Begrijpend lezen
Leesvaardigheden voor begrijpend lezen
Bepalen van het leesdoel → een lezer vraagt zich van te voren af met welke bedoeling hij een tekst gaat lezen.
● Informatie zoeken: gericht op namen en feiten.
● Mening vormen: gericht op standpunten, feiten en argumenten.
● Ontspannen: gericht op de opbouw van de tekst, identificatie met verhaalfiguren.
● Handeling uitvoeren: zoeken naar aanwijzingen voor gedrag of beschrijving van een werkwijze.
Bepalen van de betekenis van woord(groepen) → de meeste woorden kent een lezer al, maar vaak bevat een
tekst ook nieuwe woorden. Soms staat de betekenis expliciet in de tekst in de vorm van definitie of synoniem.
Soms kun je erachter komen door bekende woorden die in een langer woord voor komen of de context kan
verduidelijken.
Leggen van relaties in de tekst → je legt relaties tussen woorden, woordgroepen en zinnen. Hierbij maken we
altijd gebruik van taal-denk-relaties (herkennen door signaalwoorden).
● Vraag-antwoordstructuren: hoe gaan we dat doen? We nemen iemand in dienst.
● Chronologische volgorde: om drie uur naar huis en daarna snel naar bed.
● Voorbeelden: een hemelbed is een meubelstuk.
● Vergelijkingen: ik ben ouder dan mijn broer.
● Middel-doelrelaties: met een mobiel ben je overal bereikbaar.
● Voorwaardelijke structuren: als je de volgende keer op tijd bent, zie ik het door de vingers.
Leggen van relaties buiten de tekst → de lezer brengt wat hij leest in verband met zijn eigen kennis en
ervaring. Voorstellingen en associaties vallen hieronder. Gebeurt met eigen kennis en onbewust.
● Een hondenliefhebber heeft een andere associatie bij het woord herdershond, dan de postbode die
daardoor is gebeten.
Herkennen van de structuur van de tekst → Daardoor wordt het gemakkelijker om de tekst te begrijpen. Bij
opsporen hiervan kijk je naar de opbouw en probeer je relaties te leggen. Denk aan recept, duidelijke opbouw.
Kinderen moeten inzien dat sommige teksten een vaste structuur hebben met steeds dezelfde relaties tussen
de delen.
Je kunt de structuur opsporen door te letten op:
● Vormgeving (kopjes, alineas)
● Signaalwoorden
● Vaste structuren (vraag-antwoord)
Herkennen van de tekstsoort → Je kunt op grond van formele kenmerken, zoals de opbouw, het taalgebruik of
het begin van een tekst herkennen met welke tekstsoort je te maken hebt.
Verschillende tekstssoorten:
● Verhalende teksten (amuseren): verzonnen gebeurtenissen of persoonlijke weergave van de realiteit.
● Informatieve teksten: lezer informatie geven en kennis verrijken. Een krant, studieboek, bijsluiter.
● Directieve teksten: hoe je een bepaalde handeling of procedure moet uitvoeren, zoals een recept,
handleiding.
● Beschouwende teksten: teksten die gaan over wat iemand vindt van iets uit de werkelijkheid.
Mening van schrijver is van belang. Commentaar of recessie zijn voorbeelden.
● Argumentatieve tekst: je probeert een ander te overtuigen van je standpunt. Verschil met
beschouwende is dat de schrijver iemand wil overhalen. Adverdentie of sollicitatiebrief.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mnoij. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.