100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting internationale betrekkingen $3.92   Add to cart

Summary

Samenvatting internationale betrekkingen

1 review
 419 views  28 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

samenvatting reader internationale betrekkingen. wereld in beweging

Preview 4 out of 33  pages

  • No
  • 1, 2, 3, 5, 7, 8
  • May 1, 2019
  • 33
  • 2018/2019
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: daniquueex • 5 year ago

avatar-seller
Reader 2/6 internationale betrekkingen H2  blz. 70 HC 4
Reader 3/6 theorie van internationale politiek (3.1-3.9)  blz. 96 HC 2
Reader 4/6 internationale organisaties H5  blz. 126 HC 3
Reader 5/6 ontwikkelingssamenwerking H6  blz. 157 HC 5
Reader 6/6 andere spelers H8  blz. 182 HC 6

HC4 Internationale economische betrekkingen H2
Globale economische betrekkingen
 Uitdaging: het organiseren van:
 internationale handel
 Vrij
 Gestuurd
 Planeconomie (socialist. landen: ruil, b.v. Cuba – Venezuela)
 Importquota, heffingen (b,v Europees landbouw)
 Standards voor gezondheid, etc (handelsoorlog
“hormoonvlees”)

 internationale financieel stelsel
 wisselkoersen
 Schulden / volatiliteit / crisismanagement

 Uitdaging: governance van wereldeconomie
 Vraagt om het definiëren van taken / rechten / plichten van:
 Staten
 Bedrijven (incl. “investors”)
 Internationale / Intergouvernementele Organisaties
 Individuen

Laatste decennia: trends
 Mondialisering.
 Engels: globalization.
 Int. arbeidsdeling / integratie. Drie hoofdfactoren:
 Technische ontwikkeling
 Lagere transportkosten
 Snellere communicatie

 Financialisering
 Financiële industrie: sector met sterkste groei
 keerpunt: crisis 2008
 Grote invloed op mentaliteit, manier van denken
 Privatisering, verzelfstandiging
 Outsourcing + profit-berekening ook in overheid
 Historische voorlopers:
 Italië: 15/16e eeuw
 Nederland: 17e eeuw

Mondialisering van productie

,  Voor ons dagelijks leven: afhankelijk van olie uit Midden-Oosten, elektronica uit
Azië, groenten / fruit / grondstoffen uit…
 Vb: Nutellamondiale waardeketen voor voedingsproduct. In 75 landen verkocht.

Voordelen vrije handel:
 Aanbod van producten / diensten: groter / gevarieerder
 Concurrentie: grotere efficiëntie
 Economische groei: grotere markt
 Toegang tot grondstoffen
 Uitwisseling van kennis / ideeën
 Vermindering van vijandelijkheden

Nadelen vrije handel:
 Economische argumenten
 Comparatieve voordelen (landen specialiseren waarin zij goed zijn) is
domein-specifiek
 Nieuwe industrieën groeien als zij gestimuleerd / beschermd zijn
 Verhoging in speculatie / bubbels / volatiliteit
 Risico op monopolies (Google..)
 Socio-politieke argumenten
 Ondermijnt (lokale) democratie / culturele diversiteit
 Milieukosten (internationaal vervoer)
 Ontwrichting (arbeid = vrij uitwisselbare grondstof)
 'Race naar de bodem' in termen van milieu / sociale standards om
beleggers aan te trekken
 Voordelen vooral voor rijken (meer startkapitaal, mogelijkheid tot reizen)

Waarom verlies van arbeidsplaatsen?
Door automatisering, niet handel

Org. v. Eco. Samenwerking en ontwikkeling(OESO): veel activiteiten+invloed 1961
 Belastingbeleid
 Internationale statistieken
 Ontwikkelingshulp - harmonisatie tussen donorlanden
 Richtlijnen voor internationale bedrijven

Bretton Woods 1944
Doel: internationale samenwerking onderhouden door sterke instellingen. Op basis van
3 organisaties: IMF, Wereldbank, wereldovereenkomst voor tarieven en handel (GATT).

