Een nederlandse samenvatting van het vak Hedendaagse sociologische theorieën, gegeven in de 2e bachelor van de studie Sociologie op Universiteit Antwerpen. Combinatie van powerpoint slides en gegeven lessen.
- Leesverslag: 15 mei (20% + verplichte deelname)
- Doel: concepten, auteurs, stromingen van naoorlogse sociologie (thema’s en ontwikkelingen)
➢ Kennis, inzicht, omschrijven, creatief toepassen, verwerken, bespreken, ...
- Evaluatie: 80% examen (schriftelijk + open = reader → 3 open vragen + meerkeuze)
➢ Teksten = aanvullend (antwoord = uit de les teksten = verduidelijking)
➢ Teksten: markeren en organiseren + vertalen (geen inhoud bijschrijven)
- Leesverslag = erdoor → niet opnieuw in 2e zit
Voorbeeldvraag:
- Glaser en Strauss zijn dieper ingegaan op de symbolische interactie tussen terminale patiënten, hun
familie en het ziekenhuispersoneel. Ze onderscheiden vier verschillende contexten van ‘bewustzijn
van de dood’. Leg kort uit waarom deze verschillende contexten gezien kunnen worden als
symbolische interactie (/3)
- Toepassingsvraag: nieuwsbericht uitwerken vanuit een bepaald sociologisch perspectief
,Inleiding
Theorie
Definitie: logisch geordend of geïntegreerd geheel van uitspraken over de sociale werkelijkheid
Abstract (in tijd en ruimte) en gesitueerd
Begrip van de werkelijkheid
Theorie: hypothesen testen (verklarend) → ontstaan: empirische observaties en veronderstellingen
- Wetenschappelijk continuüm: metafysica (assumpties) empirie (feiten)
➢ Tekst van Alexander
- ≠ weerspiegeling van de werkelijkheid = bril om naar te kijken
➢ Waarneming is afhankelijk van kader (verwachtingen) in uw hoofd
- Richtinggevend voor onderzoek: concepten en formulering van hypothesen
- Systematische poging om de resultaten van het onderzoek te ordenen en interpreteren
Praktische nut: heuristiek, kadering en systematisering
- Wetenschappelijk onderzoek!!
Heuristiek
Orde in de chaos:
- Concepten en ideeën leggen focus op bepaalde aspecten van werkelijkheid (relevantie)
➢ Patronen vormen in data of werkelijkheid
- Vb. onderzoek in een wachtkamer:
➢ Interactie: 'non-interaction as a social accomplishment’
➢ Sociale codes en rituelen om het niet-interageren’
• Plaats van zitten, individuele bezigheid, geen oogcontact, ...
- Socialisatie = voldoen aan de algemene verwachtingen → volgens de patronen
Kadering
Betekenis geven / duidelijkheid geven aan bepaalde situaties
- Dagelijks leven: kaders bepalen om gedrag te stellen
- Relevantie bepalen → analytische kaders ≈ sociologische theorieën
➢ Vraag: meest zinvolle?
- Vb. Boerenprotesten: kaders van reden
➢ Crisisgedrag: reactie op teleurgestelde verwachtingen → frustratie en verontwaardiging
➢ Rationeel gedrag: mobilisatie om bepaalde doelen te bereiken (beleid) = instrumenteel
➢ Aangeleerd gedrag: geweldscultuur van bepaalde groepen (idealen in mannencultuur)
Systematisering
Theorie = poging om resultaten te ordenen en interpreteren
- Veralgemening van particulieren situaties = abstrahering van concrete situaties
- Vb. Racisme en discriminatie: verschillende vormen van omgaan
➢ Confrontatie, management, negeren, bewijzen en isoleren
Theorieontwikkeling
Verschillende vormen van theorie = zelfde basis?
1. Empirische feiten: inductie (generalisatie)
➢ Probleem: geen enkel aantal van observaties is voldoende om ALLES te verklaren
, ➢ Relatieve zelfstandigheid: niet zonder feiten + interpretatie van feiten
➢ Abstract = feitenvrij + systematisering = op feiten
2. Basisassumpties: onderscheid in theorieën
➢ Vb. menselijk handelen: vanuit rede, actoren, waarden, normen, interpretatie, ...
➢ Vb. maatschappelijke orde: structuren op zichzelf en actoren, keuzes, belangen, ...
➢ Verschillende basisassumpties:
• Consensus of conflict: bijeenhouden van maatschappij?
o Contractdenken (Hobbes) = gelijken waarden en normen
o Conflicttheorie (Rousseau) → al het gelijke voor economie = tegengaan
• Individuele vrijheid (agency) of sociale dwang (structure)
o Sociale, individuele keuzes bepalen gedrag
o Sociale structuren dwingen individuen tot gedrag
- Algemeen = maatschappij als geheel (eenheid) → samenhang van domeinen
- Specifiek = theorieën onderverdeeld in domeinen (ongelijkheid, politiek, medisch, ...)
Sociale sociologische theorie:
- Sociaal = inbreng en invloed van andere disciplines
- Sociologisch = band met empirisch onderzoek + enkele hoofdvragen
Delen:
1. DEEL 1: handelingstheorieën = micro-sociologie
➢ Wat ligt aan de grondslag van handelen?
➢ 2 hoofdperspectieven: eigenbelang of gemeenschappelijke definitie
• Gemeenschap: (interpretatieve) Handelingstheorie:
o Symbolisch interactionisme
o Dramatisch perspectief
o Etnomethodologie
• Eigenbelang: Rationele keuzetheorie
o Speltheorie
2. DEEL 2: functionalisme en systeemtheorie = macro-sociologie
➢ Hoe komt maatschappelijke orde tot stand?
➢ 2 hoofdperspectieven: structuren of individueel gedrag
• Structuren: functionalisme
• Individueel gedrag: systeemtheorie
o Parsons
o Luhman
➢ Kritische theorie van Marx
3. DEEL 3: tijdsdiagnose = macro-sociologie
➢ Wat is sociale verandering? (typisch aan moderne maatschappij)
• Kapitalisme (gevolg van Marx’ kritiek
• Globalisering
• (post-)kolonialisering
, Handelingstheorieën (micro)
Wat ligt aan de grondslag van handelen? (eigenbelang of gemeenschappelijke definitie)
Handelingstheorie
Centrale vragen: hoe menselijk handelen sociologisch beschrijven? Wat is sociaal handelen?
Verschillende assumpties → verschillende stromingen
- Handelen is rationeel niet-rationeel
- Gestuurd uit eigen belang gedeelde normen en waarden
Begrijpen van bredere maatschappelijke fenomenen vanuit het handelen van individuen (micro)
Vb. utilitairistische handelingstheorie: ruiltheorie, rationele keuzetheorie, ...
Interpretatieve handelingstheorie: symbolisch interactionisme en sociale dramaturgie, ...
Interpretatieve handelingstheorie
Historische context en basiskenmerken
Max Weber’s invloed:
- Doel van socioloog: subjectieve betekenis achter het handelen van de actor zoeken
➢ 2 niveaus: beschrijvend begrijpen + verklarend begrijpen (verstehend)
- Sociologisch ‘nominalisme’: sociale verbanden = complex geheel van individuele handelingen
- 4 (ideaal)typen van motivering van sociaal handelen:
➢ Doelrationeel handelen = vergelijking middelen en doelen → effectief en efficiënt
➢ Waarderationeel handelen = doel consequent naleven
➢ Traditioneel handelen = motivatie vanuit gewoonten en gebruiken
➢ Affectief handelen = momentane impulsen of emoties
Chicago school (1918-1940)
- Park, Wirth, Hughes, ... → grondleggers van etnografische, kwalitatieve onderzoekstraditie
- ‘hoe mensen in bepaalde situaties handelen, hangt af van hun interpretatie van de situatie’
➢ Thomas theorema: reële situatie < geïnterpreteerde situatie → gevolgen
➢ Uitwerking hierop = self-fulfilling prophecy - Berger
George Herber Mead: (Mind, self and society)
- Interactieve karakter van menselijk handelen: samen-handelen of inter-actie (actie-reactie)
➢ Interactie: loslaten/opnemen van prikkels van de omgeving
- Sociale oorsprong van het zelfbewustzijn
➢ Nadenken/fantaseren = betrokken op de sociale wereld → zelf = sociaal (rollen)
➢ Verwachtingen (Me) ≈ Play en Game (taking the role of the generalized other)
- Sociaal handelen = symbolische act → Reactie op de betekenis van mensen (≠ op dingen zelf)
1. Mensen gedragen zich tov dingen op basis van betekenissen die ze eraan toekennen
2. Betekenis = vanuit sociale interactie met andere en samenleving
3. Veranderingen van betekenissen = door interpretatief proces gebruikt in omgang met dingen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nikavandenbergh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.15. You're not tied to anything after your purchase.