Deze samenvatting is een combinatie van de andere 2 samenvattingen van de boeken
‘ basismodel voor methodische hulp- en dienstverlening’ en ‘zes psychologische stromingen en een client’
het is een kortere versie van beide
Bestaat uit 20 blz
Samenvatting boeken project methodisch handelen
(kort)
Zes psychologische stromingen en één cliënt – Weerman
Hoofdstuk 1 Verschillende visies op dezelfde problematiek
Benaderingen methodieken methodes/technieken
Hoofdstuk 3 Psychodynamische benadering
Gaat over onbewuste gevoelens of wensen. Men wordt overspoeld door moeilijke/angstige
gevoelens of stoppen ze weg, ze begrijpen niet waar ze vandaan komen of waar zo ver
gaan. Problemen komen uit kindertijd, stagnatie van ontwikkeling.
1. Driftmodel
Verdrongen problemen uit de kindertijd die terug te voeren zijn op seksuele
(behoeftebevrediging) en agressieve driften (destructieve driften) (sluit aan bij Freud).
ES (driften) - Ego (ik) - Superego (gebonden en verboden)
Ontwikkelingsfase es, ego, superego volgens Freud:
Orale fase (babytijd) Anale fase (peutertijd) Fallische fase (kleutertijd,
oedipuscomplex) Latentiefase (schoolleeftijd) Genitale fase (puberteit)
- Afweermechanisme
2 Objectrelatiemodel
Nadruk op het belang van de eerste relatie uit het leven (minder op driften).
Separatie-individuatie: leren omgaan met separatie, gescheiden zijn, ontwikkelen
eigen identiteit (individuatie). Voldoende ‘holding’ door primaire verzorgers: veilig
vasthouden (letterlijk en figuurlijk)
Objectconstantie: iemand blijft hetzelfde ook al wisselen haar gedrag en stemming
ten opzichte van het kind (goed of fout)
3 Zelfpsychologie
Tekorten in de kindertijd leiden tot zwakke identiteit en zelfgevoel.
Narcisme is een uiting van te weinig bevestiging als kind.
Therapieën afgeleid van psychoanalyse (Freud)
Carl Gustav Jung: Collectief onbewuste (gemeenschappelijke basis) en archetypes.
Erik Berne: Transactionele analyse (3 ego-posities: ouder, volwassene, kind).
Flexibiliteit in ego’s.
Erik Erikson: 8 fases met crisis, evenwicht vinden.
Hoofdstuk 4 Cognitief-gedragstherapeutische benadering
Therapie is gericht op het veranderen van het denken en het aanleren of stimuleren van
nieuw gedrag. Wortels in behaviorisme en cognitieve psychologie.
Attributie: toeschrijven van gebeurtenis aan een bepaalde oorzaak. 3 dimensies.
1. Stabiel (permanent) VS Instabiel (tijdelijk)
2. Intern VS Extern
, 3. Globaal VS Specifiek
Locus of control: kan je invloed uitoefenen op de omgeving. Intern = ja, Extern = nee.
Gedragstherapie
Exposure-therapie: in vivo (echt naar angst toe), in vitro (in gedachten naar angst)
3 vormen van leren
Klassieke conditionering
Pavlov en Watson
Generalisatie of differentiatie
Contingentie: logische samenhang (ook al is die er niet).
Contiguïteit hoef niet: tegelijk presenteren geconditioneerd respons en stimuli.
Operant conditionering
Skinner
Gedrag dat in frequentie toeneemt, afhankelijk van het gevolg van het gedrag
(consequentie).
- Bekrachtiging of straffen (positief of negatief).
Model-leren
Bandura
Cognitieve psychologie
We ontwikkelen cognitieve schema’s waarmee we de wereld om ons heen verklaren.
- Disfunctioneel denken
Mens is een informatieverwerking systeem.
