Uitgebreide samenvatting van Management Informatie systemen 1 (MIS 1).
Bevat 37 pagina's.
Alle belangrijke en relevantie informatie van hoofdstuk 1, 2, 3, 4, 5, 6, 10, 11 en 16.
Geschreven in 2019.
Hanzehogeschool Groningen Bedrijfskunde (MER) jaar 1
informatietechnologie (IT) = de methoden, technieken en technische hulpmiddelen voor het
verwerken van informatie.
Informatie- en communicatietechnologie (ICT) = indien informatie-uitwisseling en communicatie via
bijvoorbeeld computernetwerken, telefoonverbindingen of internet verloopt – en dat gebeurt steeds
vaker – spreekt men van ICT.
Omdat IT tegenwoordig niet meer zonder de communicatietechnologie kan, wordt in dit boek de
term IT gebruikt i.p.v. ICT.
Om de informatievoorziening en de benodigde IT binnen een organisatie te kunnen begrijpen en te
kunnen managen, is het van belang inzichten te krijgen in de kenmerken van een organisatie.
Kenmerken van een organisatie zijn:
- de doelstelling van de organisatie. Bijv.: het behalen of vergroten van de winst of het
uitoefenen van macht.
Operationaliseren: het doel wordt zodanig beschreven dat achteraf kan worden bepaald of
het behaald is. (meetbaar en hanteerbaar maken).
- de organisatiestructuur. Formeel of informeel. Bij formele cultuur gaan werknemers via
duidelijke omgangsvormen met elkaar om. Sterke gezagsverhouding (‘’u’’). in een informele
cultuur kan een werknemer zich vrijer gedragen.
Organisaties zijn in te delen in: proforganisaties (winstoogmerk (Philips)). En non-
profitorgansiaties (zonder winstoogmerk (ziekenhuizen)).
- de primaire processen: de processen waar het om draait, waarmee de organisatie haar
doelstellingen wil bereiken. Op basis van hun primaire proces zijn bedrijven onder te
verdelen in: productiebedrijven, handelsbedrijven (geen productie, wel verkoop) en
dienstverlenende bedrijven.
Secundaire processen zijn bedrijfsprocessen die de primaire processen ondersteunen.
- het ontwikkelingsstadium van de organisatie: een organisatie kan in een volgende stadia
verkeren: pionieren, overleven, succes, groeien en evenwicht. De wijze waarop een
organisatie met informatie omgaat, hangt af van het ontwikkelingsstadium waarin ze
verkeert. Pionierende organisatie: zal kunnen volstaan met min of meer losse
informatiesystemen voor verschillende bedrijfsprocessen, terwijl een bedrijf dat zich in het
stadium evenwicht bevindt, vaak een geïntegreerd informatiesysteem bezit voor alle
bedrijfsprocessen.
- de organisatiestructuur: bij grote organisaties worden zogenoemde businesunits opgezet
met elke een ‘businessunitmanager’ aan de leiding. De businessunits kunnen weer worden
onderverdeeld in afdelingen met afdelingshoofden. Zelfs afdelingen kunnen nog weer verder
worden onderverdeeld.
Span of control: aantal mensen waaraan de manager leiding kan geven.
- de rol van informatie: de informatievoorziening wordt al dan niet ondersteund door
uitgebreide automatisering en IT-hulpmiddelen.
, - de kritieke succesfactoren: klanten komen naar een bedrijf omdat iets in dat bedrijf hen
aanspreekt, dat noemen we kritieke succesfactoren. Voorbeelden: het bedrijf levert
kwaliteit, het bedrijf is dichtbij. Het is belangrijk dat een organisatie haar eigen kritieke
succesfactoren kent.
1.2 ondernemingsplan en informatieplan
commerciële en ook steeds meer niet-commerciële bedrijven maken een ondernemingsplan of
bedrijfsplan. Dit plan bevat tevens een gedetailleerde uitwerking van de manier waarop het bedrijf
deze doelen wil bereiken.
Een ondernemingsplan kan uit deelplannen zijn opgebouwd zoals:
- verkoopplan
- inkoopplan
- productieplan
- personeel plan
- financieel plan
- informatieplan
[ rijtje is niet willekeurig ]
Informatieplan = document dat een inventarisatie geeft van de stand van zaken op het gebied van
informatievoorziening en automatisering binnen een organisatie. Hierbij worden knelpunten in de
informatievoorziening en automatisering automatisch bepaald. Verder houdt het plan rekening met
de technische mogelijkheden en activiteiten van klanten en concurrenten.
