Samenvatting geschiedenis van het economisch denken '23-'24
37 views 1 purchase
Course
Geschiedenis van het economisch denken
Institution
Universiteit Antwerpen (UA)
Dit is een samenvatting van alle powerpoint slides, lesnotities en bijkomende powerpoints over de teksten bij de economen.
Alles wat in de les is vermeld staat er in, er is echter door de professor vermeld dat de focus ligt op de economische theorieën en niet de levens van de economen zelf.
- Agnar Sandmo’s redenen
o Intellectuele curiositeit
o Hoort bij opleiding van een economist
o De economische wetenschap verandert dus meer aandacht aan besteden
- Backhouse: waarom en hoe?
o Whig history = history of progress, culminating in present-day ideas
▪ Kijken naar het verleden vanuit het standpunt van vandaag (fouten
analyseren)
o Ideeën van economisten uit het verleden bekijken in de context van het
verleden
o Geistesgeschichte: evolutie in economische wetenschap linken aan andere
wetenschappen
o Waarom met geschiedenis van het economisch denken bezig zijn?
▪ Beter begrijpen wat ertoe geleid heeft dat bepaalde ideeën ontstaan
zijn
▪ Ideeën kunnen vergeten worden → reminder van voorlopers
▪ Beter inzicht in dat het een lang proces was om tot de hedendaagse
ideeën te komen
▪ Inzicht in hoe de economische wetenschap vooruitgaat
- Mark Blaug
o Hij onderzoekt de tendens tussen het feit dat economisch denken minder
plaats krijgt in de opleiding van economisten maar langs de andere kant een
bloeiende gemeenschap van mensen die de geschiedenis van de economie
onderzoeken
- Geschiedenis en methodologie
o Karl Popper: echte kennis moet weerlegbaar zijn
o Thomas Kuhn: paradigmatheorie → periodes van normale wetenschap
worden gevolgd door periodes van revolutie waarbij kennis in vraag wordt
gesteld (anomalie) en een nieuwe paradigma ontstaat
, o Imre Lakatos: er bestaat een harde kern met onweerlegbare kennis, die
omgeven is door een beschermde schil van bijkomende theorieën die niet
behoren tot de essentie en wel overboord kunnen worden gegooid
o Deirde McCloskey: retoriek van de economische wetenschap → belangrijkste
is wat in de feiten gebeurt, hoe te overtuigen van de theorieën etc
- Economie als ‘dismal science’
o Dismal science = akelige/sombere wetenschap --> Thomas Carlyle (Schotse
Schrijver)
o In het algemeen wordt aangenomen dat Carlyle reageerde tegen de
pessimistische voorspellingen van Malthus
o Maar: in feite gaat het om een reactie tegen John Stuart Mill en andere
economisten die ijverden voor de afschaffing van de slavernij
o Carlyle en John Ruskin spraken zich uit voor kolonisatie en tegen individuele
vrijheid voor iedereen.
DE GRIEKSE OUDHEID
SITUERING
- Periode: 450-300 voor Christus
- Maatschappij grondig verschillend van de onze
o Klassenstructuur (vrije mensen slaven)
o Duidelijke dominantie van landbouw en steden hadden vooral culturele rol
o Geld had marginale betekenis, voornamelijk ruilhandel
- Geen aparte economische wetenschap, wel ‘oikonomia’ en ‘oikonomikos’
(Xenofoon) → Betekenis: hoe moet je huishouden besturen
o Hoe middelen inzetten om doelstellingen te bereiken)
o Doelstelling moest lovenswaardig zijn en ten dienste staan van het
deelnemen aan het publieke leven
,PLATO
- Leerling van Socrates
o Socratische Dialogen: schreef 36 dialogen met meestal Socrates in de
hoofdrol
o Moeilijk te onderscheiden Plato Socrates gebruikt om Plato’s eigen ideeën te
verwoorden of dat Socrates hier zijn eigen ideeën bespreekt
- Leermeester van Aristoteles
- Oprichter van de Academie van Athene
- Ook actief in Syracuse (havenstad in Italië)
REPUBLIEK (POLITEIA) – PLATO (4 D E EEUW V CHR)
- Beschrijving van de ideale, rechtvaardige staat
- Staat is streng, totalitair hiërarchisch opgebouwd:
o Heersers (bepalen wat mag en niet mag)
o Bewakers (zorgen dat wetten gerespecteerd worden)
o Producenten
o Helemaal onderaan: handelaars die brood verdienen door goederen aan te
kopen en terug te verkopen (moet je niet veel capaciteiten voor hebben).
