100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Dieetleer minor klinische voeding

Rating
3.0
(1)
Sold
-
Pages
145
Uploaded on
18-05-2024
Written in
2023/2024

Dit is een volledige samenvatting van het vak dieetleer binnen de minor klinische voeding van de opleiding voeding en diëtetiek op de HAN. Het bevat alle aspecten die worden behandeld in de les opgedeeld per thema voor een heel duidelijk overzicht. Met deze samenvatting wordt de basis gelegd voor de rest van je opleiding en is dus heel belangrijk! In de samenvatting vind je alle dieetbehandelingsrichtlijnen die je moet kennen samengevat, ook erg handig dus als je niet de minor volgt. Het gaat om de volgende dieetbehandelingsrichtlijnen: voeding pre- en postoperatief, diabetes mellitus type 1 en 2, depressie, MAO-remmers, short bowel syndroom, ileostoma, COPD, ziekte van Parkinson, slikstoornissen door neurologische aandoeningen, chronische nierschade, hemodialyse, peritoneaal dialyse, hoofdhalskanker, slokdarmkanker, maagkanker, pancreaskanker, dikkedarmkanker, longkanker, borstkanker, richtlijn ondervoeding, refeeding, sondevoeding, parenterale voeding en klinische voeding. Zie ook de voordeelbundel voor alle stof die nodig is voor het tentamen minor klinische voeding.

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
May 18, 2024
Number of pages
145
Written in
2023/2024
Type
Summary

Subjects

Content preview

Dieetleer minor klinische voeding L3S2
Inhoud
Thema Chirurgie .................................................................................................................................2
Voeding in de preoperatieve fase ....................................................................................................2
Voeding in de postoperatieve fase ...................................................................................................4
Thema Diabetes Mellitus ....................................................................................................................4
Dieetbehandelingsrichtlijn Diabetes Mellitus 1 en 2 bij volwassenen ...............................................4
Thema Psychiatrie ............................................................................................................................. 13
Dieetbehandelingsrichtlijn bij verschillende behandelingen van depressie .................................... 13
Dieetadviezen bij gebruik van MAO-remmers ................................................................................ 18
Thema Gastro-enterologie ................................................................................................................ 19
Anatomie dunne darm .................................................................................................................. 20
Dieetbehandelingsrichtlijn Shortbowel syndroom ......................................................................... 20
Gastcollege Hester Wierda darmfalen ........................................................................................... 31
Voeding en darmstoma’s (voedingskennis.nl) ................................................................................ 37
Dieetbehandelingsrichtlijn Ileostoma ............................................................................................ 44
Thema pulmonologie ........................................................................................................................ 48
Dieetbehandelingsrichtlijn COPD ................................................................................................... 48
PGSGA .......................................................................................................................................... 54
Thema Neurologie ............................................................................................................................ 55
Dieetbehandelingsrichtlijn Ziekte van Parkinson ............................................................................ 55
Dieetbehandelingsrichtlijn Slikstoornissen door neurologische aandoeningen............................... 58
Thema Nefrologie ............................................................................................................................. 60
Anatomie van de nieren ................................................................................................................ 60
Acute nierinsufficiëntie ................................................................................................................. 66
Chronische nierschade .................................................................................................................. 67
Hemodialyse ................................................................................................................................. 72
Peritoneale dialyse ........................................................................................................................ 74
Gastcollege nierdiëtist ................................................................................................................... 76
Thema Oncologie .............................................................................................................................. 76
Hoofdstuk 3 Ziekte en behandeling ............................................................................................... 76
Hoofdstuk 4 Voedingstoestand ...................................................................................................... 79
Hoofdstuk 5 Voedingsbehoefte en voedingsadvies ........................................................................ 84
Hoofdstuk 8 Specifieke klachten .................................................................................................... 85


1

, Hoofdstuk 9 Medische/klinische voeding ...................................................................................... 91
Hoofdstuk 11 Voedingsbeleid ........................................................................................................ 92
Hoofdstuk 17 Hoofdhalskanker...................................................................................................... 93
Hoofdstuk 18 Slokdarmkanker ....................................................................................................... 97
Hoofdstuk 19 Maagkanker........................................................................................................... 101
Hoofdstuk 20 Pancreaskanker ..................................................................................................... 104
Hoofdstuk 22 Dikkedarm- (en endeldarm)kanker......................................................................... 107
Hoofdstuk 23 Longkanker ............................................................................................................ 109
Hoofdstuk 24 Borstkanker ........................................................................................................... 113
Overig ............................................................................................................................................. 118
Richtlijn ondervoeding ................................................................................................................ 118
Voedingskennis.nl Klinische voeding............................................................................................ 122
Dieetbehandelingsrichtlijn Sondevoeding.................................................................................... 123
Sondevoeding Ziekenhuis Gelderse vallei .................................................................................... 130
Dieetbehandelingsrichtlijn Parenterale voeding........................................................................... 135
NVO Richtlijn Refeedingsyndroom ............................................................................................... 141



Thema Chirurgie
Bronnen Voedingskennis.nl: Perioperatieve voeding 2017 + CBO richtlijn perioperatief voedingsbeleid 2022
Startpagina - Perioperatief voedingsbeleid - Richtlijn - Richtlijnendatabase

Iedere chirurgische ingreep zorgt in zekere mate voor een verstoring van de homeostase. De mate van
verstoring wordt enerzijds bepaald door de gezondheidstoestand van de patiënt en anderzijds door het type
ingreep. Er zijn duidelijke aanwijzingen dat ondervoeding bij de chirurgische patiënt leidt tot een toename in
morbiditeit, mortaliteit, hogere kosten en langere ziekenhuisopnameduur.

