Hormonale regulatie college aantekeningen, gezondheidswetenschappen
3 views 0 purchase
Course
Neuronale en hormonale regulatie
Institution
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Alle college aantekeningen van het deel hormonale regulatie, van het vak neuronale en hormonale regulatie. Bevat alle stof goed uitgelegd. Ik had een 7,8 behaald door deze aantekeningen
&tab;prof. dr. r.e. van kesteren
All classes
Subjects
college aantekeningen
hormonale regulatie
gezondheidswetenschappen
bachelor
2e jaar
neuronale en hormonale regulatie
vu
Written for
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Gezondheidswetenschappen
Neuronale en hormonale regulatie
All documents for this subject (23)
Seller
Follow
merelembsen1
Content preview
Neurale en hormonale regulatie: hoorcolleges
https://www.studeersnel.nl/nl/document/vrije-universiteit-amsterdam/neuronale-en-
hormonale-regulatie/samenvatting-neuronale-en-hormonale-regulatie/925800
Hoorcollege 1: introductie
Homeostase: het onderhouden van het interne milieu
ondanks veranderingen in het externe milieu:
1. endocriene systeem: regulatie hormonen
- hypothalamus, thymus, lever, pancreas,
geslachtsorganen etc.
2. zenuwstelsel
- hersenen, ruggenmerg (centraal) en de
verbindingen tussen die en de spieren en
organen (perifeer)
➔ 2 systemen zijn afhankelijk van elkaar: in de hersenen is er een interactie tussen 2
systemen
2 manieren van signaaloverdracht:
Gezondheidsproblemen veroorzaakt in het zenuwstelsel of in endocriene systeem
- psychiatrische en neurologische aandoeningen (alzheimer, ADHD)
- hormonale aandoening (diabetes, groeistoornissen)
- gecombineerd neuronaal en hormonaal (depressie, anorexia, obesitas)
Hoorcollege 2: neurale communicatie
Neuronen(zenuwcellen): belangrijkste celtypen in zenuwstelsel
- gepolariseerde cel: met uitlopers : erg gespecialiseerd
--> cellichaam met 1 of meerdere uitlopers: 2 typen uitlopers
1. Axon: doorgevende kant van zenuwcel: wordt gebruikt om contact te maken met
andere (zenuw)cellen via synapsen en geeft informatie door --> altijd maar 1 axon
- kan ook vertakken (telodendria) en andere typen cellen aansturen
, 2. Dendrieten: 1 zenuwcel heeft meerdere dendrieten: ontvangende kant van
zenuwcel, informatie wordt ontvangen en waargenomen.
- dendritische spines: kleine uitsteeksel op dendrieten: zijn de contact plaatsen die
contact maken met telodendria van axon van andere zenuwcel --> vormt synaps -->
synaptische transmissie
- iedere dendritische spine maken contact met 1 individuele telodendria: hoeveelheid
dendritische spines laten zien dat zenuwcellen in staat zijn om heleboel verschillend
informatie te ontvangen van zenuwcellen
Dendrites
Perikaryon Cell body
Nucleus
Axon Telodendria
Verschillende type zenuwcellen: indelen op basis van verschillende
eigenschappen
1. obv aantal uitlopers (neuriet): hoeveelheid axons en dendrieten
- unipolair(1 uitloper die opsplits in een ontvangende en
doorgevende kant)
--> doorgeven informatie op efficiënte manier --> bij elektrische
informatie doorgeven is het makkelijker als je niet door het
cellichaam hoeft --> bv pijnreceptoren want die moeten snel en
efficiënt signaal naar de hersenen doorgeven
- bipolair (1 axon en 1 dendriet): bv bij ogen
- multipolair (veel uitlopers): meeste cellen
2. obv vorm in hersenen:
- Pyramide
- stellate (ster)
- purkinje (complex vertakte dendrieten: in staat zijn om veel
verschillende binnenkomende informatie tegelijkertijd
verwerken: betrokken bij motoriek (in kleine hersenen) cellen
3. obv lengte axon:
- projection neuronen: lang (bv motorische neuronen die onder
in het ruggenmerg liggen die naar je voet moet
aansturen=grootte poot zenuw)
--> langste zenuwcel: giraffennek
- interneuronen(schakelneuronen: klein
4. obv functie
- afferent: informatie doorgeven: sensorische neuronen)
- efferent: informatie ontvangen van hersenen: motorische neuronen)
5. obv verschillende transmitter (bij signaalmoleculen bij synapsen) secretie
- glutamatergic (maakt glutamaat)
- dopaminergic (maakt dopamine) etc.
