100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitgebreide samenvatting IPR Vermogensrecht met nagekeken casusvragen $16.56
Add to cart

Summary

Uitgebreide samenvatting IPR Vermogensrecht met nagekeken casusvragen

1 review
 63 views  11 purchases
  • Course
  • Institution

Volledige, uitgebreide samenvatting van alle blokken van IPR Vermogensrecht. In de samenvatting wordt het boek, de kennisclips, het werkcollege en de jurisprudentie uiteengezet. Daarnaast worden de nagekeken casusvragen beantwoord.

Preview 4 out of 49  pages

  • May 19, 2024
  • 49
  • 2023/2024
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: aslidemir • 6 months ago

avatar-seller
IPR Vermogensrecht – profieldeel

Blok 1: contractuele verbintenissen

Kennisclip 1: contractuele verbintenissen (1)




Kwalificatie: overeenkomsten.
In dit college: toepasselijk recht – overeenkomstenrecht.

EVO – Europese Verbintenisrechtelijke Overeenkomst (1980). Dit
verdrag is tot stand gekomen toen er nog sprake was van ‘Europese
gemeenschappen’. Op dat moment, voorafgaand aan de Europese Unie,
werden IPR instrumenten tot stand gekomen middels internationale
publiekrechtelijk verdragen. Het EVO regelde het toepasselijk recht op een
aantal verschillende overeenkomsten. Het verdrag werd geratificeerd door
alle toenmalige landen die aangesloten waren bij de Europese
gemeenschappen. Op het moment dat de EU bevoegdheid kreeg om IPR
instrumenten op te stellen, werden veel oudere internationale verdragen
omgezet naar internationale EU verordeningen. EVO werd omgezet naar
Rome I-verordening. Rome I-verordening is dus de opvolger van het EVO-
verdrag. Landen die later tot de EU zijn toegetreden maken dus geen deel
uit van het EVO-verdrag. Dit kan van invloed zijn op de toepasselijkheid
van de instrumenten binnen de EU. In Nederland geldt het EVO-verdrag
wel indien de Rome I-verordening niet van toepassing is, omdat NL
behoorde tot de Europese gemeenschappen.

EVO-verdrag is niet in bundel opgenomen, dus geen inhoudelijke vragen
hierover op tentamen. Het is van belang dat je weet dat het verdrag
bestaat en dat je kan uitleggen waarom de Rome I-verordening van
toepassing is op een bepaalde vraag in plaats van het EVO-verdrag, of dat
je kan uitleggen waarom je terugvalt op nationale wetgeving.

Wat zijn de toepassingsgebieden van EVO enerzijds en Rome I
anderzijds?
- Temporeel:
o EVO – voor 16/12/2009;
o Rome I – op of na 17/12/2009 (art. 28).
- Materieel: verbintenis uit overeenkomst (art. 1).
o Uitzonderingen art. 1 lid 2  bijv. geen familierechtelijke
overeenkomsten.
- Formeel: universeel (art. 2).

,Als zowel Rome I als EVO van toepassing zijn, is er sprake van
samenloop. Indien overeenkomst is gesloten in 2010, geldt zowel de
Rome I-verordening als het EVO-verdrag. Deze samenloopkwestie is
geregeld in art. 24 Rome I.

Onder de Rome I-Verordening vallen met name de volgende
onderwerpen (art. 12):
- Uitleg;
- Nakoming;
- Tekortkoming;
- Tenietgaan van overeenkomst;
- Gevolgen van nietigheid.

Met de Rome I-Verordening wordt duidelijk welk recht van
toepassing is op een contract.
Indien bijv. een overeenkomst gesloten met algemene voorwaarden bij
Ryanair, dan staat in de algemene voorwaarden vaak een bepaling dat het
Engels recht van toepassing is. In de Rome I-Verordening wordt bijv.
bepaald of dit een geldige rechtskeuze is.

Art. 3 Rome I-Verordening (rechtskeuze):
- Partijen mogen kiezen (rechtskeuze). Deze keuze gaat voorop (sluit
aan bij contractvrijheid):
o Ieder statelijk recht. Dit is onbeperkt, elk recht mag worden
gekozen (hoeft niet te voldoen aan bijv. nauwste
verbondenheid);
o Maar ook andere keuzes (bijv. een verdrag, Weens
Koopverdrag)? Dit mag, dit heet een materieel rechtelijke
rechtskeuze;
o Partijen mogen hun rechtskeuze nog wijzigen (lid 2), indien
beide partijen het daarover eens zijn.
- Formele eisen aan de rechtskeuze zijn:
o Uitdrukkelijk, dan wel duidelijk blijken uit de bepalingen aan de
overeenkomst (lid 1);
o Dépaçage toegestaan. Dit betekent dat partijen kunnen
zeggen dat t.a.v. bepaalde delen van het contract het ene
rechtstelsel wordt gebruikt, en t.a.v. andere delen een ander
rechtstelsel wordt gebruikt;
o Bestaan en geldigheid getoetst o.g.v. art. 10, 11 en 13.
- Effecten van de rechtskeuze zijn:
o Het wordt toegepast op alle aspecten (art. 12);
o Mogen wijzigen, maar geen effect door derde.

