HC spraakdiagnostiek
Spraakstoornissen bij kinderen
Normale spraakontwikkeling
In kindertaal wordt fonologische processen
gebruikt (vereenvoudigd) saan = gaan.
Proces dat veel voorkomt: het jegent =
gliding.
Dit verdwijnt in de loop van de ontwikkeling.
Je vraagt je altijd af of je te maken hebt met:
- Normale spraakontwikkeling
- Vertraging: Normale
verwerkingsvolgorde, maar het niveau is passend bij een jongere leeftijd.
- Stoornis: Vertraagde ontwikkeling waarbij er ook aspecten gezien worden die niet in
de normale ontwikkeling voorkomen.
Klankverwerving: kinderen kennen nog niet gelijk alle klanken, zie schema.
Vereenvoudigingsprocessen:
- Syllabestructuurprocessen:
clusterreductie: sool ipv school
- Assimilatieprocessen: klanken
aanpassen aan andere klanken in
een woord: toot ipv boot.
- Substitutieprocessen: waarbij
klanken vervangen worden door een
andere klank.
Dit is na 4 jaar ongeveer verdwenen,
behalve gliding.
- Normale variabiliteit: Herhaalde producties die van elkaar verschillen, waarbij de
variabiliteit veroorzaakt wordt door factoren die in de normale ontwikkeling
voorkomen (fonetische context, ontwikkeling, cognitieve-linguistische factoren)
- Inconsistente spraak: Een hoog aantal herhaalde producties met meerdere
spraakfouten. Inconsistentie verschilt zowel kwantitatief als kwalitatief van normale
variabiliteit en is een kenmerk van een afwijkende spraakontwikkeling
Inconsequente spraakfouten: als een woord op verschillende manieren wordt aangesproken.
Spraakstoornissen bij kinderen
- 5 tot 10% van de kinderen ontwikkelt een taal- of spraakstoornis
- Spraakstoornissen maken ongeveer 75% uit van alle communicatiestoornissen bij
kinderen.
- Prevalentie spraakstoornissen van hele groep kinderen: 1.1 tot 6.4%
Rode vlaggen voor spraakstoornissen
- Beperkt brabbelen / late start van brabbelen
- Middenoorontsteking tussen 12 en 18 maanden
- Klein klankrepertoire: beperkt aantal klanken die ze laten horen
- Fonologisch proces ‘backing’
- Klinkerverkleuring: vocalen vervangen
- Persisterende finale consonantdeletie
- PCC < 50 % (percentage correcte consonanten)
- Spraakproblemen > 6;9 jaar
, Differentiaaldiagnostiek
Differentiaaldiagnostiek is het proces waarin de gepaste classificatie voor de spraakstoornis
bepaald wordt, zoals:
- Fonetische articulatiestoornis
- Fonologische stoornis
- Spraakontwikkelingsdyspraxie
- Dysartie
Het is lastig om een betrouwbare diagnose te stellen, kenmerken overlappen elkaar.
Nadenken over: is dit een spraakstoornis die cognitief, taal of motorisch probleem is?
Er bestaan echter nog geen betrouwbare definities of diagnostische criteria
Belangrijker dan classificeren: in welke mate is er een cognitief, linguïstisch of motorisch
probleem? Therapie keuze
Veel overeenkomstige spraakkenmerken, die alle kinderen laten horen:
1. Beperkt repertoire van consonanten en vocalen
2. Omissies van consonanten, vocalen en syllaben
3. Substituties van consonanten en vocalen
4. Afwijkend gebruik van suprasegmentele kenmerken (prosodie)
5. Meer fouten bij langere en meer complexe uitingen
6. Gebruik van eenvoudige (niet complexe) syllabe- en woordstructuren
Dit varieert in ernst en ethiologie (oorzaak).
- Het is geen homogene groep
- Spraakstoornissen representeren een linguïstische stoornis, een spraakmotorische
stoornis, of beide
- Er is een verschil in gedragskenmerken en de manier waarop kinderen met de
spraakproblemen omgaan
Classificatie van spraakstoornissen
Verschillende classificatiesystemen en modellen:
- Etiologische (medische) benadering: bekende of onbekende oorzaak
- Linguïstische benadering
- Classificatie op basis van het procesniveau van spraakproductie (processing
approach)
ICF-CY
Algemeen classificatie systeem:
- International Classification of Functioning, Disability and Health for Children and
Youth (ICF-CY)
Alle 5 de verschillende componenten zijn relevant:
1. Anatomische eigenschappen
2. Functies
3. Activiteiten en Participatie
4. Externe factoren
5. Persoonlijke factoren
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nadiajanssen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.89. You're not tied to anything after your purchase.