Dit is een samenvatting van alle leerstof voor de tussentoets van Vraagstukken voortplanting en vroege levensfasen. Dit document bevat alle collegestof ( plaatjes) en ook leerstof uit de E-learnings.
Graves waardentheorie:
Analytisch en conceptueel denker. Werkt bij voorkeur op eigen kracht. Bij maken keuzes wegen eigen
overwegingen, eigen wensen, en resultaat zwaarder dan traditie, systeem of groepsbelang.
HC Een nieuw begin (2)
Alfa-1-antitrypsine (AAT)
- Protease remmer (Serpin superfamilie)
- AAT wordt aangemaakt door de lever zodat de enzymen uit onze voeding niet de lichaamseigen
eiwitten afbreken. AAT voorkomt dit. Met name de longen en de lever kunnen beschadigd raken.
- Targets:
o Neutrofiel elastase
o Cathepsine G
o Proteinase 3
Alfa-1-antitrypsine deficiëntie:
- Autosomaal recessief erfelijk
- Deficiëntie (functioneel) α-1-antitrypsine
- Divers klinisch beeld
o Kinderleeftijd > leverziekte
o Volwassen leeftijd > longemfyseem of (leverziekte)
Serpin superfamily (SERPINA1 gen, 14q32)
• Eiwitten met verschillende functies:
- Protease remmers (voornamelijk)
- Opslageiwitten (bijv. ovalbumine)
- Dragereiwitten (bijv. thyroxine binding globulin – TBG)
• Irreversibele verandering receptor protease
• Cascades: o.a. inflammatie, stolling
• Nadelen:
- Gevoelig voor mutaties > structurele verandering
- Accumulatie > celdood
Varianten α-1-antitrypsine:
• meer dan 120 bekende mutaties in SERPINA1
• meest single base insertie / deletie / substitutie
• afwijkend transcriptie / transport / excretie
,Klinische presentatie leverziekten bij een kind:
- Verlengde geelzucht in pasgeborenen
- Neonatale hepatitis syndroom
- Milde elevatie van aminotransferases in peuter
- Portale hypertensie in kind/jongvolwassene
- Etc.
Diagnostische kenmerken
- Verminderd serum level van α-1-antitrypsine
- Abnormale mobiliteit van α-1-antitrypsine in isoelektrische focus
- PAS + diastase resistent
Het natuurlijk beloop wisselt, en is moeilijk te voorspellen. Uitgaande van een neonatale cholestase als
presentatie:
• Bij ± 25 % normaliseren enzymen en ontwikkelt er geen leverziekte
• Bij ± 25 % is er milde stijging transaminasen maar is er geen progressie leverziekte
• Bij ± 25 % is er snel progressieve leverziekte en afnemende leverfunctie < 1 jaar en is een LeverTx nodig
• Bij ± 25 % normaliseert de cholestase maar hepatosplenomegalie blijft en uiteindelijk ontstaat cirrhose
Behandeling
• Vermijdt roken uit 1e, 2e en 3e hand!
• Ondersteunende behandeling: ADEK, portale hypertensie, voeding
• Orthotope levertransplantatie
• Op termijn: gentherapie?
• Op termijn: vernevelen recombinant Αlfa – 1- antitrypsine ?lfa – 1- antitrypsine ?
