Tijdvak 5 samenvatting oriëntatie op de geschiedenis
1. Opkomst van handel en ambacht
Antwerpen was de belangrijkste havenplaats in de 15 de eeuw, ook Brugge was erg belangrijk. Zij
profiteerde van het stapelrecht, dit hield in dat bij iedere transactie van buitenlandse handelaren een
lokale handelaar als tussenpersoon betrokken moest zijn. Italiaanse handelswaar was erg duur, maar
wel heel belangrijk voor de handel.
Hoe is de opleving van de handel in de tijd van steden en staten te verklaren?
De laat-romeinse keizer en de vroege middeleeuwen hadden weinig handel en kleine
handelsnetwerken, in de 11de eeuw kwam er wel meer gunstige omstandigheden. De belangrijkste 2
factoren voor opleving van de handel zijn, bevolkingsgroei en toenemen van veiligheid.
1.1 Bevolkingsgroei en hogere landbouwopbrengsten
Vanaf de 8ste eeuw begon de bevolking weer langzaam te groeien, dit groeide door tot aan de 14 de
eeuw toen de pestepidemieën ontstonden. Veel monden moesten gevoed worden, dit konden ze
doen door hun landbouwproductie. Ontginning was erg belangrijk voor de landbouw, zoals
ontbossing of stukken braak leggen. Door de bevolkingsgroei nam de vraag naar landbouwproducten
op lokale markten toe, veel minder mensen verbouwden namelijk hun eigen voedsel. Naast
landbouw had je ook ambacht, hiermee maakte ze wat bijverdienste naast de landbouw. Die hoge
landbouwopbrengsten en bevolkingsgroei zorgde voor een nijverheid.
Steeds meer boeren wisten een overschot te creëren, dit kwam omdat het klimaat beter was, het was
warmer en minder vochtig. Ook technische verbeteringen hielpen erg, zoals het drieslagstelsel,
keerploeg en het gebruiken van trekdieren.
1.2 Opleving van de handel over lange afstand
Door de ondergang van het WRR was de handel dramatisch gekrompen, het economische leven was
vooral in domeinen van grondbezitters die gericht waren op zelfvoorziening. Lokale machthebbers
hadden alle verantwoordelijkheid. Er was wel een bloeiende handel in het noorden bij de Friezen en
Vikingen met russen en Arabieren, maar verder in Europa was er weinig lange afstandshandel. Vanaf
de 11de eeuw kreeg de handel in Europa gunstigere omstandigheden, door de gestopte invasies van
volkeren. De kerk wilde geweld tegengaan, dus gingen de priesteres naar de edelen en zij moesten
dan een eed afleggen waarmee ze geweld tegen weerloze afzwoeren -> Godsvredebeweging. De
Italiaanse steden gingen ook een belangrijke rol spelen in de handel, zij deden dit ook door
kruistochten. Verder had je nog de lakennijverheid (duur product van wol) in Vlaanderen en de export
van graan voor o.a. bier. In de 12de eeuw kwam er een verbinding tot stand tussen noordoost FR en
deze 2 handelsnetwerken, dit gebeurde op de jaarmarkten van Champagne. Hier konden zowel de
Italianen en vlamen hun producten verhandelen. In de 14 de eeuw verloor deze jaarmarkt zijn positie,
omdat de Italianen rechtsstreek naar Vlaanderen gingen via de zeeroutes, deze markt ging toen door
naar Brugge.
1.3 De organisatie van de handel
In de 11de eeuw trokken de handelaren veel rond, naarmate de handel beter werd konden de
handelaren ook mensen in dienst nemen. Er was ook ontwikkeling in de nijverheid, ambachtslieden
lieten hun producten kopen door handelaren die zelf dan weer opzoek gingen naar geïnteresseerde
kopers. De handelaren stuurde vertegenwoordigers op pad om kopers te vinden. Het verkeer van geld
en goederen werd vanaf de 12de eeuw steeds efficiënter georganiseerd. In het betalingsverkeer waren
, wisselbrieven erg belangrijk. Hierin stond het verschuldigde bedrag van koper, dit functioneerde
onder handelaren als geld. Ook kredietverlening was heel belangrijk. In de beginfase van de
herlevende handel sloten kooplieden zich aan bij handelsgilden of ook wel compagnieën. Dit was
vooral voor wederzijdse bescherming bij reizen, maar ook monopolierecht op handel in eigen
nederzetting. Hanze is als handelaren uit verschillende steden zich verenigen om de handel in een
bepaald gebied te reguleren. De Duitse Hanze was het bekendst.
