The ideal -extensive- summary if you are looking for an extended version of the material. Not so much a concise representation of the material, but a clear text where everything is quoted. Especially interesting to read and use several times while studying.
Seller
Follow
maartenadfockert
Reviews received
Content preview
Blok 5
Moderne letterkunde na 1945
Hoofdstuk 1: De periode 1945 tot 1970
Inleiding
Belangrijkste: de ‘Vijftigers’ veranderden radicaal de Nederlandse poëzie en gaven deze een
Europese status. De ‘Grote Drie’ waren Reve, Mulisch en Hermans. Het proza sloot zich vooral
aan het bij het West-Europese existentialisme.
§1 De context
Nadat Nederland in mei 1945 was bevrijd van de Duitse bezetting hadden veel Nederlanders hoop
dat de vooroorlogse burgermaatschappij verdwenen was. Na de verkiezingen in 1946 was snel
duidelijk dat dit niet het geval was, Nederland bleef een burgerlijk land waar iedereen zijn plaats
kende. Na onzekere oorlogsjaren koos men voor het oude bekende. Er ontstond weer een
verzuilde samenleving, waarin elke zuil zijn eigen kranten, tv-zenders, bladen, politieke partijen,
scholen etc. had. De drie bekendste zuilen:
- Katholieke
- Protestante
- Socialistische
§1.1 Artistieke ontwikkelingen in Europa
In West-Europa, ook in Vlaanderen, was al na de Grote Oorlog de visie op kunst veranderd. Vele
avant-garde bewegingen hadden, als een vorm van het modernisme, pogingen gedaan het
verwachtingspatroon rondom kunst te verbreken. De bekendste: Expressionisten, surrealisten,
dadaïsten en futuristen.
Kunst moest gaan vervreemden. Je moest getriggerd worden om opnieuw te kijken naar de
vertrouwde wereld om je heen, tot dat deze helemaal niet meer zo vertrouwd leek. Bekende
namen rondom deze stromingen waren Marcel Proust, Virginia Woolf, James Joyce en Robert
Musil. Er werd constant aangehaald in hun romans dat ‘de waarneming van de werkelijkheid
afhankelijk is van het individuele perspectief’. Ook was er de focus op zelfreflectie en was er de
nadruk op het hypersubjectieve, zintuigelijke ervaring en bewustzijn.
Een bekende schrijfstijl werd het stream of consciousness waarin je als lezer constant de
gedachtestroom van het hoofdpersonage meekrijgt.
Ondanks dat de werken van de bovengenoemde schrijvers niet veel gelezen werden in hun eigen
tijd, zijn ze veel gebruikt als inspiratiebronnen door Nederlandse auteurs. Vaak zien we dat de
Nederlandse schrijvers van deze modernistische literatuur de vertelprocedés en de thematiek
hebben overgenomen.
Nederlandse schrijvers werden dus al voor WO2 beïnvloedt door de modernisten, maar pas na de
oorlog zien we dat dada, surrealisme en expressionisme echt voet aan de grond krijgen door
Cobra en de Vijftigers. In Vlaanderen was dit al eerder gebeurd door Paul van Ostaijen.
Een andere Europese denkrichting die de Nederlandse literatuur bepaalde was het existentialisme.
Dit was een filosofische en literaire stroming ontwikkeld door Jean Paul Sartre. De existentialisten
,waren een geheel eigen groep met eigen muziek, mode noem maar op. Men kon ze herkennen
aan de zwarte truien en de jazzmuziek, Parijs was het middelpunt van deze stroming.
Het existentialisme is een filosofie die voortborduurt op de quote ‘God is dood’ van Nietzsche. Het
bestaan heeft geen diepere zin, de enige zin is het bestaan op zich. Het leven is zinloos, het krijgt
pas zin als je er zelf wat mee doet. Het gaat dus dus om de existentie en niet om de essentie.
Sartre verspreidde de stroming door heel Europa met zijn vrienden Albert Camus en Simone de
Beauvoir.
De twee Europese hoofdstromingen die Nederland beïnvloedde net na WOII:
- Modernisme (dada, surrealisme, expressionisme)
- Existentialisme
§1.2 Maatschappelijke ontwikkelingen
In de jaren ’50 gingen schrijvers dus al opzoek naar vernieuwing, waar de maatschappij
terugkeerde naar een vooroorlogse samenleving. Maar maatschappelijke vernieuwingen waren
onafwendbaar. Na 1960 begonnen de ontzuiling, hierdoor zou de samenleving nooit meer dezelfde
worden. Een aantal gebeurtenissen speelden hier een grote rol in:
De welvaart groeide, wat gepaard ging met een hoger opleidingsniveau en snelle technologische
ontwikkelingen. Een gevolg hiervan was de opmars van tv, waardoor de wereld kleiner werd voor
mensen. Ze konden zien wat er in de rest van de wereld gebeurde, hierdoor ontwikkelde zich een
nieuwe mentaliteit die ‘het gezag’ niet zomaar meer aanvaardde. Men werd kritischer tegenover
alles: politiek, kerk en ouders. De oude opvattingen maakten plaats voor een nieuw ethisch
bewustzijn welk zich richtte op gelijkwaardigheid voor iedereen, milieubewustzijn en emancipatie
van minderheden.