Conclusies:
• Eén basepaar verschil: een wereld van verschil
• Voorbeeld chronische aandoening bij kinderen
• Er gebeurt méér dan “alleen” de aandoening en de behandeling: Groei, Ontwikkeling, Gezin, Sociaal
HC kinderwens, een mannelijk probleem
Hypothalamus-hypofyse gonaden as
Mannelijke subfertiliteit:
- Criteria normospermie
o Volume > 1,5 ml
o Concentratie > 15 x 10^6 zaadcellen/ml
o Motiliteit > 32% progressieve motiele
zaadcellen (graad A en B)
o Morfologie > 4% zaadcellen met een
normale morfologie
o Totaal aantal > 39 x 10^6 zaadcellen
spermatozoa per ejaculaat
- Bereken VCM (volume x concentratie x
motiliteit)
- Milde OAT (VCM 3-10 miljoen)
- Matige OAT (VCM 1-3 miljoen)
- Extreme OAT (VCM <1 miljoen)
Bij afwijkende semenanalyse:
- Denk aan lifestyle factoren (roken, drugs, thermoregulatie)
- Andrologisch onderzoek:
• Hormonaal onderzoek (parallel aan vrouw onderverdeling naar hyper/ normo en
hypogonadotroop met normo of hypogonadisme)
• Lichamelijk onderzoek
• Op indicatie echografisch onderzoek
Bij azoospermie:
Verwijzing naar andrologisch centrum voor andrologische behandelopties:
- PESA (percutane epididymale sperma-aspiratie) > dit doe je bij een obstructieve azoospermie
(normogonadotroop; normaal FSH)
- MESA (microchirurgische epididymale sperma-aspiratie) > dit doe je bij een obstructieve
azoospermie
(normogonadotroop; normaal
FSH)
- TESE (testiculaire semen
extractie)
TESE: dit doe je bij een non-obstructieve
azoospermie (hypergonadotroop; hoog
FSH)
- Stukje weefsel van de teelbal
wordt weggenomen
- Weefsel wordt onder de
microscoop onderzocht
- Zaadcellen in het teelbalweefsel
- Invriezen
- ICSI met zaadcel die uit het
teelbalweefsel is verkregen
, Spermatogenese: 72 dagen ontwikkeling en 200 x 10^6 / dag
Interstitiele ruimte > daar liggen de Leydigcellen > maken testosteron > systemische testosteron en
spermatogenese
Tubuli > daar liggen Sertolicellen > maken Inhibine en ABP > zorgt voor de spermatogenese, de maturatie
en de motiliteit van de zaadcellen
Oorzaken azoospermie:
- Verstoorde aanmaak (probleem in testes)
- Verstoorde aansturing (centraal; brein)
- Obstructie van transport
Doel: door de diagnostiek kom je erachter waar het probleem zit > dat
bepaalt de behandeling
Hypergonadotroop:
- FSH/LH hoog
- Laag of normaal testosteron
Probleem zit in de testikel
o Opties: syndroom van Klinefelter, Kiemceldestructie, torsio testis, tumor, niet ingedaalde
testis
Normogonadotroop:
- FSH/LH normaal
- Testosteron normaal
Probleem zit in de obstructie > er is dan geen vas deferens
o Opties: infectie, vasectomie
Hypogonadotroop:
- FSH/LH laag
- Testosteron laag
Probleem zit centraal in de hypothalamus/hypofyse
o Opties: syndroom van Kallmann, prolactinoom, hypofyse probleem, steroïden gebruik
Sustanon = testosteron >> heeft invloed op de spermatogenese
- Exogeen testosteron zorgt ervoor dat je de negatieve feedbackloop ingaat waardoor de
hypothalamus en de hypofyse negatief worden beïnvloed
- Als gevolg krijg je azoospermie obv een hypogonadotroop hypogonadisme
Opwerken semen:
- Selectie van best bewegende zaadcellen
- Wegvangen prostaglandines, slecht bewegende, dode cellen, etc.
Geassisteerde voortplanting:
- Behandelingsopties afhankelijk van semen kwaliteit na opwerken
- Beoordeling ahv VCM
o >5-10 x 10^6 IUI (dan gebruik je het voor intra uterine inseminatie)
o 1-5 x 10^6 IVF (dan gebruik je het voor in vitro fertilisatie)
o <1 x 10^6 ICSI (dan gebruik je het voor intra cytoplasmatische sperma injectie)
Bij een aanhoudende azoospermie zou je een medicamenteuze behandeling starten
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Geneeskunde3dejaars. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.89. You're not tied to anything after your purchase.