Virtueel bezoek aan Aquafin
➔ RWZI Antwerpen-Zuid
➔ Centrale station werd gebouwd in 2004 in opdracht van Aquafin. De exploitatie gebeurd nog steeds
door Aquafin.
➔ Dit is 1 van 3 de grote waterstations in de Antwerpse regio.
Het afvalwater komt hoofdzakelijk uit Antwerpen-Centrum, Antwerpen-Zuid en gedeeltelijk uit de
omliggende gemeenten uit de zuidrand.
Het afvalwater komt toe via hoofdzakelijk gemengde riolen. D.w.z. dat naast het gewone huishoudelijke
afvalwater (DWA: droogweerafvalwater) ook regenwater meekomt. Nu is het echter zo dat bij stormweer
niet al het afvalwater op het station terecht komt.
Zowel voor de berekening van riolen als voor de berekening van RWZI’s gelden in Vlaanderen specifieke
normen:
1. De code voor goede praktijk voor het ontwerp en het onderhoud van rioolstelsels.
2. Vlaams reglement op de milieuvergunning: VLAREM
Volgens die normen zal er in een gemengd riool maximum 6 DWA max of 6 DWA piek. Die 6 komen toe
maar gaan niet alle 6 in het waterzuiveringsstation. Bij zwaar regenweer zullen 3 DWA overstorten naar de
houwer, dit is een natuurlijke vijver die dienst zal doen als buffer en bergingsbekken. De overige 3 DWA
max zullen toekomen in het influent gemaal. Het water wordt daar via een pompgemaal opgepompt tot de
nodige hoogte om dan gravitair over de gehele installatie te lopen.
We hebben enerzijds de primaire (of mechanische) zuivering en dan de secundaire (of biologische)
zuivering, dit is de motor van de installatie en ook het belangrijkste deel.
In normale omstandigheden komt het rechtstreeks in een natuurlijke waterloop terecht. In dit specifieke
geval is er de Schelde. Dit is een getijdenrivier met grote verschillen tussen hoog en laag water. Vandaar dat
er in dit specifiek geval een apart influent gemaal aanwezig is.
In elk zuiveringsproces hebben we de hoofddoelstelling: ongezuiverd influent omtoveren in gezuiverd
effluent maar alle onzuiverheden die we onttrekken uit het afvalwater moet ergens teruggevonden
worden. Dit is te vinden in de vorm van slib. In dit station is de slibbehandeling tamelijk uitgebreid.
Influent vijzelgemaal
Hier komen de gemengde riolen toe. De hele installatie is hier overdekt omwille van de geurhinder. Als het
begint te regenen dan stijgt natuurlijk het niveau in de influentput en die stuurt achtereenvolgens de
verschillende vijzels aan. Die vijzels hebben een totaal debiet van ongeveer 1.350 l/s (=> 3 DWA piek). De
vijzels pompen het afvalater omhoog, hoog genoeg zodat het afvalwater helemaal gravitair door de
verdere installatie kan stromen. Dus van primaire zuivering, over de biologische zuivering, tot aan het
effluent punt.
De vijzels slaan dus één per één aan/af in functie van het inkomend waterdebiet. In meer recente
installaties zullen we zien dat er een frequentiesturing is waar het toerental van die motoren en dus ook
het debiet van die vijzels continu varieert in functie van het inkomende afvalwater.
De roosters houden grotere stukken tegen die mee zouden komen met het afvalwater die doorgespoeld
wordt door de wc, gootsteen, …
Dit zijn in dit geval fijne lamellen roosters met een spleetwijdte van enkele millimeter. Deze is ook overdekt
omwille van de geurhinder.
Het roostergoed dat op deze roosters gevangen wordt, komt finaal in de roostergoedcontainer, die
vervolgens wordt afgevoerd naar de dichtstbijzijnde huisvuilverbrandingsinstallatie.
Voordat het afvalwater nu door de verdere installatie stroomt moet er eerst iets belangrijk gebeuren:
monstername. Daar waar een riool enkel gedimensioneerd wordt op hydraulische parameters, met
voornamelijk het debiet, komt bij de RWZI een andere belangrijke parameter kijken en dat is de vuilvracht.
De VLAREM definieert 5 parameters waaraan het zuiveringsproces in het waterzuiveringsproces moet
voldoen:
1) Het biologisch zuurstofverbruik: dit is een maat voor de biologische afbreekbare vervuiling die met
het afvalwater meekomt
2) Het chemisch zuurstofverbruik: dit is een maat voor de totale organische belasting
3) Het stikstofgehalte: er komt heel veel stikstof mee met het afvalwater. Het is een boosdoener
omdat het een meststof is en kan in de ontvangende waterloop algengroei en bloei veroorzaken.
4) Het fosforgehalte: er komt heel veel fosfor mee met het afvalwater
5) Zwevende stoffen: deze moeten er ook uit omdat die eventueel in de ontvangende waterloop
bodemslib veroorzaken dat nadelig is.
Voor elk van deze 5 parameters bepaalt de VLAREM specifieke emissiegrenswaarden en minimum
verwijderingsrendementen.
Het is nodig dat er stalen genomen worden aan de ingang en we zullen een gelijkaardig apparaat zien aan
de uitgang waar dus die verschillende parameters nadien in een labo zullen gemeten worden. Aan de hand
van het verschil kan dan gekeken worden of Aquafin het zuiveringsrendement gehaald heeft.
Stap 2: Zandvangers
Zandvangers zijn belangrijk omdat we te maken hebben met gemengde riolen, dit wil zeggen dat er ook
regenwater meekomt en dus ook zand. Zand is een zwaar abrasief product en is een boosdoener voor alle
nageschakelde pompen, kleppen en afsluiters. We hebben hier te doen met beluchte zandvangers,
daardoor gaan eventuele vetten mee (door de gootsteen, wc, …) die worden opgevangen. Tegelijkertijd,
naar mate we meer en meer te doen hebben met nieuwe moderne verkavelingen waar we te maken
hebben met een gescheiden rioolstelsel (i.p.v. een gemengd rioolstelsel) dat we daar geen zandvanger
meer zullen vinden omdat hier geen zand zal toekomen.
De zandvangers zijn langgerekte kanalen die aan de lijkant belucht worden en waardoor het afvalwater met
een zekere snelheid door stroomt. Door die zijdelingse beluchting en de horizontale doorstroomsnelheid
ontstaat er dus een schroefvormige beweging waardoor het zand afgescheiden en tegelijk gewassen wordt.
Bovenop de zandvanger bevindt zich een brug die om de zoveel tijd over en weer gaat. Op die brug bevindt
zich een zandpomp die het zand oppompt, en een vetschraper die het bovendrijvend vet afvoert naar de
vetput op het einde van het zandvangerkanaal.
De zandvangers zijn opgesteld in een overdekt gebouw, voor de geurhinder, maar hier wordt in het
gebouw alle lucht afgezogen en gezuiverd op biofilters alvorens ze aan de atmosfeer wordt prijsgegeven.
Het gewassen zand komt terecht in een container dat wordt gerecycleerd, meestal in de bouwsector of als
afdekmateriaal.
Met de zandvangers eindigt hier de primaire (of mechanische) zuivering. Elders kan je misschien nog een
voorbezinktank vinden. Daar wordt het grootste deel van de zwevende stoffen afgevangen en apartvia een
sliblijn afgevoerd. Aquafin kiest er echter standaard voor om geen voorbezinktanks te installeren en de hele
stroom, inclusief de zwevende stoffen, rechtstreeks naar de biologie te sturen.
Secundaire (of biologische) zuivering
Dit is het belangrijkste onderdeel van een waterzuiveringsstation. Dit is eigenlijk de motor van het hele
zuiveringsproces.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller julesdebruyne. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.