2. Steden met stadsrecht
Inleiding
Een blijde inkomst -> rituele intreding intrede van een nieuwe landsheer in de belangrijkste steden
van zijn nieuwe territorium. Dit was van de 14 de tot 16de eeuw gebruikelijk in de zuidelijkere
Nederlanden. Je kon in de tijd van de vroege middeleeuwen door edelen erkent worden als vorst.
2.1 De wedergeboorte van het verschijnsel stad
Door het uiteenvallen van het WRR waren de steden in heel Europa niet meer heel belangrijk. De
stedelijke edelen hadden zich teruggetrokken naar het platteland en waren gefocust op
zelfvoorziening. Het belastingstelsel verschrompelde en het centrale gezag viel weg. Ook handel kon
hierdoor niet meer bestaan en de steden stroomde leeg. Sommige steden bleven bestaan door de
handel met het byzantijnse rijk. Rondom bisschopskerken bleef ook wel een kleine gemeenschap
bestaan. In de 11de eeuw leefde de handel weer op, zowel regionaal als op lange afstand. Dit kwam
door het opvoeren van de productiviteit in de landbouw en door snelle bevolkingsgroei, dit leidde tot
een gespecialiseerde groep ambachtslieden. Zij troffen handelaren aan op knooppunten van
groeiende handelsnetwerken. Dit leidde tot het nieuwe proces van verstedelijking. Veel handel ging
nu via het water. Handelaren zochten elkaar ook op voor wederzijdse bescherming, want de lokale
machtshebbers hadden daar weinig aandacht voor. Veel middeleeuwse steden groeide vanuit de kern
van een handelsgemeenschap, het verstedelijkingstempo was overal anders. Door de wedergeboorte
van de steden kwamen de ingrijpende veranderingen voor de maatschappij. In de steden ontstond
namelijk een nieuwe groep, die zich moeilijk in de bestaande verhouding lieten voegen: de burgers.
2.2 Stadsrechten
Door leden van handelsgemeenschappen werd er een gezamenlijke eed af gezworen, waarmee ze
onderlinge steun verzekerden. Zo vormde zich en commune. Zij gingen vervolgens onderhandelen
met adellijke heren/vorsten om voorrechten te krijgen. Dit werd ook wel vrijheden genoemd, zij
hoefde namelijk geen herendiensten te doen, geen tol te betalen of ze hoefde niet in het leger.
Iedereen die burger werd van een stad kon bij deze gemeenschap, behalve onvrije boeren. Het kon
alleen als de heer er toestemming van gaf. Eerste werd dit altijd mondeling verleend, maar toch werd
het steeds vaker schriftelijk vastgesteld. Veel steden die al stadsrechten hadden, werden dezelfde
stadsrechten ook overgenomen door andere steden. Door het verlenen van vrijheden aan communes
gaf de machtshebber eigenlijk delen van zijn macht weg, maar waarom bleef hij dit dan toch doen?
Het zorgde voor een opleving van de handel, dit zorgde weer voor meer inkomsten want iedereen
moest rente en tolheffing betalen. Ook hielp dit bij steden waar edelen veel macht hadden, zij
verloren daardoor namelijk wat zeggenschap. Door de toenemende welvaart groeide de politieke
macht, zelfs buiten de stadsmuren naar het platteland. In Vlaanderen werd het graafschap
uiteindelijk belangrijk. Stadsrechten gaf een gemeenschap het recht om zichzelf te beschermen door
het bouwen van muren en het organiseren van eigen bestuur en rechtspraak. De burgers kozen zelf
een raad van schepen: dit werd op het platteland door graven samengesteld. Uiteindelijk werd dit
gedaan door patriciërs (afstammelingen van oorspronkelijke bewoners van de handelsgemeenschap).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mijntjebertens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.19. You're not tied to anything after your purchase.