Het zichtbare of meetbare kenmerk wordt het fenotype genoemd. VB. kleur ogen,
haar, score IQ-test of het type gehechtheidsrelatie dat een kind met zijn ouders heeft.
Gedragsgenetica tracht de grootte van de invloeden van genen (nature) en omgeving
(nurture) op het fenotype te schatten. Oorzaken van verschillen in fenotype kunnen
liggen in genen, omgeving of een combinatie van beide.
Francis Galton wordt beschouwd als de grondlegger van de gedragsgenetica. Om
erachter te komen hoe erfelijke factoren het menselijk gedrag beïnvloeden, vond hij
dat families, tweelingen en adoptiekinderen onderzocht moesten worden. Correlatie
(mate van gelijkenis tussen familieleden op een bepaald kenmerk mee uit te drukken)
is fundamenteel in de sociale wetenschappen door Galton. Zo onderzocht hij
intelligentie aan de hand van ‘reputatie’, in de zin van leider, uitvinder, dokter
enzovoorts. Galton identificeerde duizend mannen met een reputatie en de relatie
met elkaar. Opvallend was dat de mannen met een reputatie vaak naaste
familieleden waren. Om het tegenargument van sociale status en bevoorrechte
financiële posities van sommige families tegen te gaan, hadden zijn onderzochte
personen zich opgeklommen van een lage positie op de sociale ladder. Een andere
tegenargument was dat in Galtons studie met biologisch verwante familieleden de
invloed van genen en omgeving niet van elkaar worden gescheiden, zowel de genen
als de soort omgeving wordt namelijk doorgegeven.
Bij onderzoek naar genetische effecten staat een aantal vragen centraal.
- Welk percentage van de variantie in gedrag kan worden verklaard door
genetische invloed, naast de invloed van omgeving en de invloed van toeval
en/of meetfouten?
- Is de genetische invloed hetzelfde op verschillende leeftijden, sekse en of het
even groot is in elk type omgeving?
- Kunnen de genen die een bepaald fenotype beïnvloeden worden
gelokaliseerd: kan duidelijk worden op welke plaats in het menselijk
genenpakket de relevante genen gelegen zijn?
Aantal mogelijkheden die een rol spelen over de invloeden uit de omgeving:
- Culturele overdracht : gewoonten die in een bepaalde cultuur min of meer
vanzelfsprekend worden overgenomen. (eten, taal, sociale regels)
- Gedeelde omgeving: de omgeving die een kind deelt met anderen
- Niet-gedeelde of unieke omgeving: De invloed die voor een kind uniek is.
(ziekte moeder, valpartij, vriendschap zachtaardig/crimineel persoon)
, 2.2 GENEN OF OMGEVING?
De geschatte invloed van erfelijkheid en omgeving op een bepaald kenmerk verschilt
per steekproef. VB. de erfelijkheid en omgeving op rekenvaardigheid uit een land
waar voor sommigen onderwijs beschikbaar is en voor anderen niet, of de kwaliteit
per school sterk uiteenloopt, zal veel invloed worden gevonden op de omgeving.
Waar onderwijs van gelijke kwaliteit is, zal de invloed van de school als bron van
variatie verkleind en weerspiegelen verschillen in rekenvaardigheid vooral verschillen
in genetische aanleg tussen kinderen. Op grond van deze balans tussen invloeden
uit de omgeving en genetische invloed hebben sommige gedragsgenetici kritiek op
studies naar het verband tussen opvoedingsstijlen en kindkenmerken. Rowe betoogt
dat veel studies zijn uitgevoerd in gezinnen waarin ouders en kinderen biologisch
gerelateerd zijn en de invloed van genen en omgeving dus niet uit elkaar kan worden
getrokken. Gevonden verbanden tussen omgevingsinvloeden (ouderlijk gedrag) en
kenmerken van het kind (sociale en emotionele ontwikkeling) zouden dan ook vaak
worden veroorzaakt door enkele extreme gevallen. Hier is de emotionele
verwaarlozing of mishandeling door de ouders dan misschien wel de schuld aan de
slechte uitkomsten bij het kind, maar dit zou niet gelden voor de meerderheid van de
kinderen uit doorsneegezinnen. Hier zouden juist verschillen in genetische bagage
verantwoordelijk moeten zijn voor de verschillende uitkomsten.
Bij genetische bagage maken we onderscheid tussen genen die soortgenoten
gemeenschappelijk hebben en die leiden tot identieke aangeboren neigingen, en
genen die voor verschillen zorgen tussen soortgenoten. Een klein gedeelte van je
DNA, 0,2 procent is functioneel polymorf. Het is verschillend bij verschillende mensen
en verantwoordelijk voor een verschil in genotype. Genen beïnvloeden het gedrag,
variaties in DNA zorgen voor verschillen in het fysiologische systeem wat tot uiting
komt in verschillen in lichaamsbouw, gezondheid of gedrag.
2.3 GENEN VOOR GEHECHTHEID EN SENSITIVITEIT?
De neiging van een kind om zich te hechten aan zijn opvoeder is aangeboren, dieren
hebben dit ook (aap filmpje). Deze neiging heet evolutionaire waarde omdat het kind
de vertrouwde volwassen persoon nodig heeft om te overleven. Bowlby noemt
huilen, vastklampen, volgen en ook zuigen vormen van gehechtheidsgedrag.
(kalmerende werking speen). Een gehechtheidsrelatie met een beschermende
soortgenoot vergroot dus de kans op overleven. Genen voor gehechtheid en
sensitiviteit? Ja, een repertoire aan gehechtheidsgedrag is genetisch verankerd.
Maar ook de ouder heeft er gehechtheid evolutionair belang bij, omdat het
nageslacht zorgt voor het voortbestaan van het soort. In de ethologie wordt deze
biologische drijfveer tot opvoeden en verzorgen van het nageslacht parental
investment genoemd. Belsky heeft een vertaalslag van de principes van dieren
(zwangerschap bij dieren, het doorgeven van genen) naar de menselijke soort
gemaakt. Op basis van de gehechtheidstheorie schetst hij verschillende typen
ouderschap als strategieën om in bepaalde omstandigheden- of met bepaalde
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laurawondo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $0.00. You're not tied to anything after your purchase.