Methodologie van de sociale wetenschappen (K000325A)
All documents for this subject (26)
Seller
Follow
calademesure1
Reviews received
Content preview
D1. Algemeen: basisbegrippen
H1: Waarom sociaalwetenschappelijk onderzoek?
1.1. Inleiding
Methodologie → verwijst naar de wijze waarop het hele proces van de wetenschapsbeoefening functioneert
→ ! niet enkel kennis en beheersing van methoden en technieken
→ ! institutionele inbedding van wetenschapsbeoefening
→ wijze van organisatie en financiering
1.2. Enkele voorbeelden
1.2.1. De opwarming van de Aarde: An Inconvenient Truth versus The Great Global Warming Swindle
- 2 verschillende OZ naar de opwarming van de aarde
- Uitkomsten staan diametraal tegenover elkaar + hebben verschillende politieke gevolgen
! moderne wetenschapsbeoefening beïnvloed door machtsverhoudingen, maatschappelijke en/of politieke inmening,
ideologische assumpties en agressieve retoriek
! BELANGRIJK reflectie maken wat wetenschappelijke kennis inhoudt, welke manier en wat wetenschap, wetenschap maakt ➔
epistemologische kwesties
1.2.2. De ‘War against Crime’ in New York: werkt het?
- The Broken Windows theory (criminaliteit in NY tegengaan)
o Crimineel ahndelen = gevolg van een gebrek aan sociale normen en gebrek aan controle
o Anonimiteit grootstad → grote rol! Sommige buurten geen sociaal weefsel en geen sociale controle
o ! DAAROM beginnen met kleine criminaliteit en onhoffelijkheden aan te pakken
o ➔ zo vermijden dat die buurten verloederen + criminaliteit aantrekken
- Theorie werd toegepast → cijfers criminaliteit daalden!
- MAAR daling werkelijk rechtstreeks gevolg van beleid?
o Oorzakelijk of causaal verband?
Causaliteit (3 voorwaarden)
1) Statistisch verband tussen gebeurtenis A en gebeurtenis B (hier van toepassing!)
2) Gebeurtenis A moet voorafgaan aan gebeurtenis (hier niet van toepassing, cijfers daalden al voor beleid…)
3) Het statistisch verband tussen gebeurtenis A en gebeurtenis B NIET te wijten aan 3e gebeurtenis (in andere steden
zonder beleid ook een daling… dus er is een derde gebeurtenis)
Conclusie: causaliteit kan niet worden aangenomen, uitspraken over effectiviteit van het criminaliteitsbeleid zijn niet
gerechtvaardigd
1.2.3. Botsende beschavingen
Conflicten zouden gekenmerkt worden door culturele en religiezue kwesties. Concept ‘beschaving’ zou relevant worden om
potentieel conflicten te traceren en te duiden, onderscheid zich o.b.v. cultuur en geografische kenmerken.
➔ inzichten gebaseerd op anekdotisch bewijsmateriaal
➔ monolitische visie (= geheel vormende visie)
! in historisch vergelijkend onderzoek is grondige studies van diverse cases noodzakelijk
1
, 1.2.4. Polls bij verkiezingen: verteken(en)d?
→ meestal o.b.v. surveyonderzoek
Uitslagen representatief? → peilen naar de methodologische kwaliteit v.d. SP-trekking en vraagverwoording (aspecten die
zorgen dat een studie wetenschappelijk is
Beïnvloeding van de uitslag:
- non respons is onduidelijk (negeren van degene die niet gaan stemmen, aannemen dat ze dezelfde kiesintentie
hebben)
- geen melding van BI’s
- geen vermelding van foutenmarges (kan enkel bij toevalssteekproeven)
- vraagverwoording of presentatie van de antwoordopties
1.2.5. De wetenschapper als bokser?
Loïc Wacquant
- studie naar ghettoleven in Chigaco
- participerende observatie
o = men wil toegang tot de leefwereld van een anders moeilijk bestudeerbare populatie, deze wordt dan van
binnenuit beschreven
- kwalitatief OZ
o = verzameling van benaderingen binnen de sociale wetenschappen die niet alleen gebruik maakt van
cijfermateriaal en statistische analyses, maar ook van andere vormen van data zoals participerende observatie,
focusgroepen, diepte-interviews, …
1.2.6. Verband tussen gamen en agressie
Media-effectenOZ → wat zijn de effecten van het kijken of praktiseren van bepaalde media?
! geen consensus waarop OZ-probleem in de verschillende studies methodologisch uitgewerkt wordt:
- Wat valt onder ‘geweldadige games’ of agressie?
- Je kan geen causaliteit vastellen o.b.v. cross-sectioneel surveyOZ
- Weinig rekening met intermediate variabelen
- Onduidelijk op welke termijn de effecten gesitueerd moeten worden (KT? LT? Verandering in persoonlijkheid?)
- In hoeverre zijn bevindingen uit een artificieel labo veralgmeenbaar naar het echte leven
1.3. De wetenschappelijke aanpak
1.3.1. Wetenschap: een specifieke benadering
! Wetenschappelijke inzichten → gebaseerd op toepassen van regels en procedures die de kwaliteit en waarheidsgehalte van die
inzichten maximaliseren
! wetenschapsbeoefening gestuurd door onderliggende waarden en normen die binnen de wetenschappelijke gemeenschap
bewaakt worden (overtreders worden bestraft!)
