100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting handelsrecht 2018/2019 - deel verzekeringsrecht $3.23   Add to cart

Summary

Samenvatting handelsrecht 2018/2019 - deel verzekeringsrecht

2 reviews
 90 views  5 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het boek 'Hoofdzaken verzekeringsrecht'. Hoofdstuk 1 t/m 3 (hele boekje).

Preview 3 out of 23  pages

  • April 26, 2019
  • 23
  • 2018/2019
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: esthervandenworm • 5 year ago

review-writer-avatar

By: jf910 • 5 year ago

avatar-seller
Hoofdzaken verzekeringsrecht

Hoofstuk 1 Inleiding en algemene bepalingen

1. Geschiedenis
Voornamelijk in titel 17 van Boek 7 heeft het verzekeringsrecht zijn plaats gekregen. Deze titel kent drie
afdelingen: 1. Algemene bepalingen, 2. Schadeverzekering en 3. Sommenverzekering.

2. Maatschappelijke betekenis
Verzekering biedt mogelijkheden om financiële gevolgen van risico’s die zich verwezenlijken, op te
vangen. Er is sprake van overdracht en spreiding van financiële risico’s. Dit speelt minder bij de
levensverzekering en de varianten daarvan (lijfrente, pensioenverzekering).
Bij alle verzekeringsvormen is uiteraard een juiste premiebepaling een eerste voorwaarde voor de
financiële gezondheid van de verzekeringsmaatschappijen. Hoe meer personen tegen eenzelfde risico
verzekerd zijn, hoe exacter de premiebepaling kan geschieden met behulp van wiskundige methoden (de
actuariële wetenschap houdt zich hiermee bezig).
Er is één wet waarin het publiekrechtelijk toezicht op (o.a.) verzekeraars is geregeld: de Wet op
het financieel toezicht.
Verzekeraars moeten aan strenge solvabiliteitseisen voldoen en, indien in Nederland gevestigd, de
rechtsvorm van naamloze vennootschap, onderlinge waarborgmaatschappij of Europese vennootschap
bezitten.

3. Burgerrechtelijke grondslag
Verzekering is een kansovereenkomst
Dat wil zeggen dat de werking van de verbintenis van een partij (meestal de verzekeraar) door partijen
afhankelijk is gesteld van een toekomstige onzekere gebeurtenis (onzeker voorval) of feitelijke
gesteldheid. Wij hebben hier dus te maken met een voorwaardelijke verbintenis (art. 6:21 en 22 BW).

Verzekering tegenover spel en weddenschap
Voor verzekering is essentieel, dat de verzekerde een buiten de overeenkomst gelegen belang bij de
onzekere gebeurtenis heeft, namelijk het belang dat die gebeurtenis zal uitblijven omdat er schade door
zou kunnen lijden: wegens dat belang komt hij met de verzekeraar overeen dat deze die eventuele
schade zal vergoeden. Bij kans en weddenschap ontstaat het belang bij de onzekere gebeurtenis
uitsluitend door het sluiten van de overeenkomst zelve.

4. Definitie en karakter
Art. 7:925 lid 1 BW definieert verzekering en heeft betrekking op zowel schadeverzekering als
sommenverzekering. Schadeverzekering strekt tot vergoeding van eventuele schade (schadevergoedings-
en indemniteitscontract), sommenverzekering (bijv. levensverzekering) tot uitkering van een geldbedrag
onafhankelijk van geleden schade. Het boek spreekt over ‘verzekerde’ (rechthebbende) en gaat er
daarbij, tenzij anders aangegeven, van uit dat hij tevens verzekeringsnemer (wederpartij van de
verzekeraar) is.
Uit de in art. 7:925 BW gegeven definitie kunnen de volgende kenmerken van de
verzekeringsovereenkomst worden afgeleid.
1. Het element onzekerheid neemt een centrale plaats in bij de verzekeringsovereenkomst;
verzekering is een kansovereenkomst.
2. Verzekering is een wederkerige overeenkomst in de zin van art. 6:261 BW. Meestal is de situatie
zo dat tegenover de voorwaardelijke verbintenis van de verzekeraar de onvoorwaardelijke
verbintenis van de verzekeringnemer tot het betalen van de premie staat. De wederkerigheid is
uiteraard van belang voor de toepasselijkheid van art. 6:262 e.v. BW (opschorting en
ontbinding).
3. Volgens art. 7:925 BW is ook het betalen van de premie een kenmerk van de
verzekeringsovereenkomst.
Naast de uit art. 7:925 afgeleide karaktertrekken zijn er nog twee:
4. Verzekering is een consensuele overeenkomst: zij kan door enkele wilsovereenstemming, zonder
vorm, tot stand komen. Ook de polis is geen vormvoorschrift maar slechts bewijsmiddel (art.
7:932 BW).
5. Verzekering heeft een bijzondere vertrouwenskarakter, het onderling vertrouwen tussen de
partijen speelt een grote rol. Enerzijds moet de verzekerde er maar op vertrouwen dat de
verzekeraar zich niet met allerlei chicanes aan zijn uitkeringsplicht zal onttrekken. Anderzijds
moet de verzekeraar zowel bij het sluiten der verzekering als na het plaatsgrijpen van het
evenement dikwijls afgaan op mededelingen van de verzekerde, welker juistheid hij moeilijk kan
controleren.

