Dwingend recht = men mag niet van de rechtsregel afwijken
Aanvullend/ Regelend recht = recht dat alleen van toepassing is voor zover partijen zelf geen
regeling hebben getroffen
Regels van publiekrecht zijn altijd dwingend
Regels van privaatrecht kunnen dwingend of aanvullend zijn
Materieel recht = zegt iets over de inhoud van rechtsregels, eenieder verbindende
voorschriften
Formeel recht = geeft aan hoe de regels van het materiële recht worden gehandhaafd, zijn
tot stand gekomen door de regering en Staten-Generaal
Verordeningen = voorschriften van andere overheidsorganen dan de regering en Staten-
Generaal samen, die toch eenieder verbindende voorschriften bevatten (bijv. APV,
beschikkingen, AMvB)
Objectief recht = het geheel van geldende rechtsregels in Nederland
Subjectief recht = het recht van een persoon
Rangorde binnen wettelijke regelingen:
Hogere gaan voor lagere regelingen
Jongere gaan voor oudere regelingen
Regelingen voor een bijzonder geval gaan voor algemene regelingen
Self-executing bepalingen = bepalingen van internationale verdragen die rechtstreekse
werking hebben
Jurisprudentie = rechtspraak, blijft van kracht zolang de rechtsregel niet opgenomen is een
wettelijke bepaling
Gewoonterecht = ‘recht’ dat is ontstaan uit gewoonten die gedurende lange tijd zijn gevolgd,
waardoor de overtuiging is ontstaan dat men zich naar deze regel moet gedragen
Ongeschreven recht = wetten die niet door daartoe bevoegde instanties zijn uitgevaardigd:
Gewoonte
Redelijkheid en billijkheid
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Rechtssubjecten = natuurlijke personen en rechtspersonen
, Rechtssubjecten:
Natuurlijke Privaatrechtelijke rechtspersonen Publiekrechtelijke Andere
personen rechtspersonen rechtspersonen
Mensen Naamloze en besloten Staat der Kerkgenootschappe
vennootschappen Nederlanden n
Verenigingen Provincies
Coöperaties Gemeenten
Onderlinge waarborgmaatschappij Waterschappen
Stichtingen
Handelingsbekwaam = men is in staat rechtshandelingen te verrichten
Stoffelijke goederen = zaken
Goederen:
Zaken = vatbare stoffelijke voorwerpen
- Onroerende zaken = grond en al hetgeen erop is gebouwd of erin is geplant
- Roerende zaken = elke zaak die niet onroerend is
Vermogensrechten = rechten die overdraagbaar zijn, ertoe strekken de
rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen en verkregen zijn in ruil voor
stoffelijk voordeel
Eenheidsbeginsel = een onderdeel vormt een geheel met de hoofdzaak omdat ze zo hecht
verbonden zijn dat ze niet zonder beschadiging uit elkaar gehaald kunnen worden
Natrekking = een bepaalde zaak gaat een geheel vormen met een andere zaak
Registergoed = onroerende zaken, grote schepen en grote luchtvaartuigen, sommige
vermogensrechten (bijv. erfpachtrecht)
Niet-registergoed = alle andere goederen
Vermogensrechten:
Absolute rechten = rechten die een rechtssubject kan uitoefenen tegenover iedereen
- Zakelijke rechten = absolute rechten die op zaken rusten
- Niet-zakelijke rechten = absolute rechten die op de voortbrengselen van de geest
rusten (bijv. auteursrecht of merkenrecht)
Relatieve rechten = persoonlijke rechten = vorderingsrechten = rechten die een
rechtssubject slechts tegenover één persoon kan uitoefenen
Kenmerken van absolute rechten:
Exclusiviteit = de eigenaar van het recht hoeft niet toe te staan dat een ander gebruik
maakt van zijn eigendom
Zaaksgevolg/ Droit de suite = eigendomsrecht volgt de zaak, waar deze zaak ook is
Gesloten systeem = er zijn niet meer zakelijke rechten dan in de wet zijn opgesomd
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isabellewolthers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.