In het informatieplan kunnen projecten worden gedefinieerd die de komende tijd moeten worden
uitgevoerd. Informatieplan moet periodiek worden aangepast. Elke drie jaar volledig nieuw plan en
jaarlijks een update.
1.3 Informatie
De informatieladder heeft de volgende treden:
1. Feiten zijn gebeurtenissen of omstandigheden die zich in de werkelijkheid voordoen.
2. Gegevens zijn registraties van feiten. Als feiten op papier of in computer worden vastgelegd
spreekt met van gegevens. Als gegevens met een computer in verband worden gebracht,
spreekt men van data.
3. Feiten die betekenis voor je hebben, vormen voor jou informatie. Op internet vind je heel
veel gegevens, maar slechts een klein deel ervan zal voor jouw informatie zijn.
4. Kennis ontstaat uit informatie, als die is aangevuld met vaardigheden en ervaringen. Kennis is
‘veredelde informatie’.
5. Een competentie heeft te maken met wat een persoon doet met zijn kennis. Competentie
wordt gedefinieerd als: de combinatie van kennis, vaardigheden, houding en gedrag die nodig
is om in een bepaalde beroepssituatie goed te kunnen functioneren. (politieagent -> iemand
arresteren).
1.4 informatiestromen
door het opdelen van een organisatie (via organogram) in afdelingen, ontstaan kunstmatige
eenheden, om de doelstellingen te bereiken. Om de opgedeelde informatie toch zo goed mogelijk als
een eenheid te laten functioneren, is goede informatie-uitwisseling van het grootste belang.
, Door een juiste informatievoorziening kan de kunstmatige opgedeelde organisatie toch als een
geheel functioneren.
Er zijn twee soorten informatiestromen te onderscheiden:
1. horizontale informatiestromen: deze zijn nodig om het primaire productieproces als één
geheel te laten functioneren. Afdeling inkoop moet bijv. productgegevens hebben van
afdeling productie.
2. Verticale informatiestromen: vanuit het management of de directie gaat
besturingsinformatie omlaag voor het aansturen van de primaire processen, zoals regels voor
het inkopen van materialen.
Vanuit het primaire proces komt verantwoordingsinformatie en managementinformatie over
het primaire proces weer omhoog naar de directie.
Informatie treedt dus op als integrator (bindmiddel) tussen de afzonderlijke bedrijfsprocessen van
organisatieonderdelen zodat het bedrijf naar de buitenwereld toe lijkt te functioneren als één
geheel.
Een goede geautomatiseerde informatievoorziening makt het mogelijk om een organisatie platter te
maken. Managers kunnen doordat ze sneller en over betere informatie beschikken, meer
medewerkers aansturen: hun span of control is groter geworden.
1.5 kwaliteit van informatie
De informatie die in een organisatie gebruikt wordt, moet dus ook aan een aantal kwaliteitseisen
voldoen.
- De informatie moet tijdig zijn
- De informatie moet volledig zijn
- De informatie moet de juiste detaillering zijn
- De informatie moet beschikbaar zijn
Informatie is niet hetzelfde als gegevens. Gegevens zijn kale feiten. Informatie bestaat uit gegevens
die bruikbaar zijn voor de ontvanger. Informatie doet iets met de ontvanger daarvan.
1.6 management en informatie
Aan de verschillende afdelingen in de organogrammen van figuur 1.1 (blz. 24) zijn verschillende
managementniveaus toe te kennen:
- Strategisch management: houdt zich bezig met grote lijnen in de toekomst. Het bepaalt de
budgetten voor afdelingen en controleert uitgaven. Beslissingen vaak eenmalig.
- Tactisch management: zit wat taken betreft tussen strategisch en operationeel in
- Operationeel management: taken op korte termijn. De beslissingen die het operationeel
maagmeent neemt zijn vaak repeterend. (het geven van toestemming voor een verlofdag)
voor operationele beslissingen zijn vaak procedures op te stellen.
De drie managementniveaus hebben uiteindelijk het doel ervoor te zorgen dat de primaire processen
op de werkvloer van de organisatie zodanig verlopen dat ze een bijdrage leveren aan de
bedrijfsdoelen.
De informatie voor het strategisch management hoeft niet erg gedetailleerd te zijn en hoeft ook niet
dagelijks beschikbaar te zijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller alinastellema. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.