2023-2024
Samenvatting
S. Cools, E. Terryn, J. Vananroye, M. Van de Looverbosch, M. Verheyden
Emilie Beelen
,Inhoud
Deel I. Beginselen van ondernemingsrecht................................................................................ 13
Hoofdstuk 1. Van Handelsrecht naar ondernemingsrecht...................................................... 13
Hoofdstuk 2. Onderneming in formele zin en in functionele zin ............................................. 13
Afdeling 1. Onderneming in formele en in functionele zin................................................... 15
Afdeling 2. Onderneming in formele zin .............................................................................. 15
Afdeling 3. Onderneming in functionele zin ........................................................................ 16
Hoofdstuk 3. Enkele basisverplichtingen van de onderneming .............................................. 16
Afdeling 1. Inschrijving in de kruispuntbank van ondernemingen ....................................... 16
Afdeling 2. Houder zijn van een financiële rekening ............................................................ 17
Afdeling 3. Afgifte van een factuur aan een klant ................................................................ 17
Afdeling 4. Bijhouden van boekhouding en het opstellen en, in de meeste gevallen,
publiceren van een jaarrekening ........................................................................................ 18
Afdeling 5. Gebruik van taal van het taalgebied .................................................................. 18
Afdeling 6. Informatie en transparantieverplichting ............................................................ 18
Hoofdstuk 4. Enkele bijzondere verbintenisrechtelijke regels tussen/ tegen ondernemingen. 18
Afdeling 1. Passieve hoofdelijkheid tussen ondernemingen ............................................... 18
Afdeling 2. Vermoeden van bezoldiging van het professioneel mandaat............................. 19
Afdeling 3. Vermoeden van kennis van verborgen gebreken door beroepsverkoper ............ 19
Afdeling 4. Bewijs in ondernemingszaken........................................................................... 19
§1. Algemene regels over bewijs in ondernemingszaken ................................................. 19
§2. Bijzondere ondernemingsrechtelijke bewijsmiddelen ............................................... 20
Afdeling 5. Betalingsachterstand bij handelstransacties .................................................... 20
Hoofdstuk 5. Onderneming, vennootschap en rechtspersoon ............................................... 21
Afdeling 1. De ‘handelszaak’ versus vennootschap met rechtspersoonlijkheid .................. 21
§1. Vooraf ....................................................................................................................... 21
§2. De ‘handelszaak’: geen rechtssubject ....................................................................... 21
§3. Facultatieve tempering: onbeslagbaarheid van de woning van de zelfstandige ......... 22
§4. Vennootschap met (volkomen) rechtspersoonlijkheid: wel een rechtssubject .......... 23
§5. Recapitulatie van onderscheid tussen ‘handelszaak’ en rechtspersoon ................... 24
Afdeling 2. De ‘handelszaak’ en afzonderlijke ondernemingsgoederen als rechtssubject... 25
§1. De ‘handelszaak’ als feitelijke algemeenheid ............................................................ 25
§4. Een bijzonder geval: pand op de ‘handelszaak’ ......................................................... 25
Deel II. Vennootschapsrecht ..................................................................................................... 27
Hoofdstuk 1. Vennootschapsrecht: Een kennismaking .......................................................... 27
1
, Afdeling 1. Wat is een vennootschap .................................................................................. 27
Afdeling 2. Waarom een vennootschap oprichten? ............................................................ 27
Afdeling 3. Waarom is er vennootschapsrecht?.................................................................. 27
§1. Management versus aandeelhouders ....................................................................... 28
§2. Meerderheidsaandeelhouder versus minderheidsaandeelhouder ............................ 28
§3. Aandeelhouder versus schuldeisers ......................................................................... 28
Afdeling 4. Welk Vennootschapsrecht? .............................................................................. 28
Hoofdstuk 2. De vennootschap: Elementen, vormen en kenmerken ...................................... 28
Afdeling 1. Ontleding van de definitie van vennootschap ................................................... 28
§1. Element 1: Een eenzijdige wilsverbintenis of een overeenkomst tussen twee of meer
personen ........................................................................................................................ 28
§2. Element 2: Inbreng in de vennootschap .................................................................... 29
§3. Element 3: Voorwerp van de vennootschap .............................................................. 29
§4. Element 4: Doel van de vennootschap ...................................................................... 30
Afdeling 2. De rechtspersoonlijkheid en de vennootschapsvormen ................................... 31
§1. De rechtspersoonlijkheid .......................................................................................... 31
1. Algemeen .......................................................................................................... 31
2. Vormvereisten van de oprichtingsakte ............................................................... 31
3. Openbaarmaking............................................................................................... 32