Art. 4 Rome I-Verordening (objectieve verwijzing):
Indien partijen geen rechtskeuze hebben gemaakt, dan kijken naar art. 4.
- Art. 4 lid 1 onder a t/m h: specifieke contracten uitgeselecteerd.
Deze specifieke contracten kennen een individuele toepasselijk
recht-regel;

, - Art. 4 lid 2: indien contract niet onder 4 lid 1 valt of onder meer van
4 lid 1, dan het recht van de gewone verblijfplaats van de
kenmerkende prestant;
- Art. 4 lid 3: ontsnapping indien kennelijk nauwer verbonden met
ander recht;
- Art. 4 lid 4: indien lid 1 en 2 niet van toepassing zijn, dan het recht
dat het meest nauw is verbonden (alle omstandigheden van het
geval);
- Begrip gewone verblijfplaats: art. 19.

Art. 5-9 en 21 Rome I-Verordening (zwakkere partijen en
uitzonderingen):
- Zwakkere partijen (art. 5-8):
o Vervoer (art. 5);
o Consumenten (art. 6);
o Verzekering (art. 7);
o Arbeidsovereenkomst (art. 8).
- Uitzonderingen (art. 9 en 21):
o Art. 9: dwingende bepalingen (definitie in lid 1);
 Lid 2: van de lex fori;
 Lid 3: derde land (land van uitvoering).
o Art. 21: openbare orde.

Het is handig om eerst te kijken of er sprake is van uitzonderingen ex. art.
5-8, en dan over te gaan naar art. 4. Dit omdat in de bepalingen van art. 4
al wordt verwezen naar de uitzonderingen. Er moet dus eerst naar de
uitzonderingen gekeken worden, voordat art. 4 kan worden toegepast.

Toepassing Rome I-Vo:
1. Art. 3;
2. Art. 5-8;
3. Art. 4 valt uiteen:
o Lid 1; Lid 4;
o Lid 2;
o Lid 3.
4. Art. 9 en 21.


Kennisclip 2: contractuele verbintenissen (2)

, Als het toepasselijk recht moet worden vastgesteld t.a.v. een
overeenkomst, moet de Rome I-Verordening en het EVO-Verdrag worden
gebruikt (of in het uiterste geval Boek 10).
Het Weens Koopverdrag staat bovenin de titel van de kolom hierboven:
WKV.

Het Weens Koopverdrag is een voorbeeld van geünificeerd materieel
recht. Dit betekent dat het Weens Koopverdrag inhoudelijk antwoord geeft
op een inhoudelijke vraag (bijv. of sprake is van een tekortkoming in de
nakoming). In plaats van op zoek gaan naar een toepasselijk recht, geeft
het Weens Koopverdrag inhoudelijk antwoord op de vragen. Dit betekent
dat indien het Weens Koopverdrag toepasselijk is op een casus, dat niet
meer opzoek hoeft te worden gegaan naar het toepasselijk recht, want
het Weens Koopverdrag is het toepasselijk recht.

Als er sprake is van een casus dat onder de reikwijdte van het Weens
Koopverdrag zou kunnen vallen, moet eerst vastgesteld worden of het
Weens Koopverdrag van toepassing is, voordat naar Rome I/EVO wordt
gegaan om het toepasselijk recht vast te stellen.

Toepassingsgebieden Weens Koopverdrag:
- Materieel (art. 1-5):
o B2B contracten;
o Bedrijven gevestigd in verschillende staten;
o Uitgezonderd (art. 2 en 3): consumentenovereenkomst,
veiling, executoriale koop, koop van effecten, waardepapieren,
schepen, luchtvaartuigen, elektriciteit.
- Temporeel (art. 99-100):
o Contracten gesloten na WKV in werking getreden in betrokken
landen.
- Formeel (art. 1 lid 1):
o Algemeen:
 Wanneer beide staten verdragsluitende staten zijn (lid 1
sub a), of;
 Wanneer volgens de regels van IPR het recht van een
verdragsluitende staat van toepassing is (lid 1 sub b).
o Keuze: partijen kunnen ervoor kiezen om het Weens
Koopverdrag uit te sluiten of juist van toepassing te verklaren
(art. 6).

Art. 1 lid 1 sub b WKV:
Er moet eerst vastgesteld worden welk recht van toepassing zal
zijn op het betreffende contract, om erachter te komen of het
Weens Koopverdrag van toepassing is. Welk recht van toepassing is,
moet vastgesteld worden o.b.v. de regels van het IPR, in Nederland is dit
volgens de Rome I-Verordening/EVO. Indien op basis hiervan het
toepasselijk recht het recht is van een verdragsluitende staat van het
Weens Koopverdrag, dan is het Weens Koopverdrag alsnog formeel van
toepassing volgens art. 1 lid sub b WKV.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessavanschaik. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $16.56. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$16.56  11x  sold
  • (1)
Add to cart
Added