Betalingsbalans
Globale rekeningen: altijd in evenwicht tekort in een land= overschot van een ander

Wereldhandelsorganisatie (WTO) hoofdkantoor Geneve, 164 leden, 1955
- opvolger GATT
 Rol:
 Forum voor handelsonderhandelingen

,  Administratie van handelsovereenkomsten
 Geschillenbeslechting (bijvoorbeeld staatsubsidies Boeing - Airbus)

5 basisprincipes WTO:
 Fair play: Exportsubsidies en dumping (verkopen onder de kostprijs) niet
toegestaan,
 Ontwikkeling: Versterking van ontwikkelingslanden door langere
overgangstermijnen bij nieuwe maatregelen
 Non-discriminatie: Gebaseerd op principe van ‘meest begunstigde natie’. In
verleden gehanteerd om recht op handel af te dwingen  handelsvoorwaarden
voor één land moeten voor allen gelden
 Uitzonderingen mogelijk: bijv. ontwikkelingslanden worden bevoordeeld,
vrijhandelszones toegestaan zoals in EU)
 Vrije en eerlijke competitie: concurrentie bevorderen door verlagen van
tarieven + opheffen van invoerverboden
 Transparant en voorspelbaar:

IMF + Wereldbank
 Als kredietverleners verstekken IMF en de Wereldbank leningen verbonden met
voorwaarden
 Sinds 1960's, voorwaarde: ‘neoliberaal’ beleid (“structural adjustment”)
 Redenatie: bevordering van ontwikkeling; voorkomen van toename
schuldencrisis
 volgens tegenstanders: Neo-colonialisme in belang van rijke landen /
intern. bedrijven
 toegang tot grondstoffen, export markten, etc

IMF + Wereldbank + WTO: evaluatie
 Ondersteuners: IMF / WB / WTO hebben bijgedragen tot opmerkelijke groei
van de wereldeconomie
 Critici:
 Bijdrage aan groeiende globale ongelijkheden / milieu crisis
 Structurele aanpassing  sociale kosten (vooral onder marginale
groepen); Verminderde uitgaven voor onderwijs  schadelijk voor
lange termijn
 onstabiele financiële orde ( Financiele Crisis 2008)
 Zaken gedaan met dictatoren ( handhaving corrupte regimes)
 Sinds financiële crisis: breed besef dat “global economic governance” /
wereldbestel niet optimaal
 Belemmeringen voor hervorming:
 Voortdurende dominantie van neoliberale principes
 Diffuse locatie van macht

Reader 2/6, Hoofdstuk 2 internationale economische betrekkingen , Hoorcollege 4
2.1 hoofdlijnen in de recente economische ontwikkeling
2.1.1 mondialisering=

, verbreden en verdiepen van economische relaties over de hele wereld, onder invloed
van:
- lage transportkosten
- snelle communicatie
- technische ontwikkeling

1870—1914  opkomst stoommachine, telegraaf, telefoon, elektriciteit.
Voorwaarden mondialisering:
- welvaart door vrijhandel
- vreedzame verhoudingen

2.1.2 ontwikkeling economisch denken
John Maynard Keynes: overheidsmaatregelen ter stimulering van de economie

neoklassieke economisch denken=
ziet de economie als een naar evenwicht systeem, op basis van aannames, waarin de
realiteit echter niet wordt voldaan.

Marshall hulp: bevorderden van welvaart voor iedereen; hielp west Europa weer op de
been.

Bretton Woods: kwam met een naoorlogse monetaire bestel.

Niet direct merkbaar was dat het loslaten van de omwisselbaarheid van de dollar de weg
vrijmaakte naar liberalisering van de financiële markten en daarmee naar een ongekende
ontwikkeling van deze markten, sterk gestimuleerd door de digitalisering en uitlopend in
een proces van financialisering.

2.1.3 financialisering=
transformatie van de economie, waarin de oriëntatie op productie en handel veranderd
in een financiële oriëntatie.

Global cities= ?, vormen de ankerpunten voor mondiale netwerken op vele niveaus

Herfst van een ontwikkelingscyclus=
Dominantie positie in de internationale handel verandert in een sturende internationale
financiële positie.

2.1.4 concentratie in wereldsteden
mondialisering en financialisering zijn de hoofdlijnen in de ontwikkeling van de
wereldeconomie sinds de WW2.

2.2 mondialisering van productie=
landen in de wereld zijn afhankelijk van elkaar. Bijvoorbeeld:
- elektronica uit Azië
- fruit
- grondstoffen
- olie
- voedingsmiddelen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mitchellclement. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.92. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83637 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.92  28x  sold
  • (1)
  Add to cart