100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting religie,zingeving en levensbeschouwing $7.73   Add to cart

Summary

samenvatting religie,zingeving en levensbeschouwing

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

samenvatting religie, zingeving en lichaamsbeschouwing

Preview 4 out of 31  pages

  • May 19, 2024
  • 31
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting RZL 2023-2024

 Mondeling examen
o Open vraag ( 9pt)
o Vraag WCO ( 5pt)
 Schriftelijk deel
o Begrippen uitleggen ( 6pt)


Topic 1:filosofie
1. Structuur van filosoferen?
Filosofie is
 Nadenken
o Nadenken en reflectie
o ‘ het vermogen tot bewustzijn van zichzelf’
o Filosofie begint bij vermogen tot stilvallen bij en reflecteren op jezelf
o Filosofie = epochaal  (= wil zeggen dat het filosofische denken een
onderbreking,een halte is op de tijdslijn) word bevestigd in het bekende
beeld “ de denker”
o Epochale betekenis wijst op het gegeven dat de filosofie zich afspeelt dicht bij
concrete leven
o De veroordeling van socrates ( grieks filosoof, moest gifbeker drinken, gezien
als stichter van de westerse filosofie)
o Filosofie: wetenschappelijk streven naar kennis om de tijd en wereld te
doorgronden
o De epochale betekenis van filosofie leert dat filosoferen het tegendeel is van
iets dat zich ver vh concrete leven afspeelt, het houd een spiegel voor die erg
ontnuchterend en confronterend kan werken  kan daardoor ook vaak tegen
de filosoof inwerken
 Radicaal en fundamenteel nadenken
o Onderscheid tussen:
 De werkelijkheid” an sich,” de objectieve werkelijkheid = werkelijkheid
zoals ze is , op zichzelf ( hier richt de filosofie zich op)
 De werkelijkheid zoals wij ze zien = “fur mich”, de subjectieve
werkelijkheid= de werkelijkheid zoals ik ze zie
 Vb. water ( zie cursus)
o Filosofie benadert werkelijkheid in haar geheel in tegenstelling tot
psychologie,sociologie,ethiek,…
 Psychologie bestudeert mens vanuit oogpunt van emoties
 Sociologie bestudeert mensen en wereld vanuit oogpunt van sociale
verbanden
 Ethiek bestudeert menselijke gedragingen vanuit aspect ‘goed’ of
‘kwaad’
o Filosofisch denken
 Radicaal: graaft naar wortels vd werkelijkheid (latijns radix= wortel)
 Fundamenteel:dringt door de tot de fundamenten van de
werkelijkheid

, o Filosofische vragen zijn steeds radicale of fundamentele vragen
o Uitleg illustratie: moraal , ze zijn alle 6 nog een beetje ontvreemd, ze denken
er allemaal iets anders over, ze hebben allemaal maar een beetje gelijk
 Radicaal en fundamenteel nadenken vanuit ervaring van verwondering
o Verwondering is kracht die de mens in de richting van het filosoferen
voorstuwt
o Bron van filosofie = verwondering( arché= grieks voor “begin”)
o Verwondering: een nieuwe ervaring die niet of moeilijk in het systeem past
dat je gevormd hebt
o Wonder ( komt vaker voor vb. geboorte kind) is niet hetzelfde als een mirakel
( iets uitzonderlijk, eenmalig)
o Mythologie:periode die vooraf gaat aan de fysiologie
o Mythen bestaan uit wonderlijke voorvallen vb. mythe over ontstaan van
sterren en heelal
o Van oudsher verwonderen mensen zich
 Verwondering kent ook 3 verschillende stadia:
o Spontaan getroffen worden door bv. Iets vreemd, iets wat je niet kent
o Verwondering brengt een soort van wonde met zich mee want je kent het
niet, het past niet in ons denksysteem
o Bewondering en fascinatie

Vb examenvragen
 Geef de 3 structurele elementen van de filosofie en leg uit
 Wat is verwondering en leg de link uit met filosofie

2. Filosofie van ziekte en gezondheid
Filosofie van de westerse cultuur
 Het wereldbeeld vormt fundament vd cultuur
o Wereldbeeld: dominante collectieve voorstelling die een maatschappij
onderhoud over de samenstelling van haar leefwereld
 Alle levensdomeinen
 Pre-moderniteit moderniteit  postmoderniteit ( 3 perioden)
 “ van theemutscultuur naar walkman-ego” ( theemusts : mensen zitten veilig
geborgen, maar hebben niet veel te zeggen , een theemuts kan ook vaak
beknoppend aanvoelen, walkman-ego : “alles draait om ik en we staan met iedereen
in verbinding”)
A. Premoderniteit ( traditionele wereldbeeld)
 500-1500 na Chr, de vroeger- middeleeuwen
B. Moderniteit
 1500-1970 na Chr
C. Post-moderniteit
 1970-… na Chr
dieptebeschrijving
 bij het bespreken van de wereldbeelden volgen we een vast stramien, 3 vragen
 Hoe zit de werkelijkheid in elkaar( kosmologie)
 Wie is de mens? ( antropologie?)
 Is er een god en wie is die god? ( theologie)

