Samenvatting Sociale psychologie hoofdstukken 1,3,5 en 6.
28 views 0 purchase
Course
Sociale Psychologie
Institution
NHL Stenden Hogeschool (NHL)
Book
Sociale psychologie
Goede samenvatting van de hoofdstukken 1, 3, 5 en 6 uit uit het boek 'Sociale Psychologie.' Dit boek wordt ook gebruikt in andere studies, zoals bijvoorbeeld HBO Recht.
Bij de NHL Stenden Social Work wordt dit vak getoetst in de tweede module van het eerste leerjaar.
Er is ook een bundel beschik...
Psychologie = de wetenschap van het gedrag en de psychische processen van het individu.
Sociale psychologie = wetenschap die bestudeert hoe de gedachten, gevoelens en gedragingen van
mensen worden beïnvloed door de echte of denkbeeldige aanwezigheid van anderen.
Kern = sociale invloed: We worden allemaal beïnvloed door andere mensen.
Poging tot overreding = Als iemand opzettelijk probeert om gedrag of de attitude van een ander te
veranderen.
Sociale invloed:
- Gaat verder dan alleen gedrag;
- Gevoelens en al onze zichtbare handelingen
- Meer uitingsvormen dan alleen doelbewuste poging tot overreding.
We worden vaak al beïnvloed door de aanwezigheid van anderen.
Empirische methode = op waarneming en/of onderzoek gebaseerde methode. Je kunt het
testen ipv aannames.
Hypothese = Een als voorlopige waarheid aangenomen maar nog te bewijzen
veronderstelling. Dit zijn vragen waar sociaal psychologen zich mee bezig houden, deze
komen overeen met de vragen van filosofen. Sociaal psychologen stellen een hypothese op;
ze proberen op een empirische wijze een antwoord te krijgen.
Na het opstellen van een hypothese -> ontwerpt de s.p een experiment dat gedetailleerd
genoeg is om de situatie op te roepen die tot de ene of de andere uitkomst zal leiden. ->
Vergroot de kennis over menselijke aard en stelt ons in staat om accurate voorspellingen te
doen.
Taak van s.p: Onderzoeken wat specifieke eigenschappen zijn van de omstandigheden
waaronder het een of het ander het waarschijnlijkst is.
Psychologie onderscheidt zich van antropologie en sociologie omdat: houdt zich niet bezig
met sociale situaties in objectieve kennis, maar doordat ze zich in eerste instantie richt op de
manier waarop mensen beïnvloed worden door hun interpretatie, of construct van de sociale
omgeving. (Construct = manier waarop mensen sociale wereld waarnemen, begrijpen en
interpreteren). Sociologie houdt zich bezig met de samenleving, niet met het individu.
S.p: Denken dat je pas kunt begrijpen hoe mensen door hun sociale wereld worden
beïnvloed als je begrijpt hoe zij de sociale wereld waarnemen, begrijpen en interpreteren.
Dit is belangrijker dan het weten van objectieve eigenschappen van de sociale wereld. (Lewis
1943).
Determinant = bepalende factor in ontwikkeling of toestand.
, Verschil persoonlijkheidspsycholoog en sociale psycholoog: Een persoonlijkheidspsycholoog
probeert sociaal gedrag te verklaren en concentreren zich op individuele verschillen. Een
sociaal psycholoog probeert om iemands gedrag in een complexe situatie te begrijpen
zonder dat we die situatie volledig doorzien.
Wanneer we dat doen; We zullen de oorzaak van het gedrag zoeken in de persoonlijkheid
van betrokkene. We houden geen rekening met de situatie, dit terwijl de situatie een
ingrijpende invloed heeft op hoe mensen met elkaar omgaan.
Voor een sociaal psycholoog is het niveau van de analyse het individu in de context van een
sociale situatie. ‘stel dat een sociaal psycholoog wil begrijpen waarom mensen elkaar
opzettelijk pijn doen. Dan richt hij zich op de specifieke psychologische processen waardoor
agressie in specifieke situaties wordt ’getriggerd’.
Het doel van sociale psychologie is het identificeren van de universele eigenschappen van de
menselijke natuur die maken dat iedereen gevoelig is voor sociale invloed, onafhankelijk van
sociale klasse of cultuur. Richten zich meer op de psychologische gesteldheid van individuen
die hen gevoelig maakt voor sociale invloeden.
