcurve = een grafiek die de relatie afbeeldt tussen diverse prijzen van een
bepaald goed en de hoeveelheid van dat goed die een afnemer bij elk van die prijzen
bereid zou zijn aan te schaffen.
Vraagcurve Om de hoeveelheid die hij tegen een gegeven prijs bereid zou zijn af
te nemen.
De inkomensverwachtingen van
de consumenten wijzigen.
De prijs van een substitueerbaar
(inwisselbaar) goed wijzigt.
De prijs van een complementair
(aanvullend) goed wijzigt.
De voorkeur voor dat goed
wijzigt.
Het aantal vragers wijzigt.
De prijsvorming op een competitieve markt.
Marktevenwicht = wanneer vraag en aanbod op een bepaalde markt in evenwicht
zijn.
markthoeveelheid = Dit is de hoeveelheid die de aanbieders aanbieden en vragers
vragen bij de evenwichtsprijs.
Werking marktmechanisme = Door de handel van goederen ontstaat er een vraag en
aanbod. Deze krachten werken samen om een marktmechanisme te vormen waarbij
een prijs tot stand komt.
De signaal- en coördinatiefunctie van het prijsmechanisme.
Prijs heeft belangrijke, gedecentraliseerde en kosteloze signaal- en coördinatiefunctie om
op de Paretogrens te blijven bij gewijzigde voorkeuren en veranderde
productietechnologieën of beschikbare productiefactoren
Stel:
Fileprobleem zorgt dat meer mensen in stad gaan wonen
-> vraag huizen in stad stijgt
-> druk op prijzen huizen in stad
-> huizen in stad worden duurder, huizen op platteland goedkoper
3
, -> huiseigenaars gaan huis in stad verhuren
-> bouwpromotoren gaan kiezen voor project in stad
= allocatie van middelen op basis van het prijssignaal
De prijselasticiteit van vraag en aanbod.
Prijselasticiteit vraag = een vermenigvuldigingsfactor die aangeeft in welke mate de vraag
naar een bepaald product reageert op een prijsverandering van dat product.
Prijselasticiteit aanbod = de relatieve (procentuele) verandering van de gevraagde
hoeveelheid van een goed weer als gevolg van een relatieve (procentuele) prijsverandering
van dat goed. Met deze uitkomst kan bijvoorbeeld een inschatting worden gemaakt of een
prijsverandering via een verandering van de gevraagde hoeveelheid (de afzet) leidt tot een
stijging van de omzet of juist tot een omzetdaling.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller samenvattingen001. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.