4. Optreden namens de vennootschap in oprichting (art. 2:2 WVV)....................... 33
§2. Vennootschapsvormen ............................................................................................ 33
§3. Historische ontwikkeling ........................................................................................... 33
§4. Het Wetboek van vennootschappen en verenigingen ................................................ 33
Afdeling 3. Kenmerkende begrippen ................................................................................... 33
§1. Het vennootschapsbelang ........................................................................................ 33
§2. De zetel ..................................................................................................................... 34
§3. De naam ................................................................................................................... 34
1. Ondeelbaarheid versus deelbaarheid van de vennootschapsovereenkomst ..... 35
2. Niet-overdraagbaarheid versus overdraagbaarheid van de aandelen ................ 35
3. Besluitvorming bij unanimiteit versus meerderheid ........................................... 36
Hoofdstuk 3. Vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid .............................................. 36
Afdeling 1. Kenmerken van de maatschap en haar varianten.............................................. 36
§1. Zuiver contractueel vennootschapstype ................................................................... 36
§2. Varianten van de maatschap..................................................................................... 36
§3. Geen vormvereisten .................................................................................................. 36
§4. Onbeperkte aansprakelijkheid .................................................................................. 37
2
, §5. Geen rechtspersoonlijkheid, wel afgescheiden vermogen ........................................ 37
Afdeling 2. Geldigheidsvereisten ........................................................................................ 37
§1. Materiële geldigheidsvereisten voor de deelneming .................................................. 37
§2. Materiële geldigheidsvereisten voor de vennootschap .............................................. 38
Afdeling 3. In vergadering verenigde vennoten en bestuur .................................................. 38
§1. In vergadering verenigde vennoten ............................................................................ 38
§2. Bestuur ..................................................................................................................... 38
1. De persoon van de zaakvoerder......................................................................... 38
2. De bestuurdersbevoegdheid van de zaakvoerder(s) .......................................... 39
3. De aansprakelijkheid van de vennoten en de zaakvoerder(s) ............................. 39
Afdeling 4. Het aandeel en zijn overdracht in de vennootschappen zonder
rechtspersoonlijkheid ........................................................................................................ 39
Hoofdstuk 4. Vennootschappen met onvolkomen rechtspersoonlijkheid .............................. 40
Afdeling 1. Kenmerken van de VOF en de CommV .............................................................. 40
§1. Gemengde contractuele vennootschapsvormen ...................................................... 40
§2. Onvolkomen rechtspersoon, afgescheiden vermogen, onbeperkte aansprakelijkheid
....................................................................................................................................... 40
§3. Openbaar karakter .................................................................................................... 40
§4. De commanditaire vennootschap: eigenheid met aanzet van beperkte
aansprakelijkheid ........................................................................................................... 40
§5. Vennoten/ ondernemers ........................................................................................... 40
§6. Personenvennootschap ............................................................................................ 41
Afdeling 2. Geldigheidsvereisten ........................................................................................ 41
§1. Materiële geldigheidsvereisten voor de deelneming ................................................. 41
§2. Materiële geldigheidsvereisten van de vennootschap ............................................... 42
§3. Formele geldigheidsvereisten ................................................................................... 42
Afdeling 3. In de vergadering verenigde vennoten en bestuur ............................................. 42
§1. In vergadering verenigde vennoten ............................................................................ 42
§2. Bestuur ..................................................................................................................... 42
Afdeling 4. Het aandeel en zijn overdracht in de vennootschappen met onvolkomen
rechtspersoonlijkheid ........................................................................................................ 42
Hoofdstuk 5. Vennootschappen met volkomen rechtspersoonlijkheid .................................. 43
Afdeling 1. Drie vormen: BV, CV en NV ................................................................................ 43
Afdeling 2. Oprichting......................................................................................................... 43
§1. Bepalingen gemeenschappelijk aan de BV, CV en NV................................................ 43
1. Materiële geldigheidsvereisten voor de deelneming .......................................... 43
2. Materiële geldigheidsvereisten voor de vennootschap ...................................... 43
3