Sociale psychologie Sociologie Persoonlijkheidspsychologie
Onderzoekt de Verschaft algemene wetten Onderzoekt de kenmerken die
psychologische processen en theorieën over maken dat individuen uniek zijn
die mensen met elkaar samenlevingen, niet over en van elkaar verschillen.
gemeenschappelijk hebben individuen.
en hen gevoelig maken voor
sociale invloed.
1.2 macht van de situatie
Fundamentele attributiefout: Neiging om ons eigen en andermans gedrag volledig toe te
schrijven aan persoonlijkheidstrekken en het effect van de sociale invloed en de acute
situatie te onderschatten.
Attributieve manier: Onterecht gevoel van veiligheid geven. Het toeschrijven van oorzaken
aan het eigen of aan andermans gedrag en daarmee voorzien van verklaringen.
- Bizar gedrag verklaren (bijvoorbeeld zelfmoordterroristen/aanslag), dan is het verleidelijk &
geruststellend om slachtoffers te zien als gestoorde mensen. (Je denkt: Kan mij niet
overkomen). Hoe meer je denkt er immuun voor te zijn, hoe kwetsbaarder je er van wordt.
Wanneer je het probleem vereenvoudigt, zijn we geneigd de slachtoffers de schuld te geven.
1.3 De macht van sociale interpretatie
Behaviorisme: stroming in de psychologie. Verdedigt de stelling dat alle gedrag verklaard kan
worden aan de hand van beloningen en straffen in de omgeving van het organisme en het
niet nodig is om er subjectieve zaken als denken en voelen erbij te betrekken.
Als een behaviorist een situatie wil begrijpen, analyseert hij de situatie om te zien welke
specifieke objectieve factoren mogelijke pogingen om te helpen, hebben verminderd.
Behaviorisme heeft veel sterke punten en de principes verklaren bepaald gedrag heeft
effectief.
, Gestaltpsychologie: Stroming in de psychologie gebaseerd op hoe mensen de fysieke wereld
waarnemen, namelijk dat we de subjectieve manier moeten onderzoeken waarop een object
in de geest van de mensen verschijnt(het gestalt of geheel. Gestaltpsychologen menen dat je
onmogelijk kunt bepalen hoe een object wordt waargenomen wanneer je alleen deze
bouwstenen van de waarneming in aanmerking neemt.
Je moet je richten op de fenomenologie van de waarnemer: op hoe een object op hem of
haar overkomt. In plaats van op de afzonderlijke objectieve elementen(feiten) van het
object.
1.4 De oorsprong van constructen: fundamentele menselijke motieven
2 motieven zijn van essentieel belang:
- De behoefte aan een positief zelfbeeld
- Behoefte om de wereld accuraat waar te nemen.
Meestal word je door deze motieven in tegengestelde richting getrokken, waardoor we, om
de wereld accuraat (streven naar nauwkeurigheid) te kunnen waarnemen, niet anders
kunnen dan het feit onder ogen zien dat we ons idioot of immoreel hebben gedragen.
Terwijl de motieven ons in tegengestelde richting trokken, werd er beseft dat je de
waardevolste inzichten kunt krijgen in de werking van het menselijke gevoel en de
menselijke gedachten.
De behoefte aan zelfrechtvaardiging is soms in strijd met de behoefte om nauwkeurige/juiste
waarnemingen te doen. Dit kan rampzalige gevolgen hebben.
Positief zelfbeeld = jezelf beschouwen als goed, competent en beschaafd.
Mensen geven een zaak vaak een andere draai, een die hen in het best mogelijke daglicht
stelt.
Positief zelfbeeld is een nuttige zaak, maar wanneer het ertoe leidt dat iemand zijn acties
rechtvaardigt en er niet van leert, kan dat verandering en zelfverbetering in de weg staan.
(Jezelf beter laten voelen om iets).
Vervolg van vervorming is dat diegene niet van zijn ervaringen leert.
Lijden en zelfrechtvaardiging: ‘’om deze gevoelens te vermijden zal hij proberen zijn beslissing om
de ontgroening te ondergaan te rechtvaardigen door zijn interpretatie van zijn latere ervaringen met
de vereniging te vervormen.’’ = Hij zal proberen aan zijn ervaringen een positieve draai te
geven.
Sociale cognitie = Hoe mensen informatie selecteren, interpreteren, onthouden en gebruiken
om te oordelen en te beslissen. Onderzoekers nemen aan dat alle mensen de wereld zo
accuraat mogelijk proberen waar te nemen. Onderzoekers beschouwen menselijke wezens
als amateur-detectives die hun best doen om hun sociale wereld te begrijpen en te
voorspellen.
