Summary
Samenvatting Financiën & Fiscaliteiten
- Course
- Institution
Samenvatting van het boek Financiën & Fiscaliteiten. Het hele boek is samengevat.
[Show more]
21 reviews
By: jellelutterman • 3 weeks ago
By: daphnelboer • 2 year ago
By: robzwaan • 2 year ago
By: kekegodefroy • 2 year ago
By: yannickcrochunis • 3 year ago
By: sanneoudeophuis • 3 year ago
By: hyrapsathas • 3 year ago
Seller
Follow
Pris
Reviews received
Content preview
Samenvatting NVM SOM Financiën & Fiscaliteiten1.2 Balans
Balans: overzicht van alle bezittingen en schulden van een onderneming. Het is slechts de stand
van zaken van de onderneming op een bepaald moment.
Balans (datum)
Debetzijde (debiteuren) Creditzijde (crediteuren)
Activa: bezittingen Passiva: schulden
Gelijk totaal Gelijk totaal
3 soorten activa:
- Vaste bedrijfsmiddelen (pand, inventaris)
- Vlottende bedrijfsmiddelen (voorraad)
- Liquide middelen (bankrekening, kas)
3 soorten passiva:
- Eigen vermogen
- Lang vreemd vermogen (hypotheek)
- Kort vreemd vermogen (crediteuren leveranciers, rekening-courant kredie (:rood staan))
Goodwill: immateriële activa, een betaling voor de overname van de goede naam van het bedrijf.
(klantenbestand).
8. Vermogensbehoefte
Begroting: voorspelling
Een financiële planning, om een onderneming te kunnen starten, bestaat uit 4 elementen:
- Exploitatiebegroting: een overzicht van de omzet en de kosten die verwachten kunnen
worden in een jaar. Dus de verwachte winst. Dit is bedoeld om periodiek na te kunnen
gaan of de omzet is behaald en de kosten te kunnen bewaken.
- Liquiditeitsbegroting: een overzicht per maand of kwartaal waaruit blijkt of de uitgaven in
die periode gedekt kunnen worden door het ontvangen geld in die periode. Dit is bedoeld
om onverwachtse betalingsproblemen te voorkomen.
- Investeringsbegroting: een overzicht van de financiële verplichtingen die moeten worden
aangegaan om de onderneming te kunnen starten.
- Financieringsplan: een overzicht van de omvang en herkomst van het geld dat nodig is om
de investeringen te kunnen doen.
Exploitatiebegroting wordt meestal opgesteld voor 1 jaar, het is de bedoeling dat dit gerealiseerd
wordt en niet overschreden.
Budgetteren: de opgestelde exploitatiebegroting is het max. budget om de winst te kunnen
realiseren.
Investeringsbegroting: de activazijde van de balans in kaart brengen.
Aanloopkosten: kosten die gemaakt worden bij de start van een onderneming, daarna niet meer.
Het maken van een ondernemingsplan, notariskosten, opstarten BV.
Voorfinanciering BTW: al betaalde BTW kosten, die een paar maanden later teruggevorderd kunnen
worden door de fiscus.
Denk altijd bij het opzetten van een investeringsbegroting aan een post ‘onvoorziene kosten’.
Financieringsplan: de passivazijde van de balans in kaart brengen.
Om geloofwaardig over te kunnen komen bij de bank moet er eigen geld in de onderneming
gestopt worden. Een bank zal nooit voor de volle 100% de onderneming financieren.
Afschrijvingen zijn kosten, geen uitgaven.
Aflossingscapaciteit: nettowinst – afschrijvingen en privé opnamen.
Liquiditeitsbegroting: onderneming kan nagaan of er op elk gewenst moment voldoende liquide
middelen beschikbaar is voor de betalingsverplichtingen.
Afschrijvingen komen niet op de liquiditeitsbegroting, want dat zijn kosten; aflossingen wel, want
dat zijn uitgaven.
BTW zijn ook uitgaven dus deze komen wel op de liquiditeitsbegroting, maar niet op de
exploitatiebegroting.
Financial leasing: na betaling van het laatste termijn wordt de ondernemer eigenaar.
