100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting psychologie blok 2.3 $4.88   Add to cart

Summary

Samenvatting psychologie blok 2.3

1 review
 90 views  8 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Leerstof voor psychologie blok 2.3 samengevat uit: - Zimbardo, P.G., Johnson, R.L. & McCann, V. Psychologie, een inleiding.Hoofdstuk: §8.3, §9.3, 12, 13 (hieruit: §13.1, §13.2.4, §13.3.4 en de samenvatting) en 14. - Staveren, R. Patiëntgericht communiceren; Gids voor de medische praktijk. H...

[Show more]

Preview 3 out of 28  pages

  • No
  • Hoofdstuk: §8.3, §9.3, 12, 13 ( §13.1, §13.2.4, §13.3.4 en de samenvatting) en 14.
  • April 9, 2019
  • 28
  • 2018/2019
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: joostina • 5 year ago

avatar-seller
Samenvatting psychologie
- Psychologie, een inleiding.
8.3 Welke andere vormen kan het bewustzijn aannemen?
Mensen hebben een aangeboren drang om de werkelijkheid op een andere
manier te ervaren dan ze normaal gesproken doen. Slaap, dromen en fantasieën
zijn goede alternatieven voor onze normale, bewuste ervaringen. Een veranderde
bewustzijnstoestand treedt op als een aspect van het normale bewustzijn is
gewijzigd met behulp van psychische, gedragsmatige of chemische middelen.
Een voorbeeld hiervan is hypnose.
Hypnose is een opzettelijk veranderde bewustzijnstoestand die wordt
gekenmerkt door toegenomen beïnvloedbaarheid, intense aandacht en (meestal)
door diepe ontspanning. Hypnose draait om suggesties en dan de suggesties die
de concentratie en ontspanning bevorderen. Hypnose kun je jezelf aanleren, dit
noemen autohypnose. Om gehypnotiseerd te worden moet je als persoon
gevoelig zijn voor suggesties. Dit noemen we de hypnotiseerbaarheid.
Samengevat kan hypnose gebruikt worden voor:
- Onderzoeken lichaam-geest
- Psychologische behandelingen
- Relaxatieprogramma tegen stress (posthypnotische amnesie)
- Pijnverlichting/-bestrijding (analgesie)
Een andere vorm van een veranderd bewustzijn is door middel van meditatie.
Meditatie is een vorm van veranderd bewustzijn die meestal wordt opgeroepen
door zich te concentreren op terugkerend gedrag, het aannemen van bepaalde
houdingen en zich af te sluiten voor externe stimuli. Meditatie kan de bedoeling
hebben een vorm van spirituele verlichting te brengen, of de zelfkennis en het
welzijn te vergroten. Het doel van meditatie kan voor elk persoon verschillen. Dit
heeft vooral te maken met verschillende culturen rondom meditatie.
Technieken voor meditatie:
- Concentreren op steeds terugkerend gedrag zoals ademhaling
(reflexmatig).
- Bepaalde lichaamshoudingen zoals yoga.
- Zo min mogelijk externe (van buitenaf) prikkels toe te laten. Dit uit zich
weer in concentratie.
Een belangrijk begrip in de meditatie is mindfulness, dit betekent dat je je richt
op directe ervaringen, waarbij een nieuwsgierige, oordeelsvrije en accepterende
houding wordt aangenomen, vooral ten opzichte van psychologische processen
als gedachten en gevoelens.
Ook chemische middelen (drugs, alcohol) worden gebruikt om het bewustzijn te
veranderen. Een psychoactief middel is een chemische stof die mentale
processen en gedrag beïnvloedt doordat het een bepaald effect heeft op het
zenuwstelsel. Psychoactieve middelen bestaan uit vier categorieën.
1. Hallucinogenen: drug die de perceptie van zowel de externe omgeving als
de innerlijke wereld verandert. Mensen ervaren hallucinaties die ervoor
zorgen dat er een vervaging optreedt tussen de buitenwereld en henzelf.
De 6 meest gebruikte zijn: mescaline, psilocybine, LSD, PCP, ketamine en
cannabis.

, 2. Opiaten/pijnstillende middelen: morfine, heroïne en codeïne. Ze zijn zeer
verslavend en onderdrukken lichamelijke sensaties en responsen op
stimulatie. Deze middelen zijn analgetisch dus pijnstillend en worden in de
geneeskunde gebruikt. De hersenen reageren op deze drugs door hun
opiaatreceptoren. De hersenen maken als het ware hun eigen opiaten aan,
namelijk endorfinen. Deze werken ook verdovend/pijnstillend alleen is hier
‘nog’ geen medicatie van.
3. Kalmerende middelen en anxiolytica: drug die de psychische en
lichamelijke activiteit afremt of vertraagt doordat deze het transport van
zenuwimpulsen in het centrale zenuwstelsel belemmert. We onderscheiden
barbituraten, benzodiazepinen (angst remmend) en alcohol. Barbituraten
kunnen al snel tot een fatale reactie leiden en worden daarom bijna niet
meer gebruikt. Voor slaapmiddelen worden benzodiazepinen gebruikt.
Alcohol kan in kleine hoeveelheden ontspannend werken.
4. Stimulerende middelen: middel dat het activiteitsniveau verhoogt door de
afgifte van dopamine en noradrenaline te verhogen. Ze verscherpen de
aandacht, concentratie en zelfcontrole. Voorbeelden van drugs zijn MDMA,
methamfetamine, cocaïne, speed en crack. Leidt bij veelvuldig gebruik tot
euforische hoogtepunten en depressieve dieptepunten waardoor de
dosering en frequentie vaak worden opgehoogd. Ook zijn cafeine en
nicotine stimulerende middelen. Ze versterken de natuurlijke chemische
beloningsstoffen in de hersenen.
We kennen ook nog algehele anesthesie ofwel volledige verdoving. Dit verandert
ook het bewustzijn en onderdrukt pijn. Anesthesie produceert een narcose
sedatie, bewusteloosheid, verlamming en het ontbreken van herinneringen aan
de gebeurtenissen tijdens de narcose.
9.3 Waar staan honger en seksuele motivatie in de motivatiehiërarchie?
Honger is een homeostatische drijfveer en een psychologisch motief. Honger is
een persoonlijk overlevingsmechanisme. Wanneer er voedsel aanwezig is, ga je
door de honger vanzelf eten. Biologische factoren die van invloed zijn op honger
en eten zijn:
- Hersenmechanismen die honger reguleren. De hypothalamus is het
centrum dat hongergevoelens activeert of remt. Andere regio’s zoals de
hersenstam reguleren de bloedsuikerspiegel en de voorraad
voedingsstoffen.
- Mechanismen voor het instellen van set point- homeostase. Set point is het
doel van het lichaam om lichaamswaarden op een bepaald niveau te
handhaven. Ook wel homeostase genoemd.
- Detectoren in de maag. Drukdetectoren meten of de maag vol of leeg is en
deze informatie wordt weer doorgestuurd naar de hersenen.
- Voorkeuren van het beloningssysteem. We neigen naar zoete en vette
voedingsmiddelen omdat deze calorierijk zijn.
- Beweging, extreme lichaamsbeweging zorgt voor hongergevoelens terwijl
matige lichaamsbeweging hongergevoelens juist onderdrukt.
- Slaap, door onvoldoende slaap kun je eetbuien krijgen. Lichaam verwart
slaperigheid met honger.
- Darmbacteriën, een verschil in de darmflora kan een verklaring zijn voor
verschillen in lichaamsgewicht.
Psychologische factoren die van invloed zijn op honger en eten zijn bijvoorbeeld
de emotionele toestand en de cultuur. Angst onderdrukt de behoefte aan eten
terwijl stress en depressie juist averechts kunnen werken waardoor je juist meer

