100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Inleiding tot het economisch recht (HIR) $8.23   Add to cart

Summary

Samenvatting - Inleiding tot het economisch recht (HIR)

 19 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van boek en les gegeven in 1e jaar economische wetenschappen, tew en hir

Preview 4 out of 79  pages

  • May 21, 2024
  • 79
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
lOMoARcPSD|20685376




Economisch recht - /////


Inleiding tot het economisch recht (Katholieke Universiteit Leuven)




Scan to open on Studocu




Studocu is not sponsored or endorsed by any college or university
Downloaded by Marie Jansen (jansen.mariemarie@gmail.com)

, lOMoARcPSD|20685376




Samenvatting inleiding tot economisch
recht
Algemene inleiding


 Enkele begrippen
o Onrechtmatige daad: elke daad die u stelt waarbij u iemand anders schade berokkend
o Zakenrecht  belangrijk bij faillissement (zakelijke zekerheid wordt eerst terugbetaald)
o Consumentenrechten  toetredingscontracten, de ondernemer kan erin zetten wat hij wilt, consument
is zwak  consumentenrecht verdedigt consument
o Mededingingsrecht  tegen monopolie, kartel, misbruik van machtspositie (prijs zo laag zetten dat
andere failliet gaan of al hun klanten verliezen)
o Intellectuele eigendomsrecht (IP)
 Vrijwillig monopolie toewijzen  stimuleren ontwikkeling (voorkomen Free riders)
 Vb colruyt laagste prijzen
o Vergelijkende reclame toegelaten in Europa
 Mogen niet misleidend zijn
 Vergelijking van vergelijkbare kenmerken
 Supermarktenoorlog
o => colruyt moest zich controleerbaar maken (elke dag vgl met nabije supermarkten)
 Vb anderlecht gaat failliet  woning Coucke verkocht?
o Vals want venootschapsvorm belangrijk  vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
 Koop-vk regeling  eigendom en risico gaan over (ook als dit mondeling gebeurd)
o MAAR als je kan aantonen dat onvoldoende zorg aan fiets  brengt verandering
 Agressieve handelspraktijken  CD perongeluk krijgen  je moet gevraagde bedrag dan niet overschrijven of
CD terugsturen want het is een consumentenrecht




Hoofdstuk 1: het begrip recht


 = een geheel van regels dat uiterlijke gedragingen van mensen regelt, die in een bepaalde maatschappij door
een daartoe bevoegd orgaan worden opgelegd en waarvan de naleving door de overheid afdwingbaar is
 Kenmerken
o Geheel van normen  regelen ENKEL het uitwendig gedrag
 Mindset van belang (vb doodslag (niet gepland), moord (gepland))
o Maatschappelijk fenomeen  verschillend van historisch bepaald ogenblik
 Weerspiegelt de fundamentele kenmerken van een bepaalde maatschappij (= gebonden aan
politiek en sociaal systeem en evolueren ermee)
 Rechtsregels moeten dus maatschappelijk relevant zijn
o Hierarchie binnen de rechtsregels  sommige hebben grotere fundamentele kracht dan andere
o Moet uitgevaardigd zijn  kenbaar voor eraan onderworpen personen
 Gebeurt door daartoe bevoegd orgaan (nationale, supranationale, internationale)
o Kunnen afgedwongen worden door een geheel aan sancties
 DIT IS HET ONDERSCHEID TUSSEN RECHTREGEL EN RELIGIEUZE REGEL
 Sancties stimuleren correct gedrag (subsidies) , ontmoedigen ongewenst gedrag (straffen)
 Nationale instantie = Belgische wetgever
 Supranationale instantie = wetgevende instantie binnen de Europese Unie
 Internationale instantie = de algemene vergadering van de Verenigde Naties
 Objectief/subjectief recht
o Objectief  geheel van regels dat uiterlijke gedraging van mensen die in een maatschappij leven regelt
en dat wordt afgedwongen door de overheid
Downloaded by Marie Jansen (jansen.mariemarie@gmail.com)

