Verbintenissenrecht en Ondernemingsrecht tentamen samenvatting boek
74 views 0 purchase
Course
Recht (AREREC1A.2)
Institution
Hogeschool Arnhem En Nijmegen (HAN)
Book
Recht in je opleiding - Verbintenissenrecht
Samenvatting van het boek 'Verbintenissenrecht en Ondernemingsrecht'.
Deze samenvatting is een ontzettende goede samenvatting om het tentamen in één keer te halen
Recht = door de overheid gemaakte (gedrags)regels die nodig zijn om de samenleving te ordenen
Eigenrichting = zelf voor rechter spelen is niet toegestaan
Rechtsbronnen
1. Wetten = geschreven recht
2. Verdragen = schriftelijke internationale overeenkomst tussen een of meer landen
3. Jurisprudentie = rechtersrecht alle uitspraken van rechters
4. Gewoonte = ongeschreven recht
Wet in materiële zin = wet die voor herhaalde toepassing vatbaar is en algemene regels bevat (zegt
iets over de inhoud van de wet)
Wet in formele zin = gezamenlijk besluit van Regering en Staten Generaal (zegt iets over de maker)
Wetten worden gemaakt door bijvoorbeeld de gemeenteraad, Provinciale Staten, de regering en de
Staten Generaal.
Verdrag = internationale overeenkomst tussen 2 of meer landen
Self-executing = als een verdragsbepaling de burger rechtstreeks bindt gevolg: ze kunnen
nationale wetgeving beperken of helemaal opzij zetten
Vonnis = uitspraak van de rechtbank
Arrest = uitspraak van het gerechtshof of Hoge Raad
Gewoonterecht = ongeschreven recht (deze regels zijn niet in een wet opgenomen)
Privaatrecht = regelt de relatie tussen burgers onderling
Publiekrecht = regelt de relatie tussen overheden onderling en tussen overheid en burger (de
overheid moet dan wel als overheid handelen) al het recht die bij de overheid een bijzondere
bevoegdheid heeft, die wij als burgers niet hebben.
Objectief recht = geheel van geschreven en ongeschreven regels (recht in zijn algemeenheid)
Subjectief recht = individueel recht dat aan de objectief recht ontleend kan worden specifieke
verhouding (bijvoorbeeld recht hebben op een geldbedrag)
Dwingend recht = recht waarvan je niet mag afwijken. De afwijkende afspraak is nietig / ongeldig.
Dit recht ben je verplicht om na te leven (verbod op diefstal)
Aanvullend recht = vult afspraken aan over onderwerpen die partijen niet hebben geregeld. Geldt
alleen als beide partijen niets geregeld hebben mag je wel van afwijken.
Regelend recht = wetgeving waarvan door middel van afspraak wel van afgeweken mag worden.
Materieel recht = rechtsregels die rechten en plichten van partijen regelen regelt te inhoud (loon)
Formeel recht = regels die aangeven hoe het materiële recht gehandhaafd kan worden (alle
procedure regels)
,Hoofdstuk 2 Inleiding verbintenissenrecht
Verbintenis = juridische relatie tussen 2 of meer personen. Combinatie tussen recht tegenover plicht.
Rechtsbetrekking tussen personen waarbij de één een relatief recht heeft op een bepaalde prestatie
en de ander verplicht is de prestatie te leveren en daarbij geldt dat het recht afdwingbaar is.
Bronnen van verbintenissen
1. Wet = schade veroorzaken bij een ander wettelijke schadevergoedingsplicht
2. Overeenkomst = werknemer heeft recht op loon als hij arbeid heeft verricht
3. Rechterlijke uitspraken = rechter bepaalt dat onderneming schadevergoeding moet betalen
Relatief recht = als je een recht alleen maar tegenover één bepaalde persoon kunt uitoefenen (recht
op loon, recht op betaling, recht op levering) staat altijd een plicht tegenover
Absoluut recht = recht dat je tegenover iedereen kan laten gelden (eigendomsrecht, octrooirecht)
De rechtsgevolgen van een verkoop zijn dat de verkoper verplicht is een goed product/goede dienst
te leveren aan de koper en dat de koper verplicht is een tegenprestatie te leveren voor het product
Rechtsfeit = feit dat relevant is voor het recht. Hieraan verbindt het recht een rechtsgevolg
Blootrechtsfeit = als het rechtsgevolg intreedt zonder dat daarvoor een menselijk handelen van de
betrokkene zelf nodig is (meerderjarig worden) hoef je niets voor te doen
Feitelijke handeling = als een menselijke handeling niet gericht is op het intreden van een bepaald
rechtsgevolg terwijl het rechtsgevolg wel onstaat waarbij je niets voor ogen hebt, het is niet de
bedoeling, kan wel een rechtsgevolg hebben
Rechtshandeling = een handeling die gericht is op een rechtsgevolg.
