Balansrekeningen: onderverdeeld in rekeningen van bezit, van schuld en eigen vermogen. Eigen
vermogen = saldo van bezit + schuld.
Resultatenrekeningen: Kostenrekeningen en opbrengstrekeningen ( winst en verliesrekeningen )
Beginbalans post voor post bijboek/subgrootboek
Dagboek
Journaal
Grootboek
Proefbalans
(voorlopige) saldibalans Controle
Eindbalans + resultatenrekening
De begin en eindbalans geven de bezittingen, schulden en vermogen op verschillende tijdstippen.
Financiële mutaties worden aangetekend in het dagboek op chronologische volgorde. Meestal meer
dagboeken en worden de mutaties die op elkaar lijken in hetzelfde dagboek genoteerd. Dagboek
heeft betrekking op een bepaalde periode, aan eind van een periode worden de dagboekposten als
een totaal via het journaal naar de grootboekrekeningen overgeboekt. Vaak wordt er maandelijks
gejournaliseerd. Profbalans wordt opgemaakt uit afzonderlijke grootboekrekeningen en geeft
tellingen van de bedragen aan de debet en creditzijde.
Er komen vrij vaak onzuivere rekeningen voor, dat wil zeggen: rekeningen die een combinatie
vormen van balansrekening en resultatenrekening (gemengde rekening). Balans is dan niet meer op
te stellen door een simpele optelling. Onzuivere rekeningen dienen daardoor eerst moeten worden
opgesplitst.
,Systeem waarbij alleen met zuivere rekeningen wordt gewerkt noemen we de permanence. Absolute
permanence vereist dat elke boeking op een gemengde rekening direct wordt uitgesplitst, In de
praktijk nauwelijks haalbaar. Meestal is men tevreden met eenmaal per maand.
Gehanteerde boekhouding is bijna altijd het stelsel van dubbelboekhouden> Wordt vastgelegd hoe
het eigen vermogen is opgebouwd en het eigen vermogen zelf. Elke handeling wordt in feite
tweemaal geboekt, eenmaal aan credit zijde en eenmaal aan debetzijde.
,Hoofdstuk 2
Doeleinden worden vaak tot norm gemaakt waaraan voldaan moet worden. Zowel kwalitatief als
kwantitatief.
Budget is een begroting met een taakstellend karakter = begroting met stok achter de deur. Is een
weergave van de uit te voeren activiteiten voor de komende periode waarbij de te besteden
middelen concreet wordt vastgelegd. Bedragen en hoeveelheden.
Lange termijnplan (15-20 jaren)
Middellang plan ( 5 jaren)
Jaarplan (budget)
Budget wordt opgedeeld in deelbudgetten> kan op verschillende manieren. Binnen bedrijf wordt
budget op verschillende manier opgedeeld. Jaarbudget wordt opgedeeld in kortere perioden en ook
splitsingen in afdelingen, subafdelingen en per verantwoordelijke functionaris. Budget wordt dan op
voor korte termijn gebruikt voor het delegeren van bevoegdheden en de controle daarop.
Soorten budgetten:
Manier waarop gekwantificeerd wordt: eenheden of bedragen
Gebied waarop ze gericht zijn: activiteitenbudget > inkoop/verkoop/productiebudgetten en
kostenbudgetten> huisvestingskosten/loonkosten/etc, kunnen voor gehele onderneming
worden opgesteld of per afdeling.
Budgetten mbt vastgelegde middelen zoals voorraad, inventaris en debiteurenbudgetten.
Budgetten waarbij gebudgetteerde opbrengsten worden gerelateerd aan gebudgetteerde
kosten.
Kostenbudgetten zijn sterk verbonden met bewaking van de kosten, 3-tal soorten:
Vaste budgetten: kosten zijn gelimiteerd, bijzonder geschikt voor afdelingen zoals
huisvesting, omdat karakter van de kosten veelal vast staan.
(Proportioneel) variabele kosten: toegestane kosten per prestatie-eenheid, stijgt aantal
geproduceerde eenheden dan mogen toegestane kosten ook omhoog.
Gemengde budgetten: Vast basisbedrag plus een toeslag per prestatie. Ook kan toegestane
bedrag stapsgewijs worden verhoogd. Vele variaties mogelijk.
Deelbudgetten: verstandig om deelbudgetten te formuleren per verantwoordelijke functionaris, bij
overschrijding direct duidelijk die daarover aangesproken kan worden. Besteedbare middelen zijn
beperkt, dus deelbudgetten beïnvloeden elkaar.
Veelal wordt er ook een kapitaalsinvesteringsbudget gemaakt, staan geplande investeringen op.
Liquiditeitsbudget is stroom ingaande en uitgaande liquide middelen. Is samengesteld uit de andere
deelbudgetten en daardoor niet goed als controlemiddel geschikt omdat niet 1 persoon aansprakelijk
gesteld kan worden.
, Het masterbudget is gebaseerd op alle deelbudgetten en vormt in feite de geschatte
resultatenrekening voor komend jaar.
Budgettering per kostenplaats. Kostenplaats is onderdeel dat 1 soort prestaties levert.
Per kostenplaats kan het volgende stelsel van rekeningen worden opgezet:
Werkelijke kosten Budget
Werkelijke Vast, variabel of
kosten gemengd budget
Te deken budget Dekking
Budget Werkelijke
Prestaties
Het verschil tussen de 2 bovenste rekeningen wordt budgetverschil genoemd, het verschil tussen de
onderste 2 rekeningen noemt men bezittingsverschil.
Bezettingsresultaat is: verschil in dekking vaste kosten tussen normale en werkelijke bezetting.
Budgetresultaat is: begrote vaste kosten minus werkelijke vaste kosten en verschil tussen begrote en
werkelijke variabele kosten.
Gebudgetteerde tarief per prestatie wordt met de volgende formule verkregen:
Begrote vaste kosten + Begrote variabele kosten
Normaal aantal prestaties Begroot aantal prestaties
De dekking wordt berekend, door aantal geleverde prestaties te vermenigvuldigen met tarief per
prestatie. Bij variabel budget is totale budgetbedrag gelijk aan aantal prestaties maal tarief, maar dan
is totale dekkingsbedrag hier ook gelijk aan. Rekeningen budget en te dekken budget zijn dan gelijk
aan elkaar en dan is het niet zinvol om rekeningen op te nemen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller WillemD. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.72. You're not tied to anything after your purchase.