PERSONEN MET EEN AUDITIEVE
BEPERKING
1. Personen met een auditieve beperking
- Auditieve beperking = gehoorbeperkingen
Betrekking op het vermogen om geluiden waar te nemne, te begrijpen en te produceren.
- Mensen met auditieve beperking kunnen problemen ervaren op gebied van communicatie, informatie-
uitwisseling en sociale interactie wat impact kan hebben op verschillende aspecten uit hun dagelijkse
leven.
1.1. Terminologie
- Belangrijk voorkeurstermen te respecteren en te gebruiken.
Kan onder meer betekenen dat men het woord ‘doof’ gebruikt ipv ‘gehoorsgestoord’, ‘auditief
gehandicapt’ of ‘doofstom’.
- Doof Vlaanderen somt op website foutieve of verouderde termen op die niet meer gebruikt zouden
moeten worden.
We verschillen van mening over ‘personen met auditieve beperking’
Volgens Doof Vlaanderen geven doven voorkeur aan ‘doven’ of ‘slechthorenden’
- Belangrijk om persoon centraal te stellen en beperking slechts als één van vele aspecten van iemands
identiteit te beschouwen.
- Verschil tussen ‘gebarentaal’ en ‘gesproken taal met ondersteuning van gebaren’
Niet: doventaal, gebaren, Vlaamse gebarentaal
Wel: Vlaamse Gebarentaal of VGT
- ‘doventaal’ niet gepast omdat Vlaamse Gebarentaal niet alleen door dove mensen wordt gebruikt (ook
door horende familie, partners, kinderen…)
- ‘gebaren’ alleen ook niet omdat het een volwaardige taal is met eigen lexicon en grammatica.
Niet te vergelijken met gebarensysteem zoals NmG of SMOG
- Niet: doventolk, tolk voor doven, gebarentolk, tolk gebarentaal; Wel: Tolk Vlaamse Gebarentaal –
Nederlands
Tolk Vlaamse Gebarentaal wordt niet alleen ingezet bij gesprekken tussen dove en horende, maar
ook horende die geen Vlaamse Gebarentaal beheersen.
Daarom niet gepast om te spreken van ‘doventolk’ of ‘tolk voor doven’
1.2. Geschiedenis van de visies op begeleiding
- Vinden meerdere visies terug over communicatieve opvoeding van kinderen met gehoorproblemen.
Één van belangrijkste kwesties gaat over al dan niet gebruik van gesproken taal vs gebarentaal.
- De tweehonderd jaar durende discussie leidde tot verschillende benaderingen op gebied van opvoeding
en onderwijs:
De orale benadering
De totale communicatie
Differentiërende communicatie
De Bilinguale / biculturele stroming
De dovencultuur
1.2.1. De orale benadering
- Grootste probleem in oralistische visie is dat niet alle kinderen doel van verstaanbare orale
communicatie bereiken.
Zorgt voor veel frustratie en negatief zelfbeeld bij deze ‘orale failures’.
1
, In orale visie stelt men dat aantal orale failures beperkter wordt door enorme ontwikkeling
technologische hulpmiddelen, vroegtijdige detectie en vroegtijdige en intensieve begeleiding kind
en gezin.
- Factoren maken dat kinderen beter dan vroeger gebruik kunnen maken van restgehoor.
Ook nieuwe inzichten in taalontwikkeling en daarmee samenhangende taalmethoden zorgen
ervoor dat minder kinderen niet tot spreken kunnen komen.
- Binnen visie denkt men dat gebaren en vingerspelling spraakontwikkeling belemmeren.
Door opvoeders en leerkrachten niet gebruikt en gebruik ervan voor kinderen ontmoedigd.
- in meest extreme vormen (zoals Auditory-Verbal) wordt zelfs lipbeeld niet getoond.
Hooropvoeding
- bewuste begeleiding van slechthorende of dove kinderen om hen te helpen leven in wereld vol geluid.
Voor je aan opvoeding begint moet je zelf bewust worden van geluiden om je heen en hun
betekenis.
- Als opvoeder belangrijke rol en je moet bewust omgaan met geluiden in omgeving van kind.
Essentieel om op de hoogte te zijn van mogelijkheden en beperkingen van kind en regelmatig info
winnen bij audiologen en logopedisten.
Belangrijk te onthouden dat sommige kinderen beter functioneren met hun gehoorresten dan
resultaten op audiogram suggereren, terwijl andere kinderen met behoorlijke gehoorresten weinig
doen.
- Veel manieren kinderen te leren naar omgevingsgeluiden te luisteren en geluidsbewuste houding aan te
nemen.
Bewustzijn kind begint bij bewuste opvoeder.
- Leren horen en interpreteren taaluitingen via gehoor kan op vele manieren worden aangepakt.
Als begeleider kun je dit op functionele manier in dagelijks leven integreren en zorgen dat kinderen
plezier hebben in horen en er nut van hebben.
1.2.2. Totale communicatie
- Tot 1970 was dovenonderwijs vooral gericht op orale communicatie.
In jaren ’60 toonden verschillende onderzoeken naar taal-, lees- en schrijfniveau bij doven zeer
zwakke resultaten.
Werden vergelijkingen gemaakt tussen dove kinderen van dove ouders die manuele communicatie
gebruikten en dove kinderen van horende ouders die orale methode gebruikten.
- Uit vergelijkingen bleek dat vroege gebruik van manuele communicatie positieve invloed had op
verschillende ontwikkelingsdomeinen.
In 1967 werd Totale Communicatie geïntroduceerd als antwoord op probleem van ‘oral failures’.
- Binnen beweging wordt gestreefd naar meer vrijheid in keuze van communicatiemiddelen.
Communicatie kan tot stand komen via verschillende manieren
Optimaal benutten van eventueel hoorresten
Spraakafzien
Spreken
Gebaren
Lichaamstaal
Vingerspellen
Wordt verondersteld dat verwerving van gebarentaal geen negatief effect heeft op verwerving
gesproken taal, maar juist taalbasis en -ervaringen biedt van waaruit verwerving gesproken taal
positief wordt beïnvloed.
- Totale Communicatie voldoet in jaren ’80 niet aan verwachtingen.
Teleurstellende resultaten worden toegeschreven aan verschillende factoren
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller louisemarievanhoeck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.