! keuzes maken bij OZ = weloverwogen + beargumenteerd
! methodologie =/= methoden
- Methodologie = het hele proces van wetenschapsbeoefening
- Methoden = geheel van specifieke technieken die gebruikt worden in wetenschappelijk OZ om eenheden te selecteren,
gegevensverzameling, analyse van gegevens en rapportering van resultaten
2
, 1.3.2. Alternatieve bronnen van kennis over de werkelijkheid
PERSOONLIJKE - Overgeneraliseren = waargenomen verbanden doortrekken naar andere
ERVARINGEN situaties/mensen/…
o Vb. 5 gamers in je klas die slecht scoren op school → kan je dit dan naar alle
gamers doortrekken dat ze slecht presteren op school?
- Selectieve observatie = speciale focus op mensen/situaties en van daaruit
veragemeningen maken die je vooringenomen ideeën bevestigen
o Vb. Je denkt dat vrachtwagenchauffeurs agressief zijn in het verkeer, dan ga je
vooral de wagens opmerken die voldoen aan de ingenomenheid. Andere gevallen
die zich wel hoffelijk gedragen worden genegeerd
POPULAIRE MEDIA Inzichten uit wet. OZ worden gecombineerd met niet-wetenschappelijke of valse informatie.
! De berichtgeving kan selectief zijn en slechts één aspect van een probleem benaderen.
IDEOLOGISCHE → oefent invloed uit op allerlei zaken, kan ook zijn op het vlak van de interpretatie van OZ-
OVERTUIGINGEN resultaten (vb. Resultaten over de klimaatverandering)
1.4. Wat te verwachten van methodologie?
2 bouwstenen:
1) Theorie of theoretische inzichten
➔ Gebaseerd op empirische data/gegevens uit de werkelijkheid
➔ Verschillende soorten theorieën
o O.b.v. het object (vb. gedrag van atomen, handelen van mensen, …)
o O.b.v. het niveau
▪ Microniveau: verklaren van concrete interactie op het interpersoonlijke
▪ Mesoniveau: processen die zich afspelen binnen vb. Bewegingen, orgaisaties, …
▪ Macroniveau: begrijpen van patronen op het niveau van ruimere sociale systemen
2) Data/gegevens van de werkelijkheid
➔ Onmiddelijk waarneembare gegevns + Gegevens waarbij instrumenten nodig zijn
➔ Beide is het empirische data, want alle data is gegrondvest in zintuigelijke waarneming
➔ 2 soorten
o Kwantitatief: cijfers, statistieken, …
o Kwalitatief: gegevens in de vorm van teksten, objecten, foto’s, …
H2: Bouwstenen en soorten sociaalwetenschappelijk onderzoek
2.1. Inleiding
Sociaal wetenschappelijk OZ:
- Geen eenduidige definitie
- Productie van geldige en betrouwbare kennis over de sociale realiteit door het combineren van theorie en empitie,
waarbij methodologische principes strikt worden toegepast
- Doel: theoretische kennis over de SL opbouwen
- Kenmerkend= wisselwerking theorie en empirie
- Tegenstelling is vals
o Zonder observatie → wereldvreemd
o Zonder theorie → niet begrijpen wat je ziet
Bron van kennis Theorie
Empirie
- Denken → theorie
- Observeren → empirie
3
, Alternatieve bronnen
- Persoonlijke ervaringen (met eigen zintuigen)
- Media (artikels, reportages, …)
- Ideologie (kennis over de wereld a.d.h.v. Heilig Schrift
! niet alle bronnen zijn correct
Wat maakt wetenschappelijke kennis superieur?
- Methodologische spelregels
- Observeerbare fenomenen (= wetenschap gebaseerd op systematische observatie)
- ‘waarheid’ = enige criterium
Creationisme
= geloof dat het heelal, de aarde, mens, plant en dier door een Opperwezen geschapen zijn
! uitspraken Heilig schrift = waarheid
Verschil wetenschappelijk inzicht en geloof, ideologische uitspraken of religie
- Wetenschappelijke inzichten: lenen zich tot falsificatie en wannneer er tegensprekelijk bewijsmateriaal wordt
gevonen, passen wetenschappers hun inzichten over de werkelijkheid aan
- Bij ideologische uitspraken/religie : er wordt vastgehouden aan een Heilig schrift
2.2. Bouwstenen van sociaalwetenschappelijk onderzoek
Realiteit is zeer complex… → veel verschillende visies!
3 belangrijke begrippen
1) Theorie en empirie
2) Inuctie en deductie
3) Geldigheid en betrouwbaarheid
2.2.1. Theorie en empirie
= basis voor elk onderzoek
Theorie
= het geheel van samenhangende uitspraken of proposities die bepaalde fenomenen beschrijven of verklaren
➔ beantwoorden wat-, hoe- en waaromvragen
➔ doen voorspellingen
➔ verklaart hoe de wereld in elkaar zit
voorbeelden:
! big bang theory
! Darwins evolutietheorie
! Job demand-control (Karasek)
→ verklaart waarom sommige jobs tot meer stress leiden dan andere
! jobs verschillen op twee sociale elementen → autonomie en werkdruk
! naarmate werkdruk hoger en minder autonomie = meer stress
2 basisblokken:
- Concept autonomie
o Label om fenomenen te categoriseren
o Abstract Zinloze job Actieve job
o Vb. Stress, autonomie, werkdruk, …
- Propositie werkdruk
o Veronderstelde relatie tussen concepten Passieve job Slopende job
o Vb. A gelinkt aan B
o Vb. Job relatie met stress stress
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller calademesure1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.30. You're not tied to anything after your purchase.