De groei in welvaart zorgde er ook voor dat kinderen die net na de oorlog geboren waren, in een
luxe opgroeide die hun ouders nooit gekend hadden. Ze konden hun eigen radio kopen
bijvoorbeeld, er ontstond een jeugdcultuur met een eigen muziekstijl o.a. in de vorm van rock-’n roll
en later popmuziek als The Beatles. Er ontstond een gigantische generatiekloof. De jongeren van
na WOII konden en wilden de wereld van hun ouders niet begrijpen en vice versa.
Ook was er de uitvinding van de anticonceptiepil: seks stond ineens los van voortplanting. Grote
gevolgen zouden er zijn voor de seksuele moraal en machtsverhouding tussen man en vrouw. De
weg was vrij voor een seksuele revolutie en de tweede feministische golf.
Ook betekende de naoorlogse periode het eind van de Nederlandse kolonies, gelukkig. Kort na
WOII werd Nederlands-Indië weer Indonesië en in 1975 werd Suriname onafhankelijk.
Tussen 1960 en 1975, daarna ook nog wel, vonden in heel Europa ontelbare protesten plaats.
Protesten van de jongeren (schrijvers, studenten, intellectuelen, krakers en hippies) tegen de
conservatieve maatschappelijke vormen. Ze werden geïnspireerd door marxistische
cultuurfilosofen van de Frankfurter Schule als Walter Benjamin, Theodor Adorno en Herbert
Marcuse. In 1969 verspreidde deze sfeer zich snel door Nederland, de hervormingen zouden snel
een feit zijn en de verzuiling verleden tijd. Niet alle idealen van toen zijn verwezenlijkt, maar de
samenleving in heel West-Europa is niet meer als de oude.
§1.3 Het literaire bedrijf
Het literair bedrijf is alles wat in verband staat met het produceren en verspreiden van literatuur en
boeken.
,Na de bevrijding bloeide het literair bedrijf mee met de welvaart. Literaire tijdschriften kwamen als
paddestoelen uit de grond en het publiek groeide dus ook. Belangrijk hiervoor was ook de
goedkope paperback die opkwam en boeken goedkoper maakte.
Een nieuw verschijnsel was het poëzie op podium. Naar Londens voorbeeld organiseerde Simon
Vinkenoog in 1966 het groots opgezette festival ‘Poëzie in Carré’. Er traden vijfentwintig totaal
verschillende dichters op. Het was het begin van poëzie als openbaar, toegankelijk en hip.
Deze ontwikkeling was controversiëler dan het op het eerste oog lijkt: veelal oudere dichters
vonden dit in strijd met de essentie van de poëzie welk zou vragen om stilte en bezenning en niet
de vluchtigheid en rumoer van een podium. Hugo Brems interpreteerde deze gebeurtenis als ‘de
start van een ontwikkeling dien in het begin van de eenentwintigste eeuw dichters van het publieke
podium en dichters van het stille lezen tegenover elkaar zal plaatsen’.
De literaire kritiek groeide logischerwijs met de kwantitatieve groei van de literatuur mee, er was nu
eenmaal meer te bespreken en beschouwen. Dagbladen moesten hier dan ook meer ruimte voor
maken.
De heersende visie op literaire kritiek was afkomstig van Ter Braak en Du Perron. Na de ‘vorm of
vent’ discussie had men zich altijd gefocust op de persoonlijkheid van de schrijver die centraal
moest staan. Paul Rodenko zette zich hier tegen af. Hij vond dat het om de vorm ging, in 1947
verkondigde hij ‘het einde van de psychologische roman’. Het was tijd voor een totaal andere
literatuur, waarin de vorm centraal zou staan. Rodenko zette zich af tegen het Forum-denken.
Het tijdschrift Merlyn, waarschijnlijk het meest invloedrijke tijdschrift sinds 1945, borduurde vort op
de aanpak van Rodenko. Men ging gebruik maken van de close reading aanpak. De aandacht lag
op het literaire werk zelf, niet op het leven of de intenties van de auteur, het ging om de tekst en
niets anders dan de tekst.
In de jaren ’20 was een soortgelijke benadering al gehanteerd in Rusland, toen bracht Martinus
Nijhoff deze naar Nederland. Het gaat er hier om dat een literaire tekst niet direct verwijst naar de
buitenwereld of gaat om het uitdrukken van emoties maar dat een tekst vooral een kunstwerk in
taal is. De merlinisten hebben uiteindelijk deze opvatting echt wijdverbreid in Nederland.