Operational leasing: verhuurder blijft eigenaar, verzekering en onderhoud is ook voor zijn rekening.
,Lening u/g: uitgeleende beleggingen/gelden
Lening o/g: opgenomen beleggingen/gelden
Bij het berekenen van de omzet altijd rekening houden met BTW.
Bij het berekenen van de exploitatiebegroting: kosten/opbrengsten, dus geen rekening houden met
betaaltermijn.
Bij het berekenen van de liquiditeitsbegroting: uitgaven/inkomsten, dus wat letterlijk uit de liquide
middelen (bank/kas) verdwijnt en er in komt, wel rekening houden met betaaltermijnen.
4. Eigen vermogen en ondernemingsvorm
Eigen vermogen eenmanszaak: oorspronkelijke inbreng van de eigenaar + privéstortingen +winst
– onttrekkingen uit de onderneming – geleden verliezen
VOF: Vennootschap onder firma. Zelfde manier als hierboven beschreven, elke firmant moet er aan
voldoen.
CV; Commanditaire vennootschap: inbreng van vennoten en een stille vennoot
BV/NV: eigen vermogen bestaat uit aandelenvermogen en de reserves. Als de winst nog niet
verdeeld is, staat er op de balans een post ‘nog te verdelen winst’
4 soorten aandelenkapitaal:
- Maatschappelijk kapitaal: maximum bedrag waarvoor aandelen mogen worden uitgegeven
- Geplaatst kapitaal: aandelen dat aan de aandeelhouder is uitgegeven.
- Gestort kapitaal: het gedeelte van geplaatste kapitaal waar werkelijk een betaling voor is
verricht
- Minimumkapitaal: bedrag dat minimaal bij oprichting gestort moet zijn (BV: 18.000)
Nominale waarde: de waarde die op het aandeel staat vermeld
Agio = emissieprijs (plaatsprijs aandeel) – nominale waarde
Inbreng in natura: wanneer een aandeelhouder iets anders stort dan geld (bedrijfspand,
productiemiddelen.
Aandeel aan toonder: degene die het aandeelbewijs in handen heeft is aandeelhouder
Aandeel op naam: aandelenregister wordt bijgehouden
Tante Agaath regeling: particulieren die een achtergestelde lening te beschikking stellen hoeven
over de rente die zij daarvoor ontvangen geen inkomstenbelasting te betalen.
Achtergestelde lening: is vreemd vermogen, maar heeft als laatste recht op aflossing.
Eenmanszaak
Eenmanszaak: een onderneming waarbij het eigen vermogen door een persoon wordt betaald. Bij
een eenmanszaak is het belangrijk dat het zaak en privé goed in kaart gebracht worden. Rekening
privé is dan ook een hulpmiddel om te zien wat de privéopnames zijn en of de zaak uiteindelijk
winstgevend is.
Inkomstenbelasting is een privéverplichting en wordt daarom niet op de balans van de zaak
neergezet. Het kan wel als een privéopname weg geboekt worden.
Gewaardeerde loon: het loon wat de ondernemer (eenmanszaak) normaal in zijn branche zou
kunnen verdienen. Behoort niet tot de exploitatiekosten.
Gewaardeerde rente: rente die de ondernemer zou moeten ontvangen, voor het geld dat hij in de
onderneming heeft gestopt. De hoogte van de rente wordt bepaald door te vergelijken als de
ondernemer staatsobligaties van dat geld had gekocht.
Eigen vermogen van een eenmanszaak fluctueert door opbrengsten en kosten, maar ook door
privéopnames en –stortingen.
Vennootschap onder firma
Met het oprichten van een firma met 2 vennoten nemen beiden deel aan het eigen vermogen.
Kapitaal: eigen vermogen van een vennoot. Beide kunnen met een ander bedrag deelnemen aan
het kapitaal. Daarnaast kan het zo zijn dat het kapitaal nog niet volledig gestort is, maar dat dat op
een later tijdstip wel wordt gedaan.
Ook hier is er sprake van privéopnames en dus ook een rekening privé voor beide vennoten.
De winst wordt verdeeld door middel van een verdeelsleutel. Winst wordt meestal als volgt
verdeeld:
, - Een vergoeding voor geïnvesteerde kapitaal
- Vergoeding voor arbeid, bijvoorbeeld per dagdelen
- Verdeling mogelijke overwinst.
Commanditaire vennootschap
Hierbij zijn 2 typen vennoten:
- Een of meer beherende vennoten
- Een of meer stille vennoten
Stille vennoten mogen zich niet bemoeien met de zaak.
Besloten vennootschap
Een BV heeft rechtspersoonlijkheid: het eigen vermogen bestaat bij de oprichting uit
aandelenkapitaal. Aandeelhouders zijn bekend en aandelen staan op naam. Een vennoot is alleen
aansprakelijk voor de schulden van de BV tot aan de hoogte van zijn aandelenkapitaal.
Aantal eisen bij de oprichting:
- Oprichting geschied bij notariële akte
- Verklaring van geen bezwaar van Ministerie van Justitie nodig
- Minimumkapitaal van € 18.000
- Wanneer minimumkapitaal geen geld maar goederen is, moet ook hiervoor een notariële
akte voor worden opgemaakt.
Aandelenkapitaal onderscheiden we in:
- Maatschappelijk kapitaal: maximumbedrag waar volgens de statuten aandelen mogen
worden gegeven
- Geplaatst kapitaal: bedrag aan aandelen dat aan de aandeelhouder is verkocht
- Aandelen in portefeuille: verschil tussen maatschappelijk en geplaatst.
- Gestort kapitaal: het gedeelte van een geplaatste aandeel waarvoor de aandeelhouder
daadwerkelijk geld heeft gestort. Aandeelhouders zijn verplicht direct te storten als de BV
daarom vraagt.
- Minimumkapitaal: het bedrag dat minimaal bij oprichting gestort moet zijn.
Een directeur is altijd in loondienst bij een BV.
Fictieve salaris: loon van de directeur waar de belastingdienst van uit gaat.
Rekening-courant: de directeur kan een rekening-courant hebben met zijn eigen BV. Er wordt dan
gekeken naar de uitgaven en inkomsten van de directeur. Zakelijke uitgaven zijn dan uiteindelijk
bedrijfskosten.
Naamloze vennootschap
Een NV heeft rechtspersoonlijkheid. Deze aandelen zijn vrij verhandelbaar op de effectenbeurs. In
principe kan iedereen dus eigenaar worden. Ook hier is men aansprakelijk tot het bedrag van het
aandeel.
Aantal eisen bij oprichting:
- Oprichting geschied bij notariële akte
- Verklaring van bezwaar van Minister van Justitie
- Minimumkapitaal van € 45.000
Aandelen zijn op dezelfde wijze als bij een BV te onderscheiden.
Nominale waarde: de waarde die op een aandeel is vermeld.
A pari: uitgifte tegen nominale waarde
Boven pari: uitgifte boven nominale waarde
Agio: bedrag boven nominale waarde
Onder pari: uitgifte met lagere waarde
Een NV wordt bestuurt door een directie en deze krijgt toezicht van een raad van commissarissen.
Bonussen: kan een NV toekennen aan directie wanneer de resultaten daar aanleiding toe geven.
Dit gaat dan van de winst voor ‘belasting’ af.
Dividend: een vergoeding voor het ingebrachte kapitaal door de aandeelhouders. Dividend kan pas
worden uitgekeerd na betaling vennootschapsbelasting. De hoogte van de dividend uitkering wordt
bepaald in de algemene vergadering voor aandeelhouders. Dit is een percentage van het
ingebrachte kapitaal/ gestorte aandelenvermogen. Een NV moet altijd 25% dividendbelasting
betalen.
Verschillende reserves bij een NV en BV:
- Agioreserve: aandelen boven hun nominale waarden die geplaatst zijn.
- Algemene reserve: een gedeelte van de winst wordt in het bedrijf gehouden en wordt
gereserveerd voor toekomstige investeringen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Pris. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.03. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
53068 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now