Voeding in de preoperatieve fase
Preoperatief screenen:

• Screen preoperatief iedere patiënt op het risico op ondervoeding met een gevalideerd
screeningsinstrument, zoals de SNAQ of de MUST.
• Screen in het traject zo vroeg mogelijk, zodat patiënten met ernstige ondervoeding tenminste 7-14
dagen preoperatief adequaat gevoed kunnen worden.
• Ga daarnaast zo vroeg mogelijk op zoek naar risicofactoren voor perioperatieve complicaties door de
metabole conditie. Denk hierbij aan: comorbiditeit en voorgeschiedenis anamnese: anorexie minder
orale voedselinname gewichtsverlies ziektelast middelenmisbruik, zoals alcoholmisbruik
geneesmiddelengebruik lichamelijk onderzoek: lage /hoge BMI (hip-waist, centrale vetverdeling
(tekenen metabool syndroom, diabetes mellitus) ascites oedeem op indicatie laboratoriumonderzoek

Gezien de wenselijke samenstelling van de voedingsinterventie is het gewenst om bij ondervoeding
onmiddellijk te starten met kunstvoeding enteraal (drink- of sondevoeding) of parenteraal. Daarbij is evaluatie
van de daadwerkelijke inname van energie, eiwit en micronutriënten een essentieel onderdeel van de
behandeling.

Advies bij ondervoeding

2

, • Eiwit: 1,5-1,7 gram eiwit/kg huidig gewicht (met uitzondering van vochtretentie)
- BMI<18,5: gebruik huidige gewicht
- BMI>27: gebruik gewicht bij een BMI van 27
- Bij afwijkende lichaamssamenstelling zoals morbide obesitas (BMI > 35), extreme gespierdheid of
na amputatie van ledematen energiebehoefte meten, eiwitbehoefte o.b.v. vetvrije massa.
• Energie: Harris & Benedict met 30-50% toeslag

Immunonutritie: medische voeding die bestaat uit een combinatie van de basisvoedingsstoffen, aangevuld met
stoffen die een positieve invloed zouden hebben op het immuunsysteem (minder infecties, betere
wondgenezing), zoals glutamine, arginine, nucleotiden en omega-3-vetzuren. Op grond van de literatuur kan
men het pre- en perioperatief toedienen van immuunmodulerende nutriënten overwegen, onafhankelijk van de
voedingstoestand. Meer onderzoek is nodig naar de fysiologische effecten van de immuunmodulerende
nutriënten, de juiste duur en dosering. Om deze redenen is het nog niet mogelijk om immunonutritie
routinematig te adviseren.

Nuchterbeleid voor de operatie

Preoperatief vasten leidt tot dorst, stress bij de patiënt en draagt bij aan postoperatieve insulineresistentie.
Heldere vloeistoffen verlaten de maag binnen één uur, terwijl de meeste vaste voedselcomponenten de maag
in 3-4 uur verlaten. Wanneer een nuchtere patiënt geopereerd wordt, zal het lichaam sneller spiereiwitten
moeten mobiliseren om te herstellen.

Periprocudeel nuchterbeleid volwassenen
• Geef helder vloeibaar tot maximaal 2 uur voor algehele anesthesie.
• Niet heldere vloeistoffen, melkproducten of vast voedsel mogen tot maximaal 6 uur voor anesthesie
worden gegeven.
• Kauwgom kauwen of zuigen op een snoepje tot vlak voor de procedure is geen reden om een
procedure uit te stellen.



Koolhydraatdrank (eventueel: Tot twee uur voor operatie: koolhydraatbevattende heldere drank – de optimale
hoeveelheid ter voorbereiding op operatie is 50 gram koolhydraten).

Een chirurgisch trauma induceert een katabole respons, die wordt gekarakteriseerd door het vrijkomen van
glucagon, cortisol, catecholaminen en cytokinen. Het effect van insuline neemt hierdoor af (insulineresistentie).
Als compensatie wordt de afgifte van insuline vergroot. Ondanks deze verhoogde afgifte is de werking van de
insuline verminderd, hetgeen postoperatief resulteert in een onwenselijke stijging van de glucoseconcentratie.
Toediening van glucose beperkt deze metabole respons, waardoor de insulineresistentie sterk afneemt.
Daarnaast leidt vasten op korte termijn tot een depletie van het glycogeen in de lever.

Een koolhydraatrijke drank kan niet worden gegeven bij ernstige maagledigingsstoornissen. Het is gebleken dat
de maaglediging bij mensen met een goed gereguleerde diabetes type 2 en bij patiënten met obesitas zodanig
is dat de koolhydraatrijke drank veilig gegeven kan worden.