1. Eenzijdige rechtshandeling = komen tot stand door 1 persoon (maken testatement,
opzeggen overeenkomst, geven van ontslag)
2. Meerzijdige rechtshandeling = komen tot stand door 2 personen (sluiten van overeenkomst)
Hoofdstuk 3 De overeenkomst
Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling
Totstandkoming van een overeenkomst
Vormvrij = dat de wet niet een bepaalde vorm voorschrift (zoals een contract). Ook een per e-mail
gesloten overeenkomst is rechtsgeldig
Vormvrije overeenkomsten komen tot stand door
1. Wilsovereenstemming = dat de overeenkomst gesloten is als je het met elkaar eens bent
Als de wil van een persoon niet overeenstemt met verklaring geen overeenkomst (nietig)
2. Aanbod en de aanvaarding daarvan = wanneer het ten minste de essentiële elementen van
de te sluiten overeenkomst bevat.
, Nietige rechtshandeling = is niet geldig en nooit geldig geweest. Hierbij was de afspraak dus zo fout,
dat het niet mocht bestaan en nooit bestaan mag hebben
Vernietigbare rechtshandeling = je hebt de keuze om de rechtshandeling te vernietigen of te laten
bestaan. Het kan met terugwwerkende kracht worden vernietigd (als iemand onder dwang een
overeenkomst teken, dus bijvoorbeeld bij invloed van geestelijke stoornis)
Als de ene partij echter niet wist of hoefde te weten dat de andere partij iets anders verklaarde dan
zij eigenlijk wilde verklaren (wilsvertrouwensleer), ontstaat er wel een overeenkomst vertrouwen
gaat altijd voor
Redenen voor een verklaring die niet in overeenstemming is met de wil:
Duidelijk misverstand (verspreken, verschrijven of vergissen)
(tijdelijke) geestelijke stoornis = valt onder vernietigbare overeenkomst. Het is wel
rechtsgeldig, maar kan met terugewerkende kracht worden vernietigd (dronkenschap)
Wederkerige overeenkomst = als voor beide partijen over en weer verbintenissen uit de
overeenkomst onstaan. Hierbij is elke partij zowel schuldeiser als schuldenaar overeenkomst
wanneer er 2 rechten en 2 plichten onstaan (koopovereenkomst)
Eenzijdige overeenkomst = als uit een overeenkomst voor slechts een van beide partijen één of
meerdere verbintenissen ontstaan (schenkingsovereenkomst)
Tijdsduur van een aanbod
Verstrijken termijn
Herroepen (door aanbieder)
Verwerpen (door ontvanger) = als je aanbod niet meer staat
Als niet direct wordt aanvaard alleen bij mondeling aanbod
Als een aanbod vervalt, dan kan een aanbod niet meer worden aanvaard.
1. Herroepelijk = aanbod kan worden herroepen zoalng het nog niet is aanvaard. Een aanbod
kan niet meer worden herroepen als er een mededeling waarin de aanvaarding staat, is
verzonden
2. Onherroepelijk = als het voorstel een termijnstelling voor de aanvaarding inhoudt of als de
onherroepelijkheid op andere wijze uit het aanbod blijkt kun je niet herroepen
herroepen voordat hij verstuurd
3. Vrijblijvend = kan zelfs direct na de aanvaarding van het bod nog worden herroepen een
uitnodiging tot het doen van een aanbod is GEEN aanbod!
Hoofdstuk 4 Handelingsbekwaamheid
Om een aantastbaar geldige overeenkomst te sluiten is het onder andere vereist dat beide partijen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorjansen1505. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.44. You're not tied to anything after your purchase.