, lOMoARcPSD|20685376




 vb wetboek
 = ‘law’
o Subjectief  door (objectief) recht beschermde aanspraken op andermans gedrag
 Vb rechtbank
 = ‘right’
o => subjectief recht komt voor uit objectief recht
 Objectief recht
o Positief of vigerend recht
 Recht dat op bepaald tijdstip, plaats geldt
 ‘de lege lata’
o Gemeen recht
 Algemeen geldend recht (vb burgerlijk wetboek)
 <> Bijzonder recht : geldt in specifieke gevallen
 !!! Wanneer deze tegenstrijdig zijn  bijzondere voorrang op gemeen recht
o Materieel recht
 Eigenlijke gedragsvoorschriften (vb zegt wat een verbintenis is)
o Formeel of procedureel recht
 regelt hoe rechtsregels via gerechtelijke weg kunnen worden afgedwongen (procedure)
 procesrecht omvat meeste regels van formeel recht
o vb materieel recht  bepaalt wat een misdrijf is, formeel recht  bepaald procedure
o aanvullend recht
 wanneer partijen niets overeengekomen zijn en die dus aanvullend is
o dwingend recht
 van openbare orde
o niet afwijken van regel omdat geldt voor algemeen belang
o absoluut nietig (in alle omstandigheden moet de rechter dit vernietigen)
o vb -18 mag niet trouwen
 gewoon dwingend recht
o beschermen zuiver particuliere belangen, zijn dus in belang van een zwakkere
partij (vb regels tussen werkgever en werknemer)
o alleen zwakkere partij kan nietigheid inroepen
o hoe weten welke te gebruiken
 Niet tegenstaande enkelandersluitende beding  dwingend
 gewoon dwingend recht  zwakkere partij en sterkere partij
 aanvullend  bijzondere contracten









Hoofstuk 3: de rechtstaat


 Rechtstaat: uitvaardigen, toepassen, doen naleven van rechtsregels in bepaalde Staat volgens rechtsregels
beheerste procedures verloopt (meestal door democratie)
o Democratie  deelname van het volk aan de machtsuitoefening
Downloaded by Marie Jansen (jansen.mariemarie@gmail.com)

, lOMoARcPSD|20685376




 Grondwet  fundamentele rechten en vrijheden
 Principe van scheiding der machten
o Verschillende functies van de Staat opgesplitst en respecteren is inherent
o Wetgevende macht
 de koning, kamer van volksvertegenwoordigers, senaat
o uitvoerende macht
 koning (maar altijd 1 minister moet meetekenen), regering
o rechterlijke macht
 koning, rechtbanken, hoven
o vermijden van te grote machtsconcentraties (wederzijdse controle “checks and balances”)
(Montesquieu)
o vb niet gerespecteerd door minister van justitie Zuhal Demir  gaf commentaar op rechterlijke macht
 bij vermeninging van machten zal ene positie onderdanig kunnen worden




Hoofdstuk 4: bronnen van recht


 formele bronnen van recht  herkomst is bepalend om aan een regel het karakter van een rechtsregel te geven
o de wet
 materiele wet: algemene rechtsregel met onpersoonlijk karakter
 inhoudelijk criterium
 geen wet qua vorm, want niet door de wetgevende macht gemaakt
 formele wet: beslissing van wetgevende macht
 organiek criterium  van wie gaat wet uit?
o het gewoonterecht: bindende kracht wat voorvloeit uit traditie
 vb aanstelling door de Koning van formateur
o algemene rechtsbeginselen: op bepaald moment wezenlijk geacht voor samenleving
 vb verbod op rechtsmisbruik (macht mag niet geuit worden op disproportionele wijze want dan
is het machtsmisbruik)
 vb uithangsbord hangen zodat je volgend uithangsbord niet ziet  niet voordelig voor
jezelf, nadelig voor andere
 soms opgenomen in wet  vb geen boete zonder recht
o rechtspraak
 in België niet bindend
 Op andere manier wet interpreteren
 kan tot conflict leiden  hof van cassasie gaat zeggen wat de juiste beslissing is, beslist
de zaak zelf niet, maar zegt hoe de wet er uit ziet, hier na terug naar hof van beroep (hof
van beroep op basis vd interpreatie vd hof van cassasie een uitspraak doen, maar het
hof van beroep kan cassasie ook gewoon negeren, …) (= geen president rechtspraak)
 Hof van beroep mag tegenin gaan tegen Hof van Cassatie
o Rechtsleer
 Onderzoek over wetten (vb tegenstrijdige ideëen) obv hiervan eventuele aanpassingen
 Helpt bij vormgeving van de uitspraak
 Hierarchie van rechtsbronnen
o Internationaal (overeenkomst tussen landen dat ze akkoord gaan met regels (vb Europees verdrag van
rechten van de mens)
o Supranationaal (EU  ookal niet akkoord, toch moeten volgen)  voor alle lidstaten
o Nationaal
 Grondwet
 Formele wetten
 Koninklijke, regerings- en ministeriële besluiten (federaal / deelstaten)
 Gewoonte / ARB
 Rechtspraak / Rechtsleer
  nationaal recht dat tegenstrijdig is met internationaal recht (vb smeerkaasarrest)  BE
veroordeeld
 Heffingen op invoer zuivelproducten <> vrijhandel  afgeschaft
Downloaded by Marie Jansen (jansen.mariemarie@gmail.com)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mariejansen2. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73243 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$8.23  1x  sold
  • (0)
  Add to cart