Preoperatief dieetbehandeling volwassenen:
Start tijdig (tenminste 10 dagen preoperatief en liefst nog eerder) preoperatieve dieetbehandelingen en zo
nodig voedingsinterventies bij:
• patiënten met ondervoeding of risico op ondervoeding
• patiënten die preoperatief langer dan 5 dagen geen orale voedselinname kunnen hebben
• preoperatieve patiënten met beperkte orale voedselinname, die daardoor gedurende meer dan 7
dagen minder dan 50% van de aanbevolen voedselinname tot zich kunnen nemen*.
* NB deze patiënten hebben een hoger risico op het refeedingsyndroom en hiervoor wordt aanvullende
diagnostiek aanbevolen
Ten aanzien van preoperatieve dieetbehandelingen heeft enterale voeding de voorkeur en als dit niet lukt
parenterale voeding.


3

, Bij patiënten met een ernstige ondervoeding die een majeure ingreep ondergaan: Geef altijd een
preoperatieve adequate dieetbehandeling en zo nodig voedingsinterventie gedurende tenminste 7 tot 14
dagen, ook al moet de (oncologische) ingreep worden uitgesteld.
Bij licht ondervoede patiënten is er geen reden om de operatie uit te stellen vanwege louter de noodzaak
voor preoperatieve (par)enterale voeding.
Er is voor geen enkele patiënt een indicatie voor het preoperatief gebruik van immunonutritie of
antioxidanten.



Voeding in de postoperatieve fase
Postoperatief kan direct na de operatie of op de eerste postoperatieve dag gestart worden met enterale
voeding (orale drink- of sondevoeding). Belangrijke redenen voor een snelle hervatting van voeding zijn dat 6–
8 uur na een chirurgische ingreep de peristaltiek van de dunne darm herstelt en dat de absorptiefunctie, zij het
in gematigde vorm, aanwezig blijft, ook wanneer er geen peristaltiek is.

Het preoperatief geven van gedegen informatie aan de patiënt over het per- en postoperatief beloop, het
verminderen van stress, pijnverlichting en het snel hervatten van beweging zijn belangrijke factoren om het
postoperatieve herstel te bevorderen

De voorkeur gaat uit naar voeding via het maag-darmkanaal op de operatiedag zelf of de eerste dag na een
operatie. Bij een niet-toegankelijk maag-darmkanaal dient men tijdig te starten met parenterale voeding. Er is
geen bewijs voor enkel postoperatief gebruik van immunonutritie. Bij het risico van het refeedingsyndroom zet
men het refeedingprotocol in werking.

Bij het berekenen van de energiebehoefte met behulp van een formule dient het huidige gewicht gebruikt te
worden. Voor het berekenen van de eiwitbehoefte bij een afwijkende lichaamssamenstelling is het
rekengewicht niet altijd gelijk aan het huidige gewicht.

Postoperatieve voeding bij volwassenen:
Hervat orale voedselinname zodra mogelijk na chirurgie en pas, zo nodig, de hoeveelheid orale voeding aan
aan de mate van herstel van de gastro-intestinale functie en de individuele tolerantie van de patiënt.
Monitor, afhankelijk van de patiënt en/of type ingreep, de totale orale energie- en eiwit-inname
postoperatief en pas de voedingsinterventie zo nodig aan teneinde hypo- en hyperalimentatie te voorkomen.




Thema Diabetes Mellitus
Dieetbehandelingsrichtlijn Diabetes Mellitus 1 en 2 bij volwassenen

Diabetes mellitus is een metabole ziekte die gepaard gaat met een verhoogde glucosespiegel van het bloed. Dit
wordt veroorzaakt door stoornissen in de secretie en werking van insuline.

Voedingstherapie is effectief voor het verbeteren van de bloedglucoseregulatie en het verlagen van het risico
op hart- en vaatziekten.

1. Diabetes mellitus type 1: auto-immuunziekte waarbij de insulineproducerende cellen, de bètacellen
van de eilandjes van Langerhans in de pancreas grotendeels zijn vernietigd → tekort aan insuline →
hyperglycemie. De aanmaak van glucose van de lever zal toenemen als gevolg van het insulinetekort,
waardoor het glucosegehalte van het bloed nog verder stijgt → meer glucose in de voorurine →
glucose in urine → grote urineproductie en onlesbare dorst. Ook zal door het ontbreken van insuline
de eiwit en vetafbraak niet meer geremd worden → hoge afgifte vrije vetzuren → ketogenese →
ketoacidose.
2. Diabetes mellitus type 2: Insulineresistentie en bètaceldisfunctie (disfunctionerende bètacellen en
verminderd aantal bètacellen), waardoor er hyperglykemie optreedt. 80% van de mensen met diabetes

4
$15.11
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached


Also available in package deal

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
2 months ago

3.0

1 reviews

5
0
4
0
3
1
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
celineeijkelberg Hogeschool Arnhem en Nijmegen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
37
Member since
4 year
Number of followers
23
Documents
24
Last sold
1 week ago

4.0

10 reviews

5
6
4
1
3
1
2
1
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions