EUPR CASUSCOLLEGE 1
------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Instructies:
▪ Om een optimaal antwoord te bereiken is het raadzaam de vragen
systematisch (stap-voor-stap) te beantwoorden. ▪ Bij het beantwoorden van de
vragen dient u naar de desbetreffend verdragsbepalingen en toepasselijke
jurisprudentie te verwijzen. ▪ De antwoorden dienen het product te zijn van
eigen werk en in eigen bewoordingen te zijn geformuleerd. De opdrachten zullen
door URKUND gecheckt worden ▪ De opdrachten dienen via Blackboard voor de
daar aangegeven deadline te worden ingediend. Een instructie hoe in te dienen
via Backboard kunt u vinden op Blackboard onder ‘Course Documents ▪ Per
vraag/casus niet meer dan 1 A4 gebruiken
------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Casus 1
In Italië heeft de nieuwe coalitie van de Vijfsterrenbeweging en Lega een
maatregel voorgesteld om de pensioenleeftijd die nu vastgesteld is op 67 jaar
verplicht te verlagen. Een 64 jarige hoogleraar constitutioneel recht aan de
Universiteit van Bologna heeft echter geen plannen om al met pensioen te gaan,
en wil de maatregel aanvechten.
Hij wil daarbij een beroep doen op Richtlijn 2000/78 inzake discriminatie in het
kader van arbeid en beroep.
Bespreek:
a) of de hoogleraar zich kan beroepen op de richtlijn, en zo ja, waar en onder
welke voorwaarden. Om bij de nationale rechter een direct beroep te kunnen
doen op een Europese Richtlijn, zijn een aantal dingen van belang: de aard van
de relatie, de aard van de bepaling en hoe de bepaling is geformuleerd. De aard
van de relatie: een relatie kan horizontaal, verticaal of omgekeerd verticaal zijn.
Er is in dit geval sprake van een horizontale relatie, want de burger roept de
Richtlijn in tegen zijn werkgever. Hij kan alleen voorkomen dat hij met pensioen
moet door een beroep te doen op de Richtlijn bij zijn werkgever. De vraag is of de
Universiteit publiek of privaat is. We gaan er vanuit dat de Universiteit privaat is.
De aard van de bepaling: er kan sprake zijn van een verdrag, een verordening of
een richtlijn. In deze casus beroept de hoogleraar zich op een richtlijn. Een
burger kan zich in een verticale relatie beroepen op een richtlijn wanneer de
richtlijn niet goed of niet tijdig is geïmplementeerd (art. 288 VwEU). De richtlijn
komt uit 2000, dus de implementatietermijn zal wel verlopen zijn, dus aan dit
vereiste is ook voldaan. In een horizontale relatie kan een burger zich beroepen
op een richtlijn bij concretisering van een algemeen beginsel (HvJEU
Kücükdeveci). Non-discriminatie is zo’n algemeen beginsel dat het kenbaar met
zijn voor iedereen, dus ook voor private actoren. Het beginsel is geconcretiseerd
in de richtlijn en hiermee is sprake van een uitzondering op het verbod van
directe horizontale werking. Ten slotte moet de bepaling waarop de hoogleraar
zich beroept voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk zijn (Van Gend en Loos). De
rechter moet kunnen beoordelen wat de doelstelling van de bepaling is zonder
op de stoel van de wetgever te gaan zitten. Het Hof past hierbij een teleologische
interpretatie toe. In de Richtlijn 2000/78 inzake discriminatie in het kader van
arbeid en beroep staat dat mannen en vrouwen in de EU gelijk moeten worden
behandeld naar leeftijd. Dit is voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk, dus aan
, het laatste vereiste is ook voldaan. De hoogleraar kan een beroep doen op de
richtlijn.
b) of het beroep inhoudelijk kans van slagen heeft. Italië moet aanvoeren dat er
sprake is van een legitiem doel. Verlaging van de pensioenleeftijd heeft als doel
om de werkloosheid te bestrijden. De coalitie van Italië wil de pensioenleeftijd, nu
vastgesteld op 67 jaar, verlagen. In artikel 1 van de Richtlijn 2000/78 inzake
discriminatie in het kader van arbeid en beroep staat dat de richtlijn tot doel
heeft om met betrekking tot arbeid en beroep een algemeen kader te creëren
voor de bestrijding van discriminatie op grond van onder andere leeftijd. Als in de
andere lidstaten de pensioenleeftijd wel 67 jaar is, levert dit dus in beginsel
discriminatie op. In de overwegingen staat echter onder kopje 14 dat de richtlijn
de nationale bepalingen met betrekking tot de pensioengerechtigde leeftijd
onverlet laat. In artikel 6 staat ook dat dit gerechtvaardigd is. Lidstaten mogen
zelf bepalen wat de pensioenleeftijd is. Het beroep van de hoogleraar heeft dus
geen kans van slagen.
Je moet je eerst afvragen over welk leerstuk de vraag gaat. De eerste vraag gaat
over directe werking van de doorwerking van EU-recht. We hebben hier te maken
met een aantal vragen: wat is de aard van de relatie? Dit is van belang omdat
een richtlijn directe werking heeft bij een verticale relatie. De volgende vraag is:
wat is de aard van de bepaling? Dit is van belang omdat niet elk type bepaling
directe werking heeft. We hebben primair recht: het verdragsrecht, en secundair
recht: art. 288 VwEU. Ongeacht de bron van het Europese recht moet altijd
worden voldaan aan de norm dat een bepaling voldoende duidelijk en
onvoorwaardelijk moet zijn. De rechter moet kijken of er geen verdere
implementatie nodig is en of de bepaling direct toepasbaar is, zonder nadere
invulling te geven. Als er weinig beleidsvrijheid is, is de bepaling voldoende
duidelijk, als er veel beleidsvrijheid is, is de bepaling niet voldoende duidelijk. Het
Hof van Justitie past een teleologische interpretatie toe: ze kijkt naar de
doelstelling van de richtlijn en bepaalt op basis daarvan op de richtlijn effectief
is. In de Badwaterrichtlijn staan wel objectieve criteria op basis waarvan je
gebieden aan moet wijzen, dus er is toch minder beleidsvrijheid dan er op het
eerste gezicht aanwezig lijkt te zijn. Je moet voor elke bepaling apart bekijken of
de bepaling zich leent voor directe werking. Je kan niet zeggen dat een hele
richtlijn wel of geen directe werking heeft. Het criterium van voldoende duidelijk
en onvoorwaardelijk geldt voor richtlijnen, verordeningen en verdragen. Artikel
45 VwEU leent zich voor directe werking omdat deze bepaling voldoende
duidelijk en onvoorwaardelijk is. Dit geldt ook voor de horizontale relatie omdat
anders de effectiviteit van het artikel verloren gaat (HvJEU Van Duyn).
Verordeningen hebben niet zozeer directe werking, maar zijn wel rechtstreeks
toepasbaar, dus ze hoeven niet te worden omgezet. De verordeningen werken
rechtstreeks door in de nationale rechtsorde. De relatie maakt niet uit, de
verordening moet voldoende duidelijk en onvoorwaardelijk zijn om er een beroep
op te kunnen doen. Richtlijnen zijn wat problematischer, want deze zijn gericht
tot de lidstaten en ze moeten worden geïmplementeerd in nationaal recht. Er
wordt ruimte gegeven aan lidstaten, de middelen voor hoe moet worden
geïmplementeerd zijn vrij. Het zijn resultaatsverplichtingen, en als lidstaten hier
niet aan voldoen, dan kan je als burger naar de rechter. Hoe het resultaat wordt
bereikt, mag een lidstaat zelf bepalen. Dit betekent dat er van alles fout kan
gaan bij de implementatie van de richtlijn. Een richtlijn kan onjuist worden
geïmplementeerd of niet worden geïmplementeerd. Dit hoeft niet altijd kwade
opzet te zijn, maar het kan ook zo zijn dat je er als lidstaat gewoon niet aan kunt
voldoen, of dat je het verkeerd hebt begrepen. In een verticale relatie kan je je
beroepen op een richtlijn, omdat ze gericht zijn tot de staat. Het Hof van Justitie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marloum1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.