, gaat eten. De sociale norm kan ook een rol spelen, wat is bijvoorbeeld het
schoonheidsideaal in een cultuur. Ook komt het slankheidsideaal in de media
naar voren terwijl reclame juist het nuttigen van eten aanmoedigt.
Door overgewicht en obesitas heb je een verhoogde kans op hartaandoeningen,
diabetes, herseninfarct etc. Er zijn verschillende factoren waardoor overgewicht
ontstaat zoals slechte voeding, te grote porties, veel vette en suikerrijke
voedingsmiddelen, te weinig lichaamsbeweging, aanleg/genetica en slaaptekort.
Tegenwoordig zien we ook vaker eetstoornissen. Anorexia nervosa is zowel een
psychische stoornis als een eetstoornis die wordt gekenmerkt door het zichzelf
zodanig uithongeren dat de gezondheid in gevaar komt, het is een vorm van
extreem lijnen. De persoon wil imaginair ‘overgewicht’ kwijtraken door
hongergevoelens te onderdrukken. Hierdoor val je af maar het probleem is dat
een anorexiapatiënt zich nooit dun/slank genoeg voelt.
Een andere eetstoornis is boulimia nervosa die wordt gekenmerkt door eetbuien
gevolgd door ‘zuiveringen’ door braken of het gebruik van laxeermiddelen. In
veel gevallen gaat dit gepaard met een klinische depressie of een obsessief-
compulsieve stoornis. De oorzaken van eetstoornissen zijn vaak emotionele of
psychologische omstandigheden.
Wilskracht, zelfbeheersing of impulscontrole spelen ook een belangrijke rol in
onze hersenmechanismen. Dit zien we bijvoorbeeld terug in het weerstaan van
verleidingen. Zelfbeheersing is een cognitieve bron die tijdelijk uitgeput kan
raken. Dit is ook meetbaar in het bloed door de bloedglucosespiegel te meten. Bij
een lage bloedglucosespiegel is je zelfbeheersing tijdelijk ‘uitgeput’.
We kunnen er niet om heen dat eten en drinken voor ons als mensen
noodzakelijk is. In tegenstelling tot seks. De seksuele motivatie of drijfveer is niet
homeostatisch. Het kan wel vele andere doelen dienen zoals voortplanting, het
versterken van een sociale band en plezier. Wij hebben sterk de behoefte om
onze genen door te geven dus om ons voort te planten. Hierdoor staat seksuele
motivatie wel in onze behoeftehiërarchie.
De mens ondergaat een aantal fysieke reacties tijdens het vrijen. Dit noemen we
de seksuele responscyclus. Deze bestaat uit 4 fases: verlangen, opwinding,
orgasme en herstel. Door deze observaties kunnen we een aantal conclusies
trekken zoals:
- De manier waarop biologische responsen zich ontwikkelen, is bij mannen
en vrouwen bijna gelijk en onafhankelijk van de bron van de seksuele
arousal. Het maakt niet uit of de opwinding ontstaat door masturbatie of
door seks.
- De seksuele responscyclus is bij mannen en vrouwen vrijwel gelijk.
Vrouwen reageren wel trager en hun opwinding houdt langer stand.
- Veel vrouwen kunnen in een korte periode meerdere orgasmen beleven,
wat bij mannen zelden voorkomt.
- De maat van de opwindende lichaamsdelen heeft geen verband met de
seksuele handeling.
Bevindingen van onderzoeken naar het seksuele gedrag van de mens worden
vaak gebruikt voor de behandeling van seksuele stoornissen als
erectieproblemen, vroegtijdige zaadlozing en frigiditeit.
Vanuit evolutionair perspectief heeft seks als doel om nageslacht te produceren.
Dit is voor zowel mannen als vrouwen gelijk. De lichamelijke gevolgen van seks
en ouderschap verschillen wel voor mannen en vrouwen. Vrouwen moeten hun

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilsedegroot. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76747 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.88  8x  sold
  • (1)
  Add to cart