Albert Ellis: ABC-schema of G-schema
Aaron Beck: disfunctionele gevaarschema’s. Habituatie (vaker stimuli = minder
angst, gebeurt niet bij angststoornis)
Nieuwe ontwikkelingen: EMDR, Mindfulness of Aandachtstraining, ACT (Acceptance and
Commitment, Therapy)
Hoofdstuk 5 Experiëntiële en cliëntgerichte benadering
De benadering gaan ervanuit dat elk mens aangeboren kracht heeft zichzelf te ontwikkelen
in een richting die goed is voor hemzelf en anderen (positieve krachten).
Het gat niet om het oplossen van problemen, maar om het proces van jezelf worden. Nadruk
ligt op het persoonlijk gevoelde contact tussen cliënt en SW’er
Rogers
mens met probleem is (tijdelijk) vastgelopen in hun ontwikkeling (optimale zelfontplooiing).
Cliëntgerichte benadering gelooft in een positieve kern ‘het zelf’ (mee geboren, het ware
zelf). Gaat het goed, dan wordt het zelf ontwikkeld tot een ‘volledig functionerend persoon’.
Actualiseringstendens: wil verborgen talenten actualiseren.
, Als SW’er moet je de hele persoon bevestigen.
Het ‘zelf’ heeft onvoorwaardelijke positieve acceptatie nodig om te ontwikkelen.
Incongruentie: ons anders voor doen dan we zelf zijn. Staat het contact met anderen in de
weg.
Ideaal-ik: verwachtingen van anderen.
Als ‘zelf’ en ideaal-ik uiteenlopen kunne problemen ontstaan, zoals willen-moeten-dilemma.
Bij Rogers staat incongruentie centraal. Therapie is gericht op het bij elkaar brengen van het
‘zelf’ en het ‘ideaalbeeld/ik’.
Volgens Rogers komen destructieve kanten voort uit blokkades van persoonlijke groei.
Niet adviseren, maar begrijpen en verhelderen.
Maslow – Behoeftepiramide
Maslow spreekt van ‘zelfactualisatie’: het
maximaal mogelijke uit jezelf halen.
Volgens Maslow kan dit pas als men in een
aantal basisbehoeften is voorzien. Veel
mensen lukt dit niet, omdat ze blijven
steken in lagere behoeften.
Gestalttherapie
Proces van betekenisgeving door individu. Nadruk ligt op het vormen van allerlei
gebeurtenissen en situaties tot één betekenis vol geheel (gestalt). Er wordt na gegaan in
welke zin een individu zichzelf ervaart als onderdeel van dit geheel.
Experiëntiële benadering
Meer kijken naar lichamelijke ervaring bij het exploreren van iemands beleving.
1. Lichaam en geest zijn onlosmakelijke eenheid.
2. Emotionele pijn zet zich vast in het lichaam. Therapeuten kunnen het lichaam als het
ware lezen.
3. Lichaam is een archief dat sporen van verleden draagt. Iemand ervaringen zijn niet
alleen opgeslagen in geest, maar ook in lichaam en kunnen daarom via
lichaamsbeleving/bewustwording benaderd worden.
4. Lichamelijke kenmerken hangen samen met gevoel en gedrag en hebben een
psychologische betekenis.
5. Bewustwording van lichaamssensaties en gevoelsmatige betekenis daarvan dragen
bij tot versterking van het (lichaams)ego, het identiteitsgevoel en autonomie.
6. Aandacht wordt via verbale technieken, lichamelijke oefeningen en andere
interventies gericht op lichamelijke aspect van het probleem. Vastgezette lichamelijke
en psychische spanningen worden voelbaar, beleefbaar en bespreekbaar gemaakt.
De weg is open om blokkades los te laten en onderliggende oorzaken te verwerken.
Er ontstaat ruimte voor ander gedrag en wordt een cliënt lichamelijk, emotioneel en
mentaal vrijer.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rebeccatrompfabienne. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.