Selffulfilling prophecy: Soms beïnvloeden onze verwachtingen over de sociale wereld ons
vermogen om die wereld accuraat waar te nemen. Onze verwachtingen kunnen zelfs de aard
van de sociale wereld veranderen. Je verwacht bepaald gedrag van jezelf of van iemand
anders, dus handel je op zo’n manier dat je verwachting waarheid wordt. Je behandelt zo’n
iemand net iets beter, met meer aandacht, aanmoedigen.
, Selffulfilling prophecy werkt als volgt:
Mensen (1) hebben een verwachting over hoe iemand anders is, die (2) verwachting
beïnvloedt de manier waarop ze zich tegenover diegene gedragen, waardoor (3) diegene zich
samenhangend met de verwachting gaat gedragen, zodat de verwachting uitkomt. (4)
Belangrijk motief is behoefte aan controle. Als het gevoel van controle ontbreekt, geloven
mensen dat ze geen of weinig invloed hebben op de vraag of hun iets goeds of iets slechts te
wachten staat.
1.5 sociale psychologie en maatschappelijke problemen
Waarom sociaal psychologen?
- Ze zijn nieuwsgierig; dat zijn wij allemaal in het leven
- Bijdrage leveren aan maatschappelijke problemen; Dit doel was er bij het oprichten van
discipline.
Hoofdstuk 3
3.1
Begrijpen hoe mensen over hun sociale wereld denken en of de indrukken correct zijn:
Automatische sociale cognitie/ automatisch denken: Manier van denken wat snel en automatisch is.
Bijvoorbeeld een eerste indruk. ‘’zonder nadenken beslissingen’’.
Automatisch denken is een onbewust, onopzettelijk, onwillekeurig proces wat geen inspanning kost.
Andere vorm van automatisch denken is de toepassing van specifieke regels en snelle aannames
wanneer we over de sociale wereld denken.
Gecontroleerde sociale cognitie/ Gecontroleerd denken = bijvoorbeeld belangrijke beslissingen in je
leven, kost meer inspanning. Rustig situatie analyseren.
3.2
Tijdens het automatisch denken gebruik je schema’s: mentale structuren waarmee we onze kennis
over de sociale wereld organiseren. Dit beïnvloed de informatie die we opmerken, waarover we
denken en die we herinneren.
Schema’s helpen ons om de dubbelzinnigheid van iets te omlaag te brengen.
Een schema over een gebeurtenis noemen we een script. Deze bevatten onze basiskennis en onze
indrukken.
Het schema wat je in je hoofd hebt kan beïnvloed worden door toegankelijkheid. Dit is hoe schema’s
en concepten zich op de voorgrond van ons bewustzijn bevinden. Hierdoor wordt het
waarschijnlijker dat we ze gebruiken bij onze oordelen.
Sommige zijn blijvend toegankelijk door eerdere ervaringen.
Het kan ook tijdelijk toegankelijk zijn, dan is het gerelateerd aan een doel dat we op dat moment
hebben, maar ook door recente ervaringen; specifiek thema of kenmerk op bepaald moment op de
,voorgrond staat door iets waarover je hebt nagedacht of wat je vlak voor die gebeurtenis hebt
gedaan.
Priming: Proces waarbij recente ervaringen de toegankelijkheid van een schema, kenmerk of concept
vergroten.
Een gedachte kan pas primer uitoefenen op onze indruk als dat toegankelijk en toepasselijk is.
Primer is een goed voorbeeld van automatisch denken omdat het snel, onwillekeurig en onbewust
gebeurt.
Perseveratie-effect: de bevinding dat de opvattingen die mensen hebben over zichzelf en de sociale
wereld aanhouden, ondanks bewijzen van het tegendeel.
Bestraffingseffect: Intrekken van positieve informatie zorgt ervoor dat mensen juist iemand negatief
beoordelen. Verklaring hiervoor kan zijn dat mensen overschatten in welke mate hun opvatting op
grond van de nieuwe informatie moet worden bijgesteld en daardoor teveel doorschiet naar de
negatieve kant. -> Gaat vaak over onterechte positieve informatie.
Pygmalioneffect: Als er positieve verwachtingen zijn, gaan mensen ook beter presteren.
Zeigarnikeffect: Is dat onafgemaakte taken beter onthouden worden dan voltooide taken.
Beoordelingsheuristiek: Snelle beslissingen die mensen gebruiken om snel en efficiënt te kunnen
beoordelen.