De verzekerde kan de boel natuurlijk bedonderen (zelf huis in fik steken). Daarom zeggen ze ook wel dat
de verzekeraar een moreel risico loopt naast het contractuele risico. Dit laatste is het risico dat de
Pagina ! 1 van ! 23

,verzekeraar loopt krachtens het contract zelf, namelijk het risico, de kans, dat hij tot uitkering verplicht
zal worden doordat het onzekere voorval plaatsgrijpt en ook overigens aan de voorwaarden voor het
ontstaan van de uitkeringsplicht is voldaan. Het morele risico is gelegen in de persoon van de verzekerde.
Het bewijs van onzorgvuldigheid of bedrog rust op de verzekeraar en is dikwijls moeilijk te leveren, zodat
hij risico loopt, door gebrek aan bewijs tot een uitkering te worden verplicht waartoe hij
materieelrechtelijk niet verplicht is.

5. Onderscheidingen
Schadeverzekering en sommenverzekering
Art. 7:944 BW geeft de definitie van schadeverzekering. De verzekeringnemer wil een vermogensbelang
veiligstellen. Art. 7:964 definieert de sommenverzekering. Het voorbeeld van een sommenverzekering die
tevens persoonsverzekering (art. 7:925 lid 2 BW) is, is de levensverzekering. Tot de sommenverzekering
kan men ook rekenen de ziekte-, ongevallen- en invaliditeitsverzekeringen, omdat ook daarbij vaste
uitkeringen plegen te worden bedongen. De ziektekostenverzekering is meestal een zuivere
schadeverzekering.

Gewone of premieverzekering en onderlinge verzekering
Bij de onderlinge verzekering is de verzekeraar een onderlinge waarborgmaatschappij, dit is een als
zodanig bij notariële akte opgerichte vereniging die zich blijkens haar statuten ten doel stelt met haar
leden verzekeringsovereenkomsten te sluiten in het verzekeringsbedrijf dat zij te dien einde ten behoeve
van haar leden uitoefent. De onderlinge verzekering heeft een coöperatief karakter. Het doel is niet het
maken van winst, maar onderlinge risicoverdeling.
Bij de gewone verzekering mag de verzekeraar nog slechts een nv of een Europese vennootschap
zijn. Ook hier wordt een kapitaal door de leden (aandeelhouders) bijeengebracht, maar dit staat náást de
door de verzekerden bijeengebrachte premies en de aandeelhouders behoeven geenszins verzekerden te
zijn. Het doel van de verzekeraar is hier het maken van winst.

Al dan niet ter beurze gesloten
Men spreekt van beurspolissen en makelaarspolissen tegenover maatschappijpolissen, beursbedrijf
tegenover ‘provinciaal’ bedrijf. Enkele feitelijke bijzonderheden die zich voor doen bij deze verzekering die
ter beurze wordt gesloten:
1. De verzekeringen worden uitsluitend gesloten op basis van gedeponeerde standaardvoorwaarden,
vastgesteld door de georganiseerde verzekeraars en makelaars.
2. Verzekeringen ter beurze komen vrijwel uitsluitend via tussenpersonen (makelaars) tot stand.
3. Ter beurze tekenen meestal verscheidene verzekeraars op één polis.
Levensverzekeringen worden uitsluitend op maatschappijpolis gesloten.