§2 Poëzie
§2.1 Vernieuwing van de poëzie in Nederland: de beweging van Vijftig
In 1949 organiseerde Willem Sandberg de COBRA-tentoonstelling. COBRA stond voor
Copenhagen, Brussel en Amsterdam. Cobra bestond uit een groep internationale kunstenaars wie
in de Vijftigers zielsverwanten zagen. Er was op de tentoonstelling een zwarte dichterkooi
geplaatst met boekomslagen van boeken die de Vijftigers als verouderde poëzie werden
beschouwd. De omslagen waren voorzien van een groot zwart kruis, boven dit alles was een regel
geschilderd: ‘er is een lyriek die wij afschaffen’.
De literatuur afkomstig van de Vijftigers lijkt op een inhaalslag. De avant-gardebewegingen die na
WO1 in Europa hun vernieuwingen hadden doorgevoerd bereikten nu pas Nederland. Dit beeld
wordt versterkt door een tweetal bloemlezingen werd werd gepubliceerd: Nieuwe griffels, schone
leien (1954) en vijf 5 tigers (1955). In beide inleidingen wordt geschreven dat de nieuwe poëzie
losstaat van enige Nederlandse traditie en vooral Europees georiënteerd is. Een derde bekende
bloemenlezing is atonaal (1951).
De Vijftigers werden geïnspireerd door de modernistische stromingen van het interbellum, maar
vooral door het dadaïsme en het surrealisme. Ze wilden terug naar de kern van menselijke
creativiteit, bevrijd van burgerlijke omhulsels van voorgaande generaties.
, Hun kunstopvatting was geëngageerd: ze verlangden naar een nieuwe, marxistisch-geïnspireerde
maatschappij.
De Vijftigers kozen net als dada voor de lichamelijkheid en tegen het intellect. Het mens zelf was
belangrijker dan het ontstane geïdealiseerde portret. De dichter gebruikte de woorden niet meer
om naar iets te verwijzen, maar hij laat zich dor de taal de wet voorschrijven. Hij beeldt niet iets uit
dat hij overziet, maar ervaart tijdens het schrijven iets dat hij nog niet kende. De taal gaat met de
dichter op de loop en niet andersom.
Deze moderne poëzie is dus eigenlijk irrationeel: de beelden vormen geen onderdeel van een idee
dat wordt uitgewerkt, maar ze roepen elkaar op en vormen samen het gedicht. Dit is dus een
autonoom gedicht want het gedicht vormt een eigen wereld.
Men ging spreken van experimentele poëzie. Er zou een problematische periode ten einde
gekomen zijn in de ontwikkeling van de moderne kunst en die werd opgevolgd door een
experimentele periode. Er was nu een staat van ongebonden vrijheid waarin de creativiteit tot
uiting zal komen, het gaat vervolgens om de ‘ervaring’ die wordt opgedaan tijdens het spontane
scheppen van de dichtkunst. Als we spreken over de poëzie van Vijftig en experimentele kunst
betekent experimenteel dus ‘overvinding’.
De Vijftigers veroorzaakte logischerwijs veel ophef, door 2 dingen:
- De inhoud van boodschap.
- Manier van brengen van deze boodschap.
De bekendste Vijftigers waren:
- Lucebert (ook wel de Keizer der Vijftigers)
- Remco Campert
- Bert Schierbeek
- Gerrit Kouwenaar
- Jan Elburg
- Simon Vinkenoog
Kenmerken poëzie Vijftigers / Experimentele dichters
- Lichamelijkheid. Beeldspraak waarin naakt bijvoorbeeld gebruikt wordt of lichaamsdelen. In
tegenstelling tot hun voorgangers hadden ze een uitbundige en vitale levensstijl wat ook in hun
werk terugkwam.
- Vrije verzen. Versregels zijn niet opgebouwd volgens de klassieke principes van metrum en
versbouw. Samenhang ontstaat door eindrijm maar ook door alliteraties, assonanties,
woordherhaling en associatieve verbanden.
- Taal vestigt aandacht op zichzelf. Niet de communicatiefunctie maar de esthetische functie van
taal staat voorop. Hier bedoelen we mee dat er wordt getracht een nieuwe taal en een eigen
wereld te scheppen. De betekenis van de poëzie wordt als het ware ontraadseld door te zoeken
naar verbanden tussen woorden, vergelijkingen en verborgen connotaties. De gedichten kan
men niet lezen als alledaagse teksten, ze zijn op het eerste gezicht ontoegankelijk en moeilijk te
begrijpen omdat het een compleet andere taal is dan de spreektaal.
De Beweging van Vijftig bleef niet lang bestaan, na 1960 bleken de onderlinge verschillen zo groot
dat men uit elkaar ging. Er wordt gesproken over ‘een deur die zij hebben opengezet’, dit is zeker
waar: dichters na hen konden gebruikmaken van de vrijheid die zij hadden ontketend, op gebied
van grammatica, versbouw, interpunctie en beeldspraak. De Nederlandstalige poëzie was
veranderd en ze hadden inderdaad een lyriek afgeschaft.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maartenadfockert. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.