100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Encyclopedie der rechtswetenschap II SAMENVATTING 2023/2024 - ALLES WAT JE NODIG HEBT (In 1 keer gehaald!) $18.98   Add to cart

Summary

Encyclopedie der rechtswetenschap II SAMENVATTING 2023/2024 - ALLES WAT JE NODIG HEBT (In 1 keer gehaald!)

 61 views  5 purchases
  • Course
  • Institution

Dit document bevat ALLES VAN DIT VAK! Alle hoorcolleges (inclusief vragen van hoorcollege B) en werkgroepen zijn hierin verwerkt met extra uitgebreide en duidelijke aantekeningen. (In 1 keer gehaald!)

Preview 4 out of 38  pages

  • May 21, 2024
  • 38
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Encyclopedie II Kern
WEEK 1
Positieve recht = recht in een bepaalde gemeenschap gemaakt of erkend door mensen
Radbruch  3 functies van het recht
 Kunnen met elkaar in spanningsverhouding staan, maar ook elkaar versterken
 Waar je het accent legt, verandert je opvatting over wat recht is
o Wat is recht?  afhankelijk van ‘Waarom is er recht?’
 Rechtszekerheid: Bevorderen van bestendige relaties tussen overheid en burgers; stabiliteit
en vertrouwen (heden)
 Rechtvaardigheid: Bevorderen van herstel van onrecht in de samenleving; vrijheid en
gelijkheid (verleden)
 Doelmatigheid: bevorderen van gezamenlijke doelen; maatschappelijke welvaart (toekomst)

Wat is recht?
 Antwoord vanuit: Rechtspositivisme
o Accent op rechtszekerheid
o Wat in rechtsbronnen staat (beperkt aantal erkende)  identificeren wat geldend
recht is (dit kan ook immoreel en onwenselijk zijn)
o Scheiding tussen recht en moraal; rechter moet volgens de wet recht spreken, niet
volgens zijn eigen subjectieve voorkeur (grammaticale/wetshistorische interpretatie)
 Antwoord vanuit: Natuurrecht (Augustinus)
o Accent op rechtvaardigheid
o Recht is wat correspondeert met wat onveranderlijk goed en rechtvaardig is; positief
recht uitwerking van natuurrecht naar tijd en plaats
o Natuurrecht geldt rechtstreeks, ongeacht menselijke tussenkomst
o Een onrechtvaardige (menselijke) wet is geen geldend recht (meer)
 Antwoord vanuit: Constructivisme (Dworkin)
o Accent op rechtvaardigheid
o Meer recht dan alleen in de rechtsbronnen (achterliggende waarden, idealen en
beginselen)
o Recht is dynamisch, veranderlijk (verschil met natuurrecht)
o Rechters zijn actief betrokken bij rechtsontwikkeling (interpreteren vanuit de
bedoeling van regels en achterliggende beginselen)
o Rechts doen niet aan politieke rechtspraak; baseren zich op ongeschreven beginselen
en idealen die aan het rechtssysteem zelf ten grondslag liggen (niet eigen opvatting