, 1. Ontwikkelingen op personeelsgebied
Tot het jaar 1865 was er nog geen sprake van een personeelsbeleid. Arbeid in ons land vindt vooral plaats in
kleinschalige productiebedrijven en thuis. Dit werk is met name ambachtelijk van aard. Kenmerken van deze
arbeidsrelatie:
- De werknemer heeft een grote mate van autonomie in zijn werk.
- De werknemer bepaalt zelf zijn werkmethoden.
- De werknemer beheerst het productieproces van begin tot eind.
- De relatie werkgever – werknemer heeft een meester-gezelkarakter. De meester neemt volledige
verantwoordelijkheid voor zijn ondergeschikte.
- De gezel onderschikt zich volledig.
- De relatie wordt beheerst door traditionele normen, zonder dat deze van buitenaf afgedwongen
worden.
- De ambachtslui zijn meestal verenigd in gilden, een soort vereniging met duidelijke toelatingsregels.
1.1 Paternalisme (1865)
De gilden en de ambachten vallen uit elkaar en er ontstaat een paternalistisch personeelsbeleid. Van een
bewust personeelsbeleid is er nog geen sprake. Rond 1900 gaan de werknemers/ knechten in verzet tegen de
inmenging van de werkgever en door de opkomst van de sociale wetgeving.
Paternalisme (Latijns paternalis > pater > vader): Bevoogding of betutteling. Werkgever bepaald wat zijn
werknemers nodig hebben, als gunst en niet als recht, zowel voor de zakelijke relatie als van het privéleven.
1.2 Scientific management (1910)
De Amerikaanse ingenieur Frederick Winslow Taylor hield zich bezig met oplossingen voor technische
productieproblemen.
Scientific Management – Taylorisme – Wetenschappelijke bedrijfsvoering: Efficiency > De juiste persoon op de
juiste plaats met de juiste productiemiddelen. Loon is de motiverende factor.
De mens is van nature lui. Hij werkt naar wat hij krijgt beloond. Doordat er geen controle is op de
arbeidsprestaties haalt de werknemer niet zijn maximale rendement uit zijn mogelijkheden.
Rationalisering: Productieproces wordt uiteen gerafeld en in het productieproces wordt rationalisering
doorgevoerd. Voor iedere werknemer wordt een programma van opeenvolgende handelingen gemaakt, wat
leidt tot specialisme.
Taylorisme > Lopendebandsysteem autofabrikant Ford > massaproductie
1.3 Human relations (1945)
Verband tussen de aandacht aan een medewerker en de prestaties die hij levert.
Human relations: managementdenken
HRM: managementbenadering
Elton Mayo: Hawthorne-experiment: medewerker die meer aandacht kreeg presteerde beter.
Follet: invloed van het lidmaatschap van groepen op het gedrag.
Maslov: behoeftenhiërarchie.
Herzberg: motivatietheorie met satisfactie- en dissatisfactiefactoren.
McGregor: X- en Y-theorie, luie of hardwerkende medewerkers motiveren.
In Nederland komt de aandacht voor de menselijke verhoudingen voor bij Philips.
1.4 Revisionisme (1950)
Revisionisme (Frans Revivre > herzien) voegt de klassieke en gedragskundige organisatietheorieën samen en
schenkt aandacht aan werkstructurering/ taakverruiming en aan functionele participatievormen bijvoorbeeld
werkoverleg. Arbeid kan beter worden verricht als de werknemer zelfstandiger, meer zelfbewust wordt en
meer verantwoordelijkheid krijgt.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller seher_1993. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.04. You're not tied to anything after your purchase.