Hoofdstuk 1
Consumptie:
Het gebruik van goederen
Investeren:
Iets in wat iemands zijn dingen
Kapitaalgoederen:
Goederen waarmee je andere producten kan maken
Alternatief aanwendbaar:
Middelen die op verschillende manieren worden gebruikt
Schaars (product):
Als het product iets nodig heeft, om het te maken
Vrije goederen:
Als het goed geen ander ding nodig heeft
Nominaal:
Waarde van geld
Simultaan:
De mensen spelen op hetzelfde moment zonder een moment om te overleggen
een keuze maken
Pay-off matrix:
Een tabel waar elke combinatie van alle keuzes zijn weergegeven.
Nash-evenwicht:
Een situatie in speltheorie dat de opbrengst van beide spelers niet beter wordt
als 1 van hun een andere keuzes maakt als de andere speler.
Gevangenendilemma:
Een simultaan spel met beide spelers die een dominante strategie hebben en
als ze dat volgen dat hun uitkomst niet zo goed is.
Coöperatief spelen:
Samen het spel spelen voor de beste uitkomst
Herhaald simultaan spel:
Het gevangenendilemma nog keer doen voor de tweede keer
Niet-coöperatieve strategie:
Niet samenwerken om de beste uitkomst te krijgen voor elkaar
Bindend afspraak:
Afspraak over wat de strategie is
Meeliftersgedrag:
Profiteren van anderen
Hoofdstuk 2
Transactie kosten:
, Alle kosten die eerst moeten worden gedaan in de economie voordat het echt
in transactie is.
Contract:
Een schriftelijk afspraak tussen 2 of meer mensen
Volledig contract:
Een contract waarin alle denkbare toekomstige situaties en de rechtsgevolgen
van die situaties zijn opgenomen
Risicoavers:
Zo minder mogelijk risico’s te nemen.
Asymmetrische informatie:
Wanneer de ene partij meer informatie heeft dan de andere.
Averechtse selectie:
Door asymmetrische informatie (welke mensen goede of slechte risico’s) zullen
de slechte risico’s de goede risico’s wegjagen.
Solidariteit:
Gezamenlijk de risico’s dragen terwijl er wel mensen zijn die persoonlijk meer
risico’s hebben.
Particuliere verzekeringen:
Verzekeringen die niet verplicht zijn.
Premiedifferentiatie:
Verschillende premies tussen groepen mensen
Eigen risico:
Wanner de verzekerde kiest om grote deel van de schade zelf te willen betalen,
waardoor de premie van de basispakket minder wordt.
Bonus-malusregeling:
Je krijgt een bonus (korting) op je premie als je weinig of geen schade hebt, als
je veel schade hebt, moet extra premie betalen.
Collectieve dwang:
Verplicht stellen van verzekeringen, zodat goede risico’s nog steeds premie
betalen naar de overheid
Moral hazard:
Mensen wanneer zich onvoorzichtig gedragen omdat ze toch verzekerd zijn
voor schade.
Prinicpaal:
De opdrachtgever
Agent:
De uitvoerder van de opdrachten
Collectieve/sociale verzekering:
Verzekering dat iedereen verplicht is om te betalen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elinehoutman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.25. You're not tied to anything after your purchase.