, daarna kijken we naar kleinere domeinen
 Hoe zit het met de tijd?
 Wat is de gangbare moraal?
 Waar speelt het leven zich af?
 nadien kijken we naar fundamentele achtergronden
 perceptie van ziekte gezondheid en lichamelijkheid
Het premoderne wereldbeeld
= samenleving en heelal als hierarchisch en organisch geheel
 Heersende beeld in de westerse maatschappij tijdens de christelijke middeleeuwen
 500-1500 na Chr
 De werkelijkheid: als levend organisme: hierarchisch en organisch geheel
 De mens: afhankelijk,niet autonoom
 God: vanzelfsprekend
 De tijd:cyclisch (men leeft op ritme vd natuur en vd seizoenen)
 De moraal: voorgegeven door de schepper( de mens moet gehoorzamen)
 Het leven: platteland en dorpscultuur ( men leeft voor een groot deel vd landbouw)
Achtergronden
Germaanse religiositeit
 Polytheistisch
o = geloof in meerdere krachten en meerdere goden
o Werden gezien als bronnen vh leven
o Goden van licht,duisternis,leven,dood,liefde en haat
o De godheid is zoals de werkelijkheid zelf: oneiding,puriform en groot
o Voor het ontstaan vd godsdienst was er maar één god
o Eigen aan dit is dat het allemaal verpersoonlijkingen zijn van krachten
o Er is een functionele dimensie
 Hierarchie
 Niet relationeel
o Animisme: je gelooft dat alles een ziel heeft vb. in bomen,sterren,…  dit
denken komt voort in primitieve culturen vb. indianen
o Mythen: symbolische verhalen ontsproten aan de verwondering , poging om
het onzichtbare te verwoorden en te begrijpen
 ten aanzien van het animisme is er hier sprake van een dubbele vooruitgang:
 De dingen worden gepersonaliseerd, het zijn geen demonen meer
 De sterkste mythologie vinden we bij de grieken: zeus is de belangrijkste , hij woont
met alle anderen op de Olympos ( berg)
 We zien een vooruitgang in taal ( er word meer beredeneert en gereflecteerd)
Christelijke godsdienst
Centrale figuur in christendom: jezus (jood)
 Monotheisme ( is een christendom godsdienst)
o Verborgenheid
o Actieve god ( ook persoonlijke god die met elk individu in contact staat)
o Ook wel abba genoemd (letterlijk:papa)
 Transcendent
o = god is de geheel andere / Der ganz andere
o hij is altijd meer dan dat wij kunnen vatten
 Openbaring van godswegen

, o =God maakt zich bekend aan de mens
o = Ontmoeting
o Belangrijk dat je een open en ontvankelijke houding hebt  voorwaarde
 God sluit een verbond
o Vb. bijbel ( gaat over verbondenheid tussen mens en god)
o Het gaat om verbond niet om fusie
 de christelijke god is relationeel!
 Christenen hebben een trinitair godsbeeld: “drie” ( vader,zoon en heilige geest)
Grieks denken:plato
 Belangrijkste filosofen SPA ( socrates-plato-aristoteles)
 Denkende/wetenschappelijke verklaring voor alles
 Werkelijkheid bekijken
o Via waarneming ( empirie)  leid tot schijnkennis
o Via denken ( ratio)  leid tot ware kennis
Grondidee=idealisme
 Belangrijk Onderscheid: fur mich en an sich
 Plato ging ervan uit dat de werkelijke wereld verschilt vd wereld die we waarnemen
 Volgens plato is de wereld van de ideeen de werkelijke wereld
 Alles is een afspiegeling van hun respectievelijke gevormd idee
 De allegorie vd grot
o Het leven van mensen op aarde is te vergelijken met het leven in een grot, de
echte wereld bevind zich bovengronds, door de lichtinval zien de
grotbewoners enkel schaduwen van wat zich in de werkelijke wereld
afspeelt.doordta ze nooit anders gekend hebben nemen de grotbewoners dat
waar als de werkelijke wereld
Gevolg=dualisme( geest en lichaam zijn gescheiden)
 2 volledig gescheiden werelden
o Een fysische-waarneembare -stoffelijke wereld
o Een niet-fysische (=geestelijke) -ontstoffelijke wereld
 Gevolg:Dualisme zorgt voor onderwaardering vd lichamelijkheid,…
 Platonische liefde: liefde zonder lichamelijke wensen,seksueel wandelen
 Plato promoot de ideeënwereld  de enige ware werkelijkheid
Over ziekte en gezondheid
 In elke periode is er een andere beleving van ziek en gezond zijn
In de oudheid – religieuze laag
 Teken van band met de goden
 Joods-bijbelse notie van reinheid
 Gezondheid gekoppeld aan religieus welbevinden
In de middeleeuwen-een metafysische laag
 Lichaam minderwaardig aan geestelijk heil
 Accent op zielzorg en gastvrijheid
 Link met metafysica van plato

Vb. examenvragen
 Bespreek het premoderne wereldbeeld
Moderniteit
 Hoe werd er gekeken in dit wereldbeeld naar ziekte,gezondheid
Het moderne wereldbeeld
en lichamelijkheid
 Bespreek enkele funderende achtergronden van dit wereldbeeld (
dan zeg je iets over christendom,filosofie,ami,…

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evelinevanavermaet. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.73. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.73
  • (0)
  Add to cart