100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Artikel Carter – Assessment of young children’s social-emotional development and psychopathology: recent advances and recommendations for practice $4.28   Add to cart

Summary

Samenvatting Artikel Carter – Assessment of young children’s social-emotional development and psychopathology: recent advances and recommendations for practice

 112 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het artikel van Carter et al. 2004: Assessment of young children’s social-emotional development and psychopathology: recent advances and recommendations for practice

Preview 2 out of 5  pages

  • April 15, 2019
  • 5
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Artikel Carter – Assessment of young children’s social-emotional development and
psychopathology: recent advances and recommendations for practice
Vroege opkomst van psychopathologie garandeert identificatie en interventie. Dit artikel: factoren
die hebben bijgedragen aan de verwaarlozing van sociaal-emotionele en gedragsproblemen en
psychopathologie van jonge kinderen, zoals een nadruk op cognitieve en taalkundige ontwikkeling
en bezorgdheid om stigmatiserende jonge kinderen en hun families, worden kort besproken.
Vervolgens de inherente uitdagingen van de beoordeling van jonge kinderen, inclusief de snelle
ontwikkelingsveranderingen die de vroege kindertijd karakteriseren, meer gelimiteerde
mogelijkheden die mogelijk aanwezig zijn voor het evalueren van gedrag in settings, en de
belangrijkheid van het begrijpen van het gedrag van jonge kinderen binnen relevante
ontwikkelings-, relationele- en culturele contexten. Ten slotte worden veelbelovende metingen
ontwikkeld over het laatste decennium besproken. Instrumenten om stoornis-specifiek gedrag uit
te lokken.
Een groei in de conceptualisatie en meting van de sociaal-emotionele problemen, competenties en
psychopathologie van jonge kinderen  nieuwe vragenlijsten en interview-hulpmiddelen, meer
begrip voor de uitdagingen die clinici en onderzoekers ervaren bij het onderzoeken van sociaal-
emotionele of gezondheidsevaluaties van jonge kinderen.
Werkend vanuit een bio-ecologisch, transactioneel, ontwikkelingsraamwerk wordt de belangrijkheid
van het integreren van kennis over de individuele ontwikkeling van het sociaal-emotioneel
functioneren en psychopathologische symptomen binnen de context van het kinds cognitieve en
ontwikkelingsfunctioneren, familie relaties, culturele waarden en bredere familie- en
gemeenschapsrisico’s besproken. Vervolgens instrumenten hiervoor en een samenvatting van
recente benaderingen om het begrip over culturele diversiteit en competentie te vergroten.
Weerstand tegen het erkennen van psychopathologie in jonge kinderen
Meerdere dingen die hieraan bijdragen: er lag een grotere nadruk op de impact van cognitieve en
taalkundige competentie op het later adaptief functioneren van kinderen  de bijdragen van de
vroege emotionele ervaringen van kinderen op hun capaciteit om relaties op te bouwen en als
fundering voor leren. Daarnaast het algemene stigma geassocieerd met de mentale gezondheid
van kinderen, angst van ouders dat zij de schuld kregen voor de moeilijkheden van het kind en
culturele verschillen t.o.v. zowel de ontwikkeling van kinderen als het gebruik van mentale
gezondheidsservices. Ten slotte wordt de vroege kindertijd als ‘heilige’, blije tijd gezien. De
discussie over de behoeften van kinderen op het gebied van gezondheidszorg wordt dus vermeden
of ‘het is maar een fase’/ ‘het valt wel mee’.
Het uitstellen of ‘verminderen’ van problemen en dus het falen van het identificeren van vroege
sociaal-emotionele problemen kan leiden tot verergering van de problemen en kan het gevoel van
werkzaamheid bij ouders in hun ouderlijke rol verminderen.
Prevalentie en continuïteit in vroege opkomende probleemgedragingen en
psychopathologie
Prevalentie van door ouders gerapporteerde sociaal-emotionele en gedragsproblemen in 2/3 jarige
ligt tussen 7 en 24%. Consistent met de suggestie dat vroeg opkomende problemen geassocieerd
zijn met kind- en familielevel-verslechtering: ouders die aangaven dat het probleemgedrag van het
kind verergerd was waren meer waarschijnlijk om achterstanden in de sociaal-emotionele
competentie van het kind aan te geven, grotere bezorgdheid over hun kinds gedrag en scoorde het
gedrag van het kind als storend in familieactiviteiten.
Groeiend empirisch bewijs dat vroeg gesignaleerde sociaal-emotionele en gedragsproblemen en
psychopathologie aanhouden over tijd.
Uitdagingen voor de assessment van de sociaal-emotionele ontwikkeling en
psychopathologie van jonge kinderen
4 factoren die de taak van ontwikkelende leeftijdsgeschikte assessment strategieën vermoeilijken:
1. Het snelle tempo van ontwikkelende transities en groei in vroege kindertijd  veel gedragingen
die als klinisch relevant worden gezien op latere leeftijden kunnen manifestaties zijn van de
normale ontwikkeling als ze voorkomen in de vroege kindertijd. Sommige gedragingen zijn
typisch voor een bepaalde leeftijd terwijl andere gedragingen afwijkend zijn of niet typisch voor
geen enkele leeftijd = makkelijk te identificeren. Maar wanneer problemen gekarakteriseerd
worden door intensiteit, frequentie of duur van typisch gedrag, kan het moeilijker zijn de grens
te vinden tussen typische ontwikkeling en psychopathologie  kijken naar clusters van gedrag

, of relevante symptomen. Dimensionele schalen informeren hoe vaak een gedraging voorkomt
of hoe representatief een gegeven gedraging is van een kind. Ook al is een bepaald gedrag
normaal op een bepaalde leeftijd, zodra het intenser is kan het kind een klinische stoornis
hebben (ook al is de frequentie geschikt voor zijn/haar leeftijd).
2. Een tekort aan richtlijnen voor het integreren van data worden verzameld van verschillende
bronnen en methoden  verschillende instrumenten meten verschillende dingen waardoor het
lastig is te bepalen welke methoden geschikt zijn. Gestructureerde of semigestructureerde
interviews die specifieke vragen stellen over de aanvang, frequentie, intensiteit, kwaliteit en
context van voorkomen zijn noodzakelijk om een diagnose te stellen. Dimensionele metingen
hebben voordelen wanneer normatieve beschikbaar is: staan vergelijking tussen een individu
en een normatieve referentiegroep toe, bieden een middel om verandering te kwantificeren in
gedrag over tijd en/of pre- en postinterventies, bieden een efficiënt en goedkope manier om
informatie van verschillende domeinen van sociaal-emotioneel functioneren te verzamelen en
staan profilering toe van de krachten en zwakheden van kinderen tussen domeinen van
sociaal-emotionele en gedragsproblemen en competentie. Soms is een diagnose noodzakelijk
om geschikte gezondheidszorg te krijgen. Vanwege de mogelijke vooroordelen in
ouderrapportages is vertrouwen op een enkele informant niet ideaal. Ouders interpreteren
gedrag van het kind anders door eigen geschiedenis van interacties en cultuur = zelfde gedrag
kan verschillend geïnterpreteerd worden. Er worden vaak verschillen of tegenstrijdigheden
gevonden tussen rapportages van 2 informanten of tussen het ouderlijk verschil en een
gedragsobservatie  sociaalwenselijke antwoorden, van verschillende culturen
3. Beperkte informatie voor het bepalen van niveaus van verslechtering zowel binnen het kind als
binnen het familiesysteem  voor oudere kinderen en volwassenen is verslechtering kind-
specifiek = individueel functioneren. De diagnosticus moet bepalen of het individu voldoet aan
de criteria voor een bepaalde stoornis. Verslechtering kan een betere voorspelling van een
lange termijn prognose zijn dan symptomen van ernst of type. Gegeven dat de ontwikkeling
van jonge kinderen omgegeven is door verzorgende relaties, is het geschikter om zowel kind
als familie verslechtering te overwegen die secundair zijn aan de symptomen van het kind.
Aspecten van het functioneren van het kind die moeten worden aangepakt bevatten:
aanpassing aan ontwikkelingsgeschikte eisen en/of specifieke contexten, de overname van
nieuwe ontwikkelingscapaciteiten en vaardigheden, relatie en interpersoonlijk functioneren, en
gezondheid. Vaak zijn er geen duidelijke aanwijzingen van verslechterd functioneren ondanks
de aanwezigheid van een risico of een stoornis (verzorgers reguleren gedrag en emoties van
jong kind). D.m.v. het aanbieden van een ‘steiger’ kunnen ouders de impact van een stoornis
verminderen en de ontwikkelingsvaardigheden en capaciteit om zich aan een omgeving aan te
passen maximaliseren. Een alternatieve conceptualisatie van de mate van verslechtering is om
te onderzoeken of de stoornis van het kind niet alleen het kind maar ook het familiesysteem
beïnvloedt. Om te kijken of ouders familieroutines, huishoudelijke activiteiten en werk kunnen
behouden ondanks de stoornis.
4. Moeite met het beoordelen van het kinds functioneren binnen de relevante relationele en
culturele contexten
De centraliteit van het begrijpen van vroeg ontstane psychopathologie in context
Een baby of jong kind wordt sterk beïnvloedt door zijn omgeving  bio-ecologisch model en
transactioneel raamwerk verklaren deze invloeden op de ontwikkeling van het kind en de
implicaties voor het assessmentproces.
De verzorgende context: jonge kinderen zijn sterk afhankelijk van externe regulerende steun en
worden dus sterk beïnvloedt door verzorgende contexten. Het is dan ook niet ongebruikelijk voor
probleemgedragingen om specifiek te zijn voor een context en/of verzorger. Probleemgedragingen
die voorkomen tussen relationele contexten worden als grotere zorg beschouwd en suggereren dat
het kind een stijl van reageren geïnternaliseerd of geleerd heeft dat gegeneraliseerd is verder dan
een specifieke verzorger of verzorgende context. Begrijpen van verzorgende context  1.
Identificeren van primaire verzorgers, de patronen van huidige verzorgende relaties en de
geschiedenis van deze relaties. 2. Onderzoeken wat de definitie van de ouders is van ‘familie’ en
wie zij daarin betrekken (identificeren van steunende en stres veroorzakende leden).
De wederzijdse interactie tussen ouder en kind beïnvloedt het gedrag van een kind. Variaties in
ouderlijke strategieën kunnen negatief gedrag versterken. ‘Goodness of fit’ i.c.m. ouderlijke
waarnemingen en opvoedstijl kan het risico op latere psychopathologie verkleinen of vergroten.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller verastrijker. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

70055 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.28  4x  sold
  • (0)
  Add to cart