Samenvatting onstaansmechanismen van ziekten 2023/2024
12 views 0 purchase
Course
Onstaansmechanismen van ziekten (E07C9A)
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Samenvatting van te leren stof voor het vak onstaansmechanismen van ziekte. Gebaseerd op aantekeningen en powerpoints. Met figuren en tabellen. Geordend in de inleiding.
, Obstipatie .......................................................................................................................................... 51
Hepatobiliair - Wilmer ........................................................................................................................ 52
Leverziekte ............................................................................................................................................. 52
Mechanismen van levercirrose .......................................................................................................... 53
Pathofysiologie van complicaties van cirrose ................................................................................... 54
Nier pathologie – Vanderschueren ..................................................................................................... 58
Nier fysiologie ................................................................................................................................... 58
Nierafwijking ..................................................................................................................................... 60
Acute nierinsufficiëntie (ANI) .................................................................................................... 61
Chronische nierinsufficiëntie (CNI) ........................................................................................... 64
Diabetes Mellitus - Vanderschueren .................................................................................................. 66
Pathofysiologie .................................................................................................................................. 66
Diagnose............................................................................................................................................ 68
Behandeling ....................................................................................................................................... 72
Calcium en het bot - Vanderschueren ................................................................................................ 73
Hyperparathyreoïdie en hypercalciëmie ........................................................................................... 74
Hypoparathyreoïdie en hypocalciëmie .............................................................................................. 75
Osteoporose ....................................................................................................................................... 77
Ziekte van Paget ................................................................................................................................ 78
Ziekte veroudering -Wilmer
Als je ziek wordt zijn er verschillende ziekte
verlopen. restitutio
ad integrum met sekwellen
- Restitutio= herstel
genezing
- Ad integrum= originele conditie
- Sekwellen= niet volledige herstelling ziekte
overlijden chroniciteit
Er zijn verschillende definities die veroudering
beschrijven: stabiel onstabiel
- Tijdsafhankelijke, algemene vermindering
van de fysiologische functies, verbonden
met een progressief toenemend risico voor ziekte en overlijden
o Ziektes zoals artrose wat slijtage van het gewrichtskraakbeen is dat het bot bedekt,
hartziektes en kanker
- Falen van ons lichaam om homeostase stabiel te houden onder omstandigheden die de
fysiologische stress niet overschrijden
- Accumulatie van persisterende veranderingen tussen conceptie en dood
Enkele fundamentele observaties bij veroudering:
- Progressief, intrinsiek, nadelig, en universeel proces
, - Chronische laaggradige inflammatie (steriele inflammatie), fibrose wat een
bindweefselvorming in een orgaan of weefsel is→ doorgaans bij een genezingsproces indien
goedaardig of in een pathologische manifestering
- Macromoleculaire dysfunctie en ook dysfunctie van cel organellen (bijv. beschadiging DNA)
- Veranderingen in stamcellen en progenitoren die aanleiding geven tot een gedaalde capaciteit
om weefsel te herstellen of te vervangen
- Cellulaire senescentie= onvermogen om te delen→ achteruitgang kwaliteit cellen
o Degeneratieve veranderingen die met veroudering gepaard gaan (geen ziekte)
o Op cellulair niveau:
▪ Stop van de cel cyclus in diploïde cellen (geen proliferatie meer)
▪ Verhoogde aanmaak niet correcte eiwitten
▪ Weerstand tegen geprogrammeerde celdood (apoptose)
▪ Gewijzigde metabole activiteit en morfologie
▪ Senescente cellen zetten eiwitten vrij die bijdragen aan inflammatie en
afbraak van weefsel in de omgeving.
• Autocrien signalen worden geproduceerd door signaal cellen dat
binden op de ligand dat is vrijgezet. Dit betekent dat de signaal cel en
target cel dezelfde cel kunnen zijn.
• Paracrine signalen zijn signalen tussen cellen die dichtbij elkaar
zitten.
o Fenotype = genotype + dieet, lifestyle en omgeving
Veroudering wordt bestudeert door te kijken naar lang levende mensen, diermodellen, genetische
analyses of populatie studies en moleculaire pathways of stamcellen.
Fundamentele vragen over verouderen:
- Hoe verouderen mensen?
o Veroudering is de resultante van verandering in de genen tgv. van een vastgelegd
intrinsiek programma
▪ SIGLEC genes→ coderen van neutraliseren van ROS
▪ Hayflick experimenten= ingebouwde “clock”→ kijkt naar replicatie van
fibroblasten→ beperkt potentieel voor replicatie
▪ Telomeren→ uiteinde van chromosomen en worden onderhouden door
telomerase enzyme (TE). Zonder telomeren is er geen replicatie mogelijk.
• Positieve correlatie tussen telomeren lengte en leeftijd
• Telomer hypothese = TE is onderdrukt tijdens embryogenese→
telomer verkort tot “Hayflick limiet”
o Veroudering is een gevolg van toevallige schade aan organen, cellulaire, subcellulaire
structuren of aan genen of tgv. van onvoldoende functionaliteit van stam cellen
▪ Primaire kenmerken
• Genomische instabiliteit→ minder goede herstelmechanismen
• Telomeer slijtage
• Epigenetische veranderingen
• Enzymen metabolisme instabiel= verlies van proteostasis→ eiwitten
niet juist afgebroken en accumuleren
▪ Antagonistische kenmerken
• Verstoorde waarneming van voedingsstoffen
• Mitochondriale dysfunctie
• Cellulaire senescence
▪ Integratieve kenmerken
, • Stamcel uitputting
• Aangepaste intercellulaire communicatie
Er zijn verschillende moleculaire paden die invloed hebben op veroudering:
- PI(3)K pad→ sterke link met veroudering en levensduur
- “silencing” the insulin/IGF-1 pad beïnvloed levensduur in wormen, fruitvliegjes en muizen
- Sirtuin genes reguleren metabolisme in alle cellen. Een extra kopie van dit gen kan de
levensduur verlengen
- mTor pad controleert de cel zijn snelheid van proteïne synthase. Inhiberen van dit pad met
rapamycin verlengt de levensduur.
Een belangrijk mechanisme dat dit aandrijft is oxidatieve stress. Deze stress tast bijv. DNA basen aan.
In normale omstandigheden wordt dit opgelost door zuurstof in de mitochondria om te zetten in water.
Maar een gedeelte hiervan wordt omgezet in waterstofperoxide. Als dit dan weer met ijzer samengaat
dan krijg je hydroxyl radicalen en als dit samengaat met elektronen dan krijg je superoxide. Deze
producten beschadigen macromoleculen. Tijdens veroudering wordt het herstelmechanisme slechter en
is er meer kans op oxidatieve schade.
Het in vivo bewijs van de gevolgen van oxidatieve schade is:
- Fruitvliegjes die overexpressie hebben van catalasen en superoxide dismutase (SOD) leven
langer
- Calorische restrictie waarbij minder calorieën levensverwachting verhoogt→ Hoe meer
calorieën, hoe meer zuurstof nodig, dus meer kans op oxidatieve stress.
- Invloed op mitochondriale functie (mitophagie)
Pijn - Vanderschueren
Pijn is een onaangename sensorische en emotionele gewaarwording
geassocieerd met actuele of mogelijke weefselbeschadiging of beschreven in
termen van zulke beschadiging→ “Pijn is hetgeen de patiënt als pijn aangeeft”.
Pijn kan maligne (kanker) of niet maligne (rugpijn) zijn en kan ook leiden tot
chronische pijn. De perceptie van pijn gaat via nociceptie, neuropatische
mechanismen en/of psychologische processen. Lijden gaat via pijn en/of
andere symptomen, fysieke handicap, sociale isolatie, familiale distress etc.
Psychologische processen kunnen het lijden versterken of dempen.
Mechanisme van pijn
Nociceptie komt tot stand door activatie van nociceptoren. Nociceptoren zijn
blind eindigende vertakte gevoelszenuwvezel geactiveerd worden door pijnlijke
mechanische, chemische of thermische stimuli. Ze zijn aanwezig in somatische
structuren (meeste in de huid) en interne organen. Gevoeligheid neemt sterk
toe bij ontsteking en is farmacologisch zeer complex.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sisivorst. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.