--> zenuwcellen maken maar 1 type neurotransmitter
,Aantal zenuwcellen
- veel diversiteit in cellen en veel aantal zenuwcellen
- 3/5 x1011 zenuwcellen in het brein
--> vooral in structuren in cerebral cortex
--> en veel in kleine hersenen
- Gedurende ons leven kunnen we geen nieuwe aanmaken: afhankelijk van wat je hebt
--> impact bij neurale aandoeningen
- Er zijn 10x zoveel meer niet-neuronale cellen (gliacellen) in het brein (dus geen
zenuwcellen): zorgen voor steun en vorm hersenen: 3 typen:
Gliacellen: 3 belangrijke typen
1. Oligodendrocyten: uitlopers waarmee ze isolerend
laagje maken over axonen --> nodig om elektrisch
signaal te isoleren van omgeving (als dat niet zo zou zijn
heb je kortsluiting in je hersenen): laagje noem je
myeline
--> dit doen ze alleen in het centrale zenuwstelsel
2. Astrocyten:
- uitlopers waarmee ze de bloedvaten van onze
hersenen bedekken = bloed hersenbarrière --> ze
selecteren ook welke stoffen in het bloed komt
- maken contact met zenuwcellen (met synapsen):
beïnvloeden manier waarop zenuwcellen met
elkaar communiceren
3. microgliacellen: onderdeel van het immuunsysteem: verhuizen van het periferen
immuunsysteem naar onze hersenen
myeliniseren van axonen:
- centrale zenuwstelsel: door oligodendrocyten: heeft
meerdere uitlopers (met 1 oligodendrocyten kan je meerdere
axonen tegelijkertijd myeliniseren)
- perifere zenuwstelsel: door cellen van Schwann: meerdere
schwann cellen nodig voor 1 axon
multiple sclerosis (MS): bewegingsstoornis leidt tot verlammingsverschijnselen (wazig kijken,
verminderende gevoel, moeilijk lopen, vermoeidheid)
- veroorzaakt door ontstekingsreactie van myeline --> betreft zowel centrale als
perifere zenuwstelsel = glia-aandoening
zenuwcellen (neuronen zijn exciteerbare cellen= generen actiepotentiaal)
- actiepotentiaal= elektrisch signaal = snelle omkering van membraanpotentiaal door
het snel achter elkaar naar binnen/buiten pompen van geladen deeltjes
--> komen tot stand doordat ionen getransporteerd worden van binnen membraan --
> buiten of andersom
--> het verplaatsen van deze ionen (geladen deeltjes) zorgt voor actiepotentiaal
- gebruiken elektriciteit om informatie door te geven
- intracellulair recordings: het meten van kleine elektrische signaaltjes in neuron -->
zenuwcel benaderen met elektrode door contact te maken met zenuwcel --> meten
, aan binnenkant cel --> elektrische lading meten door een referentie elektrode te
gebruiken (en verschil meten met amplifier --> actiepotentiaal op te meten)
3 verschillende type elektrische signalen:
1. rustmembraan potentiaal: spanningsverschil over celmembraan wanneer neuron in
rust is.
- Actief op vast spanningsverschil van -70 mV gehouden
- Buitenkant cel (tussencelvloeistof): Na+ en Cl-
Binnenkant cel: K+
- Passief ion kanaal doorlaatbaar voor K+ (staat altijd open) -->
concentratiegradiënt: K+ van binnen naar buiten via kanaal (diffusie)
--> maar aan buitenkant van celmembraan hoopt K+ --> elektrostatisch
tegenkracht die voorkomt dat K+ nog naar buiten wilt (want + lading stoot
elkaar af)
- Diffusiekracht en elektrostatisch tegenkracht met elkaar in balans
(evenwichtspotentiaal van K+= -90 mV)
- Ook passief kanaal voor Na+: zelfde verhaal als K+ kanaal maar dan
omgekeerd met de 2 krachten (evenwichtspotentiaal Na+= +30)
- Optelsom van de twee evenwichtspotentialen = -70mV
- Na+/K+ actieve wisselpomp: te veel naar buiten gestroomde Ka+ naar binnen
pompen en te veel naar binnengestroomde Na+ weer naar buiten pompen =
essentieel (erg veel ATP nodig: meeste energie in brein is nodig om
rustpotentiaal in stand te houden)
2. Gegradeerde potentiaal: kleine afwijking van de rustmembraan potentiaal (betekent
nog weinig voor een cel) --> geven aan dat er iets gebeurd (bv neuron wordt
gestimuleerd/geremd)
- Depolarisatie: minder negatief worden
- Hyperpolarisatie: meer negatief worden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merelembsen1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.26. You're not tied to anything after your purchase.