Beschikbaarheidsheuristiek: Waar je een oordeel baseert op het gemak waarmee je je iets voor de
geest kunt halen. = een strategie. Wordt gebruikt bij artsen omdat zij bij diagnoses verschillende
ziekten kennen.
Mensen gebruiken het ook als ze een oordeel moeten vellen over zichzelf en anderen.
Heuristiek = ontdekken.
Representativiteitsheuristiek: mentale aanname die we gebruiken om iets te classificeren op grond
van de mate waarin het lijkt op en karakteristiek geval (iemand is blond en zongebruind, ‘’oh die
komt uit Zeeland’’). Dit is een zinnige methode.
Informatie over de basisfrequentie: Informatie over de regelmaat waarmee leden van verschillende
categorieën in de populatie voorkomen (Hoeveel studenten aan de NHL Stenden komt uit
Groningen). Mensen negeren vaak de informatie en besteden meer aandacht aan de vraag hoe
representatief de informatie over de specifieke persoon is ten opzichte van de algemene categorie.
Stel dat de informatie niet klopt, dan kunnen er problemen komen. Gebeurt ook vaak in rechtszaken.
Anker- en correctieheuristiek: mentale aanname waarbij mensen een getal of waarde in hun hoofd
hebben en vervolgens onvoldoende op dit ankerpunt corrigeren. Het probleem hierbij is dat mensen
soms beïnvloed worden door volkomen eigendunkelijk/arbitrair ankerwaarden.
3.3
Automatisch denken zijn universele verschijnselen = Gaat om de wijze waarop mensen de wereld
waarnemen en opvatten.
Analytische denkstijl (Westerse cultuur): Mensen die zich concentreren op de kenmerken van
objecten, besteden geen aandacht aan de omgeving of de context van de objecten.
, Holistische denkstijl (Oost-Aziatisch): Concentreren zich op context, waarop objecten zich tot elkaar
verhouden. (Voorbeeld: Meer aandacht naar de veranderingen in de achtergrond van een foto).
Dit verschil komt door de verschillende filosofische tradities.
3.4
Gecontroleerd denken: Denken dat bewust, opzettelijk en uit vrije wil plaatsvindt en dat inspanning
vereist, het vergt mentale energie.
Gecontroleerd denken en een illusie van vrije wil: iets wat een derde variabele is -> onbewuste
verlangen die leidt tot een bewuste gedachte.
Tegen feitelijk denken: Mentaal veranderen we een bepaald aspect van het verleden, zodat we ons
een voorstelling kunnen maken van hoe het had kunnen zijn.
Dit kan veel invloed hebben op onze emotionele reactie. Het is ook functioneel omdat je verbanden
gaat leggen. Tegen feitelijk denken is bewust en kost inspanning.
Het kan leiden tot piekeren, dan wordt het negatief.
Gedachteonderdrukking: Je best doen om ergens niet over na te denken. Heeft 2 processen:
Automatische deel = monitoringproces: zoeken naar bewijzen dat de ongewenste gedachte op het
punt staat om in te breken in het bewustzijn. Zodra dat is opgemerkt = Gecontroleerde deel =
operationgproces: kost inspanning, bewuste poging om jezelf af te leiden door aan iets anders te
denken.
Barrière van overdreven zelfvertrouwen: Mensen die denken dat hun manier van redeneren goed is
en niet nodig is om iets bij te leren. Dit kun je aanpakken door mensen te laten twijfelen. Gevolg=
minder beoordelingsfouten maken.
Een andere benadering is dat we mensen enkele fundamentele statistische en methodologische
principes met betrekking tot correct redeneren bijbrengen, in de hoop dat zij deze principes in het
dagelijks leven gaan toepassen.
3.5
Tot nu toe hebben we twee verschillende vormen van sociale cognitie besproken, namelijk:
automatisch denken en gecontroleerd denken. Je moet vanuit meerdere invalshoeken kijken.
Aanvoelen wat er speelt en begrijpen van de medemens is belangrijk.
Metafoor wat past bij menselijk denken: mensen zijn net ‘gebrekkige wetenschappers’, briljante
denkers die de aard van de sociale wereld op een logische manier proberen te ontdekken. Maar dat
niet perfect doen.
Hoofdstuk 5
5.1
Zelfconcept: Geheel van overtuigingen dat mensen hebben over hun persoonlijke eigenschappen. De
kennis over wie we zijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Annaganzevoort. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.