Van aanvraag naar vraagstelling
Neuropsycholoog moet vraag van aanvrager/patiënten aanscherpen tot vraagstelling
die leidt tot hypotheses en hypothese toetsend proces
Geformuleerde vraagstellingen van neuropsycholoog moeten toetsbaar zijn
Lezak: vraagstellingen kunnen verdeeld worden in:
Diagnostisch: vragen naar differentiaaldiagnostiek
Beschrijvend: vragen naar gedragsbeschrijving
Om bijv. te komen tot behandelplan o.b.v. sterkte-zwakteanalyse
Volgens Bijttebier 5 basisvraagstellingen:
Onderkenning: wat is er aan de hand? Wat zijn problemen, wat lukt nog en wat
gaat mis?
Verklaring: waarom zijn er problemen en/of wat houdt ze in stand?
Predictie: hoe zullen problemen ontwikkelen in toekomst?
Indicatie: hoe kunnen problemen verholpen worden?
Evaluatie: zijn problemen voldoende verholpen als gevolg van interventie?
Volgens de Bruyn 9 typen vraagstellingen die ieder zouden moeten leiden tot andere
onderzoek typen
Goed besef van welk type vraagstelling is relevant
Dwingt tot meer gerichte keuze voor operationalisatie en dus
onderzoeksinstrumenten
Elke combinatie van type vraagstellingen en onderzoek typen kan voorkomen, maar
de combinaties zijn niet onafhankelijk van elkaar of willekeurig in volgorde
Hypothesevorming
Vanaf moment dat patiënt wordt aangemeld, begint de diagnosticus met formuleren
van hypothesen
Diagnosticus moet dit proces voor zichzelf expliciet maken om tot toetsbare
hypothesen te komen
Hypothesen zullen van meer algemeen naar specifiek gaan
Hypothesen gevormd m.b.v. specifieke kennis over cognitieve theorieën en hersen-
gedragrelaties
Als scientist-practitioner te werk
Tijdens anamnese worden hypothesen a.d.h.v. nieuwe info opgesteld en sommigen
eventueel aangepast
Ook hypothesen toetsen en begin interpretatieproces
A.d.h.v. hypothesen selecteert men vragen tijdens anamnese, zodat deze gefocust
wordt op problemen van patiënt
Hierdoor kunnen nieuwe gegevens aan het licht komen
Diagnostische cyclus
Cyclus tijdens diagnostiek gewoonlijk herhaaldelijk doorlopen, of in ieder geval
nieuwe hypothesen gevormd, bevestigd of verworpen
Psychodiagnostiek dicht bij empirische cyclus uit wetenschappelijk onderzoek
, Beschrijft hoe deze sequentie van stappen doorlopen wordt en dat bij elke stap de
hypothese van diagnosticus aan bevindingen worden getoetst
Diagnostische cyclus is geen keurslijf voor diagnosticus maar referentiekader
Diagnostisch onderzoek hoeft niet aan volledige structuur van cyclus te voldoen
Soms niet mogelijk om structuur toe te passen door tekortschieten van
onderzoeksmogelijkheden
Heeft geen nega invloed voor onderzoek, omdat het belang van cyclus niet ligt
in volledig doorlopen van cyclus
Belang van cyclus in methode van hypothesevorming en toetsing, die leidt tot een
verantwoorde en transparante wijze van diagnostische besluitvorming
Hierdoor hoeft men geen standaard testbatterijen af te nemen; mogelijk
irrelevante gegevens
Symptomen en syndromen
Syndromen: cluster symptomen die vaak samen voorkomen en daardoor zelfde
onderliggende pathofysiologie veronderstellen
Uitkijken voor halo-effect: ten onrechte veronderstellen van klachten die er in
werkelijkheid niet zijn, door generalisatie van klachten die patiënt wel genoemd heeft
Kan ook o.b.v. uiterlijk of voorgeschiedenis info
Voor hypothese toetsende proces van belang onderscheid te maken tussen symptomen
of testresultaten die gebruikt kunnen worden voor aannemen en voor verwerpen van
hypothesen
Sommige symptomen inclusiecriteria voor aandoening; niet aanwezig betekent
uitsluiting van die aandoening
, Sommige symptomen veelvoorkomend bij co-morbiditeit
Ten slotte onderscheid maken tussen consistentie en differentiële waarde van
bevinding
Consistent wanneer deze kan passen bij bepaalde stoornis
Differentiële waarde is bevinding die bij zal dragen tot differentiaaldiagnostiek
en onderscheid tussen aandoeningen
Waarschijnlijkheid en causaliteit
In diagnosestelling en indicatiestelling doet men nooit uitspraken met volledige
zekerheid
Sprake van foutenmarge in bevindingen