1.6 Tussenpersonen
Het is mogelijk dat verzekeraars verzekeringen afsluiten zonder dat daarbij zelfstandige
assurantietussenpersonen een rol spelen (‘direct writers’). Maar meestal met. Vervolgens benoemt het
boek dat er verschillende vragen opspelen bij overeenkomsten waarbij tussenpersonen een rol spelen,
zoals of een verzekeringstussenpersoon bij een bepaalde handeling slechts heeft bemiddeld dan wel
(tevens) heeft vertegenwoordigd. Deze vragen zijn in de verzekeringspraktijk van groot belang maar
worden in het boek niet behandeld (en dus hou ik het kort omdat ik denk dat het niet relevant is voor dit
vak: bladzijde 12 t/m 14). Het boek geeft een overzicht van de belangrijkste categorieën, waarbij telkens
wordt aangegeven of de overeenkomst die de tussenpersoon met de verzekeraar en/of de verzekerde
aangaat, gerangschikt kan worden onder één van de bijzondere overeenkomsten (bijzondere aandacht
vereist hierbij Titel 7 (opdracht) van Boek 7 BW).
a. Loondienstagenten
b. Inspecteurs
c. Handelsagenten (je hebt gebonden en vrije agenten (d))
d. Vrije of zelfstandige verzekeringstussenpersonen of –agenten
e. Makelaars in assurantiën

7. Aanvullend en dwingend recht. Verplichte verzekering
Het in titel 17 van Boek 7 BW geregelde verzekeringsrecht bevat veel meer dwingendrechtelijke
bepalingen dan de vroegere regeling in het Wetboek van Koophandel. Vooral ter bescherming van
consument gedaan. Herhaaldelijk wordt in een afzonderlijk wetsartikel aan het eind van een reeks
samenhangende wetsartikelen verboden van de voorafgaande artikelen af te wijken (bijv. in art. 7:943
BW en art. 7:963 BW). Dit verbod kent drie varianten: 1. Afwijking is in he geheel niet toegestaan, 2.
Afwijking is niet toegestaan ten nadele van de verzekeringsnemer of tot uitkering gerechtigde; 3.
Afwijking is niet toegestaan ten nadele van de verzekeringsnemer of tot uitkering gerechtigde voor zover
deze een consument is in de hierboven gedefinieerde betekenis. Van niet in het verbodsartikel genoemde
wettelijke bepalingen kan dus in principe wél worden afgeweken. Op twee aspecten moet nog worden
gewezen:


Pagina ! 2 van ! 23

, a. Zeeverzekeringen worden hier te lande zeer dikwijls gesloten met algehele toepasselijk verklaring
van Engels verzekeringsrecht, onder andere doordat daarbij veelal buitenlandse maatschappijen
(mede) als verzekeraar optreden.
b. In enkel bijzondere wetten wordt aan bepaalde personen de verlichting opgelegd om als
verzekerde een verzekering te sluiten. Meestal gaat het om een aansprakelijkheidsverzekering
(zoals in Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen).

8. Herverzekering
Als een verzekeraar bepaalde door hem verzekerde risico’s niet of niet geheel wil dragen, kan hij deze op
zijn beurt verzekeren bij een ander: de herverzekeraar. Art. 7:927 BW bepaalt dat de bepalingen van
Titel 17 niet van toepassing zijn op herverzekering.

9. Mededelingsplicht bij het sluiten van de verzekeringsovereenkomst
Algemeen overzicht
Voor de verzekeringnemer is de verleiding groot om de verzekeraar een verkeerde voorstelling van zaken
te geven, met name het risico te licht voor te stellen (bijv. verzwijgen van leukemie). Zo zou immers
dekking kunnen worden verkregen tegen een te lage premie. De verzekeraar wil dat natuurlijk
tegengaan.
Art. 7:928-930 BW bieden een evenwichtige, gedetailleerde regeling die aan de belangen van
beide partijen recht doet. Er staan sancties op de mededelingsplicht. Allereerst bepaalt art. 7:929 BW
met betrekking tot de overeenkomst dat de verzekeraar deze in twee gevallen kan opzeggen. Vervolgens
zegt art. 7:930 BW met betrekking tot het recht op uitkering dat in de in art. 7:930 BW genoemde twee
gevallen de verzekeraar niet hoeft uit te keren. Wat gebeurt er met het recht op uitkering als de
verzekeraar bij kennis van de ware stand van zaken ene hogere premie zou hebben gedongen of een
lagere verzekerde som zou zijn overeengekomen? Dan wordt, aldus art. 7:930 lid 3 BW de uitkering
verminderd naar evenredigheid van hetgeen de premie meer of de verzekerde som minder zou hebben
bedragen (proportionaliteitsbeginsel). Als bijvoorbeeld de premie bij kennis van de ware stand van zaken
tweemaal zo hoog zou zijn geweest, wordt de uitkering gehalveerd. Zie ook lid 2 en lid 5.
De mededelingsplicht van de aspirant-verzekerde vloeit dogmatisch voort uit de redelijkheid en
billijkheid die bij de reeds vóór de totstandkoming tussen partijen bestaande (dus precontractuele)
rechtsverhouding beheerst.
De mededelingsplicht geldt alleen bij het sluiten van een nieuwe verzekering, niet als het slechts
gaat om voortzetting van de oude (tenzij opnieuw gevraagd wordt).
Foutieve mededelingen omtrent het morele risico kunnen voor de verzekeraar net zo schadelijk
zijn als foutieve mededelingen omtrent het contractuele risico (wat dat is, is al eerder besproken).
In het kader van de mededelingsplicht heeft de wetgever aandacht gehad voor de positie van de
derde-belanghebbende (verzekering ten behoeve van een derde, bijv. werkgever die werknemer
verzekert). Wil dan wel dingen weten van werknemer: zie art. 7:928 lid 2 en 3 BW.
Een beroep op het algemene dwalings- of bedrogsartikel is bij verzekeringsdwaling over de hele
linie uitgesloten, zie het dwingendrechtelijke art. 7:931 BW. Als het de verzekeringsnemer is die dwaalt of
bedrogen is, gelden de genoemde algemene BW-artikelen wel.
Een mildere vorm van dwingend recht houdt art. 7:943 lid 3 BW in: van art. 7:928-930 BW kan
niet ten nadele van de consument worden afgeweken. Wel ten voordele: bijv. door de verklaring van de
brandverzekeraar dat hem aard, inrichting, ligging enz. volkomen bekend zijn (bekendheidsclausule).

De vereisten voor toepassing van de mededelingsregeling
1. Het relevantievereiste
Op welke feiten de mededelingsplicht van de verzekeringnemer betrekking heeft leert art. 7:982 lid 1 BW.
Onder enige hierna te noemen restricties zijn dat: ‘alle feiten (…) waarvan (…) de beslissing van de
verzekeraar of, en zo ja, op welke voorwaarden, hij de verzekering zal willen sluiten, afhangt of kan
afhangen’. Het gaat hier allereerst om feiten die relevant zijn voor het contractuele risico maar ook om
feiten die relevant zijn voor het morele risico, met name het risico dat verzekerde het lot een handje zal
helpen een ander de verzekering vallend evenement zal fingeren: weliswaar is de verzekeraar dan
contractueel niet tot uitkering verplicht, maar het bewijs dat de ramp opzettelijk is veroorzaakt of slechts
in schijn heeft plaatsgevonden, is dikwijls moeilijk te leveren. Het morele risico wordt met name
afgemeten aan het strafrechtelijk verleden van de verzekeringnemer (zie art. 7:928 lid 5 BW).
Gaat het bij het relevantievereiste om wat relevant is voor de individuele verzekeraar (met bijv. een
afwijkend acceptatiebeleid), of moet de vraag: relevant voor wie, op een of andere manier worden
geobjectiveerd? De HR stelt als criterium: de redelijk handelde verzekeraar. Als de verzekeraar een
acceptatiebeleid hanteert dat afwijkt van dat van een redelijk handelend verzekeraar, dan is dat hij
toepassing van art. 7:928 lid 1 BW alleen van betekenis indien de verzekeringsnemer zulks wist of
behoorde te begrijpen. Anders gezegd: het vereiste van kenbaarheid voor de verzekeringnemer
verhindert dat de verzekeraar het relevantievereiste mede invult met zijn eigen specifieke, afwijkende en
voor de verzekeringnemer niet kenbare criteria.

2. Het kennisvereiste
Pagina ! 3 van ! 23

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller at33. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.23  5x  sold
  • (2)
  Add to cart