Het bevat een samenvatting en voorbeeld berekeningen van chemisch rekenen. Het is een vak dat gegeven word in periode 1 van leerjaar 1 van de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (BMO).
De regels die gelden voor het aantal significante cijfers:
Nullen voorafgaand aan andere cijfers staan, worden NIET als significante cijfers gezien.
Bijvoorbeeld 0,0034 heeft 2 significante cijfers (4 decimalen).
Nullen die tussen andere cijfers staan, tellen WEL mee als significante cijfers.
Bijvoorbeeld 1,008 heeft 4 significante cijfers (3 decimalen).
Nullen achter andere cijfers staan tellen officieel alleen MEE in het aantal significante cijfers
als er een komma in het getal staat;
- 1,00*103; 3 significante cijfers
- 100,; 3 significante cijfers (omdat het wordt afgesloten met een komma)
- 100; 1 significant cijfer, maar 1300; 2 significante cijfers
- Een exact getal worden geteld als een getal met een oneindig aantal significante cijfers.
- Natuurconstanten worden beschouwd als getallen met een oneindig aantal significante
cijfers en een oneindig aantal decimalen.
Wetenschappelijke notatie; bijvoorbeeld 2,107*10 2 heeft 3 decimalen (4 significante cijfers).
Regels significante cijfers bij berekeningen:
Vermenigvuldigen en delen; het laagste aantal significante cijfers bepaalt het aantal
significante cijfers bij de uitkomst. Bijvoorbeeld 5,,164 = 1,15.
Optellen en aftrekken; hierbij is het laagst aantal decimalen bepalend. Bijvoorbeeld 5,94 +
5,164 = 11,10.
Samengestelde berekening (vermenigvuldigen en/of delen gecombineerd met optellen en/of
aftrekken). Hierbij wordt eerst de uitkomst uitgerekend zonder rekening te houden met de
significante cijfers en/of het aantal decimalen. Bijvoorbeeld (9,632 – 5,94) * 5,164. Bereken
eerst 9,632 – 5,94 en vermenigvuldig dat met 5,164 = 19,065488. Bij het aftrekken is 2
decimalen het minste aantal. Bij het vermenigvuldigen is het laagste aantal significante cijfers
3. Het eind antwoord is dan 19,1.
Als een exact aantal wordt vermenigvuldigd met een niet exact getal interpreteren als een
optelling van de niet exacte getallen. Bijvoorbeeld; 3 (aantal) = exact getal. Inhoud 4,5 liter =
geen exact getal. 4,5 + 4,5 +4,5 = 13,5 liter. 1 decimaal heeft het antwoord.
Logaritme; het aantal significante cijfers in de oorspronkelijke waarde is het aantal decimalen
in de logaritme van die waarde. Bijvoorbeeld logaritme van 100, = 2,000. Het getal heeft 3
significante cijfers, dus moet de logaritme 3 decimalen bevatten.
Machtsverheffen; het aantal decimalen in de waarde is gelijk aan het aantal significante
cijfers. Bijvoorbeeld 102,00 = 100 = 1,0*102. Het getal heeft 2 decimalen dus het antwoord
moet 2 significante cijfers hebben. In dit geval is het antwoord 100 maar deze heeft maar 1
significant getal dus moet het ander genoteerd worden.
Reactievergelijkingen
2 H2 (g) + O2 (g) 2 H2O (g)
- De stoffen die links van de pijl staan kunnen in principe met elkaar reageren
- Welke stoffen er bij de reactie worden gevormd (rechts van de pijl)
- Als de reactie plaats vindt, in welke aantalsverhouding de stoffen dan met elkaar
reageren.
, Chemische rekenen, 1.1
Eenheden en grootheden
Tabel 1: Basisgrootheden en de bijbehorende grondeenheden
Grootheid Symbool Eenheid Symbool
Lengte l Meter m
Massa m Kilogram Kg
Tijd t Seconde s
Elektrische stroom I Ampère A
Temperatuur T Kelvin K
Lichtintensiteit I Candela Cd
Hoeveelheid n Mol Mol
Hoek - Radiaal Rad
Ruimtehoek - Sterradiaal sr
Tabel 2: Enkele afgeleide in de 9 basiseenheden
Grootheid Symbool Eenheid Symbool
Kracht, gewicht F, G Newton N = kg*m*s-2
Energie, warmte, U (E), 1, 2 Joule J = N*m
arbeid
Druk P Pascal Pa = N * m-2
Vermogen P Watt W = J*s-1
Frequentie f Hertz Hz = s-1
Elektrische lading q Coulomb C =A*s
Elektrische potentiaal U (v, w (gekke w)) Volt V = J * c-1
Elektrische capaciteit C Farad F = C * V-1
Elektrische weerstand R Ohm W= V * A-1
Elektrische geleiding G Siemens S = Ω-1
Magnetische B Tesla T = V* s* m-2
fluxdichtheid
Radioactiviteit - Becquerel Bq = s-1
Oppervlakte A Vierkante meter M2
Volume V Kubieke meter M3
Warmtecapaciteit C Joule per Kelvin J * K-1
Entropie S Joule per Kelvin J * K-1
Oppervlaktespanning Y Joule per m2 J * m-2 = N *m-1
Tabel 3: Grootheden
Grootheid Eenheid Symbool Omrekeningsfactor
Lengte Ångström A 10-10m
Volume Liter L 10-3m3
Volume Millimeter Ml 10-6m3
Concentratie Molair Mol*l-1 (M) 103mol*l-3
Kracht Dyne Dyn 10-5N
Kracht Erg Erg 10-7N
Energie, warmte Calorie Cal 4,184 J
Energie Elektronvolt eV 1,6021766*10-19 J
Golfgetal Reciproke cm cm-1 100 m-1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Niempje21. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.