100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitgebreide samenvatting IPR Vermogensrecht Blok 3 $5.38   Add to cart

Summary

Uitgebreide samenvatting IPR Vermogensrecht Blok 3

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Volledige, uitgebreide samenvatting van blok 3 van IPR Vermogensrecht. In de samenvatting wordt het boek, het hoorcollege en de jurisprudentie uiteengezet.

Preview 2 out of 6  pages

  • May 19, 2024
  • 6
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
IPR Vermogensrecht – profieldeel

Blok 3: corporaties

Opname college:

De term is corporaties, niet rechtspersonen, omdat dit de terminologie is
binnen de internationale bronnen.

Begrip corporatie – art. 10:117 BW.
Vennootschap, vereniging, coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij,
stichting en ieder ander als zelfstandige eenheid of organisatie naar buiten
optredend lichaam en samenwerkingsverband.
Vennootschappen zijn hier kapitaalvennootschappen en
personenvennootschappen. Hieronder vallen ook een EESV, Europese
vennootschap en Europese coöperatieve vennootschap.
Ruim begrip  ook eenmanszaak? Nee.

Wanneer bestaat een corporatie? Dit heeft te maken met de
oprichtingsvereisten.
Voor het eigen recht: als deze naar het recht van het land van oprichting
rechtsgeldig is opgericht.

Er bestaan binnen Europa twee verschillende visies over het bestaan van
corporaties: statutaire zetelleer en werkelijke zetelleer.
De statutaire zetelleer: daarin eist de staat van oprichting enkel en alleen
dat de formele oprichtingsvereisten worden vervuld naar het
vennootschapsrecht het land van oprichting en dat de
vennootschap in dat land zijn statutaire zetel heeft. Niet nodig is
dat de werkelijke zetel (lees: hoofdvestiging / centrum van belangen)
plaats heeft in dat land. In Nederland geldt de statutaire zetelleer.
In de werkelijke zetelleer wordt daadwerkelijk geëist dat naast de
statutaire zetel bij de oprichting van een vennootschap ook de werkelijke
zetel zich in dezelfde lidstaat van oprichting bevindt. Connexiteit
tussen de statutaire zetel en de werkelijke zetel.

Het begrip ‘werkelijk zetel’ wordt in het kader van het IPR (als we kijken
naar NL IPR recht) versmald tot het centrum van bestuursactiviteiten.

Het aanhaakpunt voor wanneer een vennootschap bestaat naar het eigen
vennootschapsrecht verschilt naar gelang de lidstaat de statutaire
zetelleer of de werkelijke zetelleer aanhangt.
Een land die de werkelijke zetelleer aanhangt (bijv. België, Duitsland), daar
vallen de statutaire zetel en het centrum van bestuursactiviteiten samen.
Dit heeft belangrijke consequenties: als de werkelijke zetel verplaatst
wordt vanuit een land dat de werkelijke zetelleer aanhangt, dat daardoor
de rechtspersoon ophoud te bestaan, want hij voldoet niet meer
aan de vereisten van bestaan en voortbestaan als corporatie naar
het nationale recht.

, Het verschil tussen de statutaire zetelleer en de werkelijke zetelleer zie je
ook terug in de bewoordingen van art. 10:118 BW en art. 49 en 54 VWEU
en de uitleg in HvJ EG Daily Mail.

In art. 10:118 BW wordt als eerste aanhaakpunt voor de erkenning van
rechtspersonen gekeken naar de statutaire zetel, maar ontbreekt deze dan
wordt ook aangehaakt bij het centrum van optreden naar buiten toe ten
tijde van de oprichting (= centrum van bestuursactiviteiten).
In art. 49 en 54 VWEU wordt gezegd dat een lidstaat zelf de keuze maakt
voor aanhaakpunt voor bestaan en voortbestaan van corporatie.

In een land met statutaire zetelleer maakt het niet uit of de corporatie
verhuisd. In een land met de werkelijke zetelleer ligt dit anders: op het
moment dat er discrepantie komt ontstaan tussen de statutaire zetel en
werkelijke zetel, dan is de consequentie daarvan dat de corporatie niet
meer bestaat.

De statutaire zetelleer is flexibel, de werkelijke zetelleer is streng. Hiervoor
is voor gekozen omdat bijv. Duitsland het bestuur in dezelfde plaats wil
hebben als waar het is opgericht, dit heeft te maken met controle.

Als een corporatie bestaat volgens het recht van de staat van oprichting,
moet een andere staat waar deze niet is opgericht de corporatie
erkennen? Dit leidt tot een IPR vraagstuk: erkenning – moet een andere
staat dan de staat van incorporatie het bestaan van de ‘buitenlandse’
corporatie erkennen?
De oplossing hiervoor is te vinden in art. 10:118 BW.

Wat het Nederlandse IPR recht zegt is dat indien wordt geconstateerd dat
de corporatie bestaat en dat de corporatie voor wat betreft het recht niet
wordt beheerst door het Nederlands recht, maar naar het recht waar zij
is opgericht.

Wat is het belang van de erkenning van de corporatie?
- Welk recht van toepassing is op de corporatie zelf;
- Wat de nationaliteit is van de corporatie;
- Waar de zetel van de corporatie is;
- Waar de corporatie, mits van toepassing, belastingplichtig is.
Zie opname waarom deze onderwerpen van belang zijn.
Let op: in beginsel bepaalt elk land in het eigen nationale IPR-recht de
erkenningsregels van buitenlandse corporaties. Er is geen Europese
verordening die regelt hoe we binnen de EU EU-vennootschappen moeten
erkennen, dit is niet geharmoniseerd maar overgelaten aan de lidstaten.
Let op: een onderneming die toebehoort aan een buitenlandse
‘rechtspersoon’ die in Nederland een hoofdvestiging of nevenvestiging
heeft, moet in het handelsregister worden ingeschreven (art. 5d Hrgw
2007). De gedachte hierachter is bescherming van derden
(crediteurenbescherming).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessavanschaik. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.38. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.38
  • (0)
  Add to cart