Voorbereiding CST tentamen 18-04-2019
Onderdeel 1: Introduction......................................................................................................................2
Onderdeel 2: Diversity............................................................................................................................6
Diamonds et al. (2017).....................................................................................................................11
Troiden (1989)..................................................................................................................................12
Onderdeel 3: Giftedness.......................................................................................................................13
Dai & Renzulli (2008)........................................................................................................................18
Zakzanis & Jeffay (2011)...................................................................................................................18
Onderdeel 4: Risk behavior & forensics................................................................................................19
Hufford (2001)..................................................................................................................................23
Warren & Hawkins (2002)................................................................................................................24
Onderdeel 5: Mood and anxiety...........................................................................................................26
Fartacek et al. (2016)........................................................................................................................33
Fried & Nesse (2015)........................................................................................................................34
Onderdeel 6: (intellectual) disabilities..................................................................................................35
Courtemanche et al (2012):..............................................................................................................42
Guess & Sailor (1993).......................................................................................................................42
Onderdeel 7: special learning needs.....................................................................................................44
Wijnants et al. (2012):......................................................................................................................52
Zera & Lucian (2001):........................................................................................................................53
Onderdeel 8: pedagogical ethics..........................................................................................................54
Bosman et al. (2017):........................................................................................................................60
1
, Onderdeel 1: Introduction
Onderwerpen:
- Complicated systems & complex systems
- Component-dominant en interaction-dominant dynamics/approach
- De principes van Rose
- Traditionele statistiek vs complex systems
- Statistieken over groepen en individuen
- Meerdere tijdschalen
Literatuur:
- Rose (2016): de mythe van het gemiddelde
Twee soorten systemen: complicated systems & complex systems
Complicated systems Complex systems
Als je alle componenten samenvoegt, krijgt je Mensen zijn een complex system. Dit zijn
inzicht in hoe het system werkt. Het is een systemen die lastiger te begrijpen zijn.
simpele redenering van het samenvoegen van
alle onderdelen.
Verschillen:
- Bij complicated systems zijn de individuele - Bij complex systems is de interactie tussen
componenten belangrijker dan de interactie componenten belangrijker dan de
ertussen. componenten zelf.
- Complicated systems kunnen ingewikkeld zijn, - Complex systems zijn onvoorspelbaar, niet
maar het zijn altijd losse componenten die constant en niet de som van individuele
samen een (voorspelbaar) geheel vormen. componenten.
Bijvoorbeeld een vliegtuig: je kan weten hoe Bijvoorbeeld een kinderfeestje: dit kan er elke
het werkt door de individuele onderdelen te keer totaal anders uitzien.
onderzoeken.
Complex systems:
- Interacties belangrijker dan componenten
- Non-lineair: interacties in een complex system zijn niet-lineair.
- Micro-macro: een complex system bevat verschillende niveaus van vaardigheden
- Dynamisch: een complex system is vol in beweging.
- Zelf organiserend
- Meervoudige causaliteit: in een complex system zijn meerdere oorzaken en effecten (multiple
causality).
- Over meerdere niveaus: de processen in een complex system evolueren over meerdere schalen
en niveaus (across multiple levels/scales).
Mechanistic view: reductionisme
- Reduceert gecompliceerde problemen tot eenvoudigere onderdelen.
- Systeem gedrag = som van component gedrag.
2
,Component-dominant approach: zien de hersenen als een complicated systeem. Alle gebieden van
cognitie worden apart bestudeerd.
- Additieve component interacties
- Systeem gedrag = som van component gedrag.
Als je dit toepast op leerproblemen dan zou men in deze benadering zeggen dat er één onderdeel
niet werkt (bijvoorbeeld het geheugen), waardoor scakel B uitvalt. En de responstijd toeneemt.
Dit is gelinkt aan het feit dat hersenonderzoek. Neurologische, genetische en gedragsstudies op
groepsniveau maskeren vaak belangrijke bevindingen op individueel niveau. Er is geen gemiddeld
brein. De individuele hersenen zien er meestal niet uit als het gemiddelde brein.
Hersenonderzoek is vaak misleidend. Het is een vergissing dat één deel van de hersenen
verantwoordelijk is voor slechts één taak. Dit gaat over populatie niveau, niet over individuen.
Voorbeeld: verschil in hersenactiviteit tussen lezers met en zonder dyslexie.
Alternatief: de wetenschap van het individu
Rose (2016) introduceert drie principes die belangrijk zijn voor ons begrip van complex systems:
- Principle of jaggedness = het grilligheidsprincipe: mensen kunne niet eendimensionaal denken
over complexe en niet-lineaire zaken geen enkel individu komt overeen met het gemiddelde.
- Principle of context = het contextprincipe: Gedrag wordt niet bepaald door de persoonlijkheid of
de situatie, maar ontstaat door het unieke samenspel tussen die twee geen enkel gedrag is
contextonafhankelijk.
individueel gedrag kan niet los van de situatie verklaard of voorspeld worden en de invloed van
de situatie kan niet worden verklaard zonder rekening te houden met individuel
omstandigheden.
- Principle of pathways = het sequentieprincipe: er bestaat geen unieke, normale manier voor de
menselijke ontwikkeling. Voor elk doel in het leven zijn verschillende manieren om er te komen,
de beste manier is afhankelijk van je individuele persoonlijkheid meerdere wegen naar succes.
Traditioneel: statistische compoment
- Iedere component verklaard een deel van de variantie.
- Als enkelvoudige oorzaak voor gedrag.
Statistische componenten verklaren volgens de traditionele uitgangspunten samen (een deel) van
het gedrag. Ze worden gezien als een enkelvoudige, geïsoleerde oorzaak. In complex systems is men
3
, juist meer geïnteresseerd in de samenwerking tussen componenten. Men kijkt niet zo zeer naar hoe
hoog/laag een score is, maar meer naar de interactie tussen componenten en hoe sterk die is.
Complex systems: statistische componenten
Factoren zijn niet per definitie onafhankelijk van elkaar.
De groene lijnen zijn positieve correlaties, de rode lijn is een negatieve correlatie.
De dikte van de lijn geeft de sterkte van de relatie weer.
Veel uitspraken uit onderzoek gaan over groepen (die individuen typeren), zoals: vrouwen zijn
emotioneler dan mannen; mensen met ADHD hebben zwakker ontwikkelde executieve functies etc.
(zie dia 18) Dit zijn allemaal algemene uitspraken die ondersteunt worden door groepen, maar
niet door individuen. Het zijn vaak overgeneralisaties.
Veel uitspraken zijn lineair (of alles of niets), zoals: hoe ouder je wordt, hoe minder impulsief je
gedrag is; hoe zwakker je EF, des te erger de ADHD; hoe meer repetitief gedrag, hoe duidelijker het
autisme (zie dia 18)
Statistieken zeggen iets over gemiddelden, correlaties en regressies. Dit zijn allemaal uitspraken op
groepsniveau, maar het zegt niets over het individu. Wees kritisch: vaak worden conclusies vanuit de
wetenschap niet gegeneraliseerd naar individuen.
Traditionele statistieken:
- Zeggen iets over groepen, niet over individuen
- Lineaire relaties: bijvoorbeeld correlatie, t-test, ANOVA, regressie
- Componenten verklaren gedrag: bijvoorbeeld autisme + ruis = ToM
- Onafhankelijke componenten worden samengevoegd om gedrag te verklaren: statistische
componenten die onafhankelijk van elkaargedrag verklaren. Bijvoorbeeld: 3% van de variantie
wordt veroorzaakt door geslacht + 10% door de groep = 13% in totaal
- Waargenomen score = true score + error: in een formule X1 = T + Ɛ1
Er zit altijd een soort ruis op een score die je uit onderzoekt krijgt. De score is nooit perfect of
helemaal juist.
Complexity theory:
- Zeggen iets over groepen én indivduen, gemeten over tijd: vele observaties op verschillend
emomenten.
- Niet-lineaire relaties: lineaire relaties zouden eerder uitzondering dan regelmoeten zijn in de
pedagogische wetenschappen. Wij zouden meer moeten kijken naar bijvoorbeeld,
faseovergangen; CUSP catastrophe; kleine oorzaak groot effect en omgekeerd.
- Interacties verklaren gedrag (local interactions global pattern, emergence): interacties
laten zien hoe deze componenten op elkaar inwerken.
- Afhankelijke componenten: niet alleen A B, maar het hele systeem kan er toe doen. Het gaat
om grote dynamische veranderingsprocessen.
- Waargenomen score = dynamisch veranderingsproces: in een formule Xt+1 = f(Xt)
Interaction-dominant approach:
- Alternatief voor de component-dominant dynamics.
- Verschijning:
Lokale interacties globale volgorde
Niet reduceerbaar tot componentgedrag
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wendyk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.