Standaardmeetfout, predictieve waarden nooit 100p
Voor valide uitspraken rekening houden met base rate
A-priori kans van bepaalde diagnose
Hypothese toetsende proces dat diagnosticus heeft doorlopen wordt in conclusie
beschreven
Daarin vermeldt men hypothesen die bevestigd werden of niet verworpen
Laatste kan wegens gebrek aan alternatieve hypothesen
In NPO kan men geen uitspraak doen over oorzaak van cogn disfuncties
Ook bij patiënten waarbij gebeurtenis mogelijk kan leiden tot hersenletsel of
waarbij letsel is aangetoond, kan clinicus geen causale relatie veronderstellen
Clinicus kan wel niet-neurologische verklaring geven voor testresultaten;
psychopathologische symptomen, omgevingsfactoren, onderpresteren
Tot besluit
Met NPO verkrijgt men systematisch testresultaten en observaties van patiënt
Is single case study
H5: testselectie en testafname
Inleiding
Na afronding anamnese en na heldere vraagstelling, kunnen hypothesen getoetst
worden
Gebruik gemaakt van meerdere infobronnen: (hetero)anamnese, gedragsobservaties en
onderzoeksinstrumenten
Keuze van tests
Doel van onderzoek (vraagstelling) en kenmerken van patiënten zijn bepalend voor
keuze van test
Bovendien kiest men bij voorkeur tests die kwalitatief goed zijn
Verstandig meer tests af te nemen
Testresultaten kunnen door allerlei factoren worden beïnvloed
Nooit prestatie op een test in isolatie interpreteren
Afweging maken of afnemen extra test voor specifieke patiënt zinvolle info
oplevert, of dat patiënt enkel vermoeid raakt
Kwaliteitscriteria voor tests
Test moet valide zijn
, Constructvaliditeit: test meet datgene waarvoor test is ontwikkeld
Benton visual retention test ontwikkeld voor meten van visueel werkgeheugen,
blijkt in praktijk vooral samen te hangen met visuoconstructieve praxis en
verwerking van visueel-ruimtelijke info
Test moet betrouwbaar zijn
Vooral bij testen op verschillende momenten, voor bijv. effecten van
behandeling
Goede test heeft kleine meetfout en hoge test-hertestbetrouwbaarheid
Normen van test moeten gebaseerd zijn op normgroep die uit voldoende
proefpersonen bestaat en die goede vergelijking met patiënten mogelijk maakt
AST van NIP geeft 2 hoofdcriteria waaraan psychodiagnostisch instrument moet
voldoen
Validiteit, betrouwbaarheid en normering voldoende
Testinstrument moet relevant zijn
Moet gedragskenmerken meten die van belang zijn voor beantwoorden
van vraagstelling
COTAN-beoordeling
COTAN verzamelt, beoordeelt en documenteert gegevens over dit alles
Komt op 7 criteria
Uitgangspunten testconstructie
Kwaliteit testmateriaal
Kwaliteit handleiding
Normen
Betrouwbaarheid
Begripsvaliditeit
Criteriumvaliditeit
Veel neuropsychologische test voldoen niet aan criteria
Criteria zijn zodanig algemeen geformuleerd dat ze weliswaar goed toepasbaar
zijn in meeste psychologische sub disciplines, maar nadelig uitpakken voor
neuropsychologie
Convenience sample mindere kwaliteit
Tests onder .80 betrouwbaarheid krijgen onvoldoende
Vertaalde tests moeten equivalentie aantonen, anders onvoldoende
Vaak tests in neuropsychologie nog niet beoordeeld
Dan beargumenteren waarom je test alsnog gebruikt
Belangrijk dat normen clinicus in staat stellen te corrigeren voor leeftijd en
opleidingsniveau
Convenience sample, grootte steekproef en betrouwbaarheid niet van belang
Gaat vooral om validiteit
Test moet juist sensitief zijn voor pathologische fenomenen
Problemen bij herhaalde testen
Groot probleem bij NL-neuropsychologische test is dat psychometrische gegevens
vaak erg summier zijn
Van weinig tests test-hertestbertrouwbaarheid bekend
Geen uitspraak over verloop of herstel van bepaalde cognitieve functies
Meestal bij herhaald testen vooruitgang te verwachten vanwege leereffecten, spontaan
herstel of behandeling
Om leereffect te voorkomen; gebruik maken van parallelversies van tests
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meikesmulders6. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.46. You're not tied to anything after your purchase.