- Indeling gebaseerd op
o Verscheidenheid van de menselijke behoeften
o Ongelijkheid van de natuurlijke aanleg (taken moeten uitgevoerd worden
door zij die hiervoor het best zijn uitgerust)
- Een teveel aan rijkdom is een bedreiging voor de rechtvaardige samenleving
o Er mag geen rivaliteit ontstaan onder de heersende klasse
o Heersers en bewakers mogen geen privébezit hebben (aristocratisch
communisme) → vb. kinderen die werden geboren = kinderen van de
heersende klasse niet de kinderen van de ouders
WETTEN (NOMOI) – PLATO
- Geschreven aan het einde van zijn leven
- Stichting van een fictieve kolonie “magnesia”
- Meer ‘realistische’ visie
o Privébezit ook aan de hoogste klassen toegestaan, maar aan strenge
voorwaarden onderworpen (gelijke landverdeling)
o Klemtoon op beperking van de bevolking als middel om armoede te
vermijden (ideaal: 5040 gezinnen)
o Bestaansminimum is gegarandeerd
o Staatsinterventie mag om prijzen en winsten te regelen
o Interest is volledig verboden
o Kapitaalaccumulatie is nauwelijks toegestaan
o Geld is nodig als ruilmiddel, maar moet waardeloos zijn (alleen goud of zilver)
, ARISTOTELES (4 D E EEUW V. CHR.)
- Leerling van Plato
- Leermeester van Alexander de Grote
- Oprichter van het Lyceum in Athene (peripatetische school)
- Meer aandacht dan Plato voor studie van de natuur
ETHIEK (ETHICA NICOMACHEA) – ARISTOTELES
- Geschreven rond 330 v.Chr.
- Ethiek in verschillende omstandigheden
o Ook historische, culturele, psychologische, sociologische en economische
aspecten
- ‘Oikonomia’ is geen theoretische of praktische wetenschap, maar is een
ondergeschikte kunst of kunde
o Doel van oikonomia = beroep doen op anderen
▪ Verzorgen van de huishouding
▪ Verkrijgen van levensnoodzakelijkheden
- Mensen streven ‘het goede’ na
o Welzijn (kwaliteit) ipv rijkdom (kwantiteit)
o Deugdzaam zijn
- Rechtvaardigheid in de ruil: principe van de evenredige tegenprestatie
o Waren die gelijkwaardig zijn ruilen
o Gelijkheid in de ruil: vergelijkbare behoeften (behoeften zijn heterogeen)
o Geld is een maatstaf van behoeften om ze met elkaar te kunnen vergelijken
POLITIEK (POLITICA) – ARISTOTELES
- Geschreven rond 320 v.Chr.
- Zoektocht naar ideale staatsinrichting
o Individueel belang ondergeschikt aan maatschappelijk belang
o Geen verdediging van gemeenschappelijk bezit
o Beloning naar verdienste toegelaten (maar met mate)
- Onderscheid tussen oikonomia en chrèmatistikè
o Oikonomia: gebruik van personen, gebruik van goederen, verwerven van
goederen → natuurlijke/normale gedrag (gebruikswaarde)
o Chrèmatistikè: bezitsverwervingskunst (= hoe goederen verwerven?) →
geldeconomie (ruilwaarde)
▪ Relatie tussen de twee:
• Goede, natuurlijke chrè. Is onderdeel van de Oikonomia (staat
ten dienste van het doel van het huishouden)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sitavanbilsen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $17.79. You're not tied to anything after your purchase.