Algemene psychologie
Hoofdstuk 2: De biologische basis van het gedrag
Elke handeling, gedachte en emotie = gebaseerd op biologische processen.
Gebruiken van genotsmiddelen heeft gevolgen
Alcohol (controleverlies), nicotine (concentratie), koffie (wakker blijven)
en drugs (gestoorde waarneming)
Hersenen = het orgaan dat denkt en alle reacties v/h lichaam controleert
Hersenaandoeningen = grootste uitgavenpost binnen gezondheidstelsel van
Europa
↪ grootste: angststoornis, migraine, stemmingsstoornissen en verslaving
De bouwstenen van het zenuwstelsel
Basiselement v/h zenuwstelsel = het neuron of zenuwcel
↪ f neuron: communiceren met andere neuronen
Op basis v deze communicatie voeren allerlei handelingen uit (vb:
ademen, zingen)
Problemen met communicatie = geven aanleiding tot ernstige
aandoeningen
↪ ms, dementie, schizofrenie of depressie
Neuronen
Aantal neuronen
Meeste neuronen zitten in: hersenen en ruggenmerg
In hersenen: minstens 50 miljard neuronen
↪ elke neuron heeft gemiddeld 10.000 connecties
Embryonale ontwikkeling = neuronen lijken op andere cellen, beginnen te
differentieren en vormen
Verschillende soorten neuronen.
Prenatale periode = veel meer neuronen gemaakt dan uiteindelijk zullen
overblijven
↪ overtollige neuronen verdwijnen in eerste jaren na geboorte
Overproductie selectief snoeiproces v minder goede en gebruikte neuronen
zenuwstelsel
Zenuwstelsel = minutieus netwerk van verbindingen
Foetale alcoholsyndroom = teveel alcohol dat vanuit bloedsomloop v/d
moeder terechtkomt in die van foetus.
↪ mentale retardatie, hyperactiviteit, verminderde alertheid en
motorische problemen
Neurogenese
Vroeger dacht men dat aanmaak van neuronen enkel voor geboorte gebeurde
FOUT
↪ gedurende volwassenheid nieuwe neuronen uit stamcellen in
hersenen
Vroeger dacht men dat nieuwe werden aangemaakt ter vervanging van oude
FOUT
↪ nieuwe neuronen om nieuwe info te leren en onthouden
Stress vermindert aanmaak nieuwe neuronen.
Nieuwe neuronen spelen rol bij regelen van stemmingen.
Types neuronen
1) Sensorische neuronen
= ontvangen info v/h lichaamsweefsel en waarnemingsorganen en sturen
deze info naar hersenen of ruggenmerg.
, Zorgt dat hersenen info ontvangen over buitenwereld en lichaam
2) Motorische neuronen
= sturen signalen vanuit hersenen en ruggenmerg naar spieren, organen
en klieren.
Zorgt voor uitvoering van bevelen uit hersenen
3) Interneuronen
= dragen info over tussen neuronen
Componenten van een neuron
Componenten: cellichaam, dendrieten en axon
Cellichaam = bevat structuren die ook in andere lichaamscellen aangetroffen
worden
Dendrieten = vormen netwerk van smalle vezels die vanuit cellichaam komen
↪ zij ontvangen signalen van andere cellen
Axon = lange, dunne vezel die uit cellichaam komt en splits op einde in waaier
↪ axonen v verschillende cellen groeperen zich en vormen zenuwen
Communicatie binnen een neuron
SINGLE CEL ONDERZOEK!
Informatiegelding binnen neuron = elektrochemisch proces
Processen spelen zich af rond membraan van het neuron (vlies dat cel afscheidt
van buitenwereld)
Rustpotentiaal
= wanneer neuron geen signalen ontvangt of verstuurd
= is in werkelijkheid actief onderhouden situatie waarbij binnenkant v
celmembraan negatiever geladen is dan buitenkant.
Buiten axon = relatief grote concentratie van positief geladen stoffen
Binnen axon = meer negatief geladen deeltjes
Deze spanning = rustpotentiaal
Actiepotentiaal
Neuronen worden gestimuleerd door andere neuronen of receporcellen
Stimuli bevinden zich op dendrieten
Potentiaal ontvangende cel positiever of negatiever door stimuli potentiaal
verschil verkleint tussen binnen en buitenkant.
Stimuli die positiever maakt = excitatorische signalen
Stimuli die negatiever maakt = inhibitorische signalen
Potentiaalveranderingen verschuiven naar axonheuvel en worden bij elkaar
opgeteld
Axonheuvel = plaats in neuron waar axon begint
Bij kleine verandering van membraanpotentiaal zal instroom v natrium
gecompenseerd worden door uitstroom van kalium.
Drempel = bij bepaald niveau zetten impoorten zich open en krijgen we
massale invoer van natrium
Actiepotentiaal = zoveel natrium dat polariteit van membraan omslaat van
negatief naar positief
= signaal dat info overdraagt in zenuwstelsel
Plaatselijke verdoving blokkeert instroom van natrium in axon en houdt zo
pijnsignaal tegen, zodat het niet meer naar hersenen kan gestuurd worden.
Na doortocht actiepotentiaal kan gedurende korte tijd geen nieuwe
actiepotentiaal uitgelokt worden = refractaire periode = 1 tot 2
millieseconden
Alles-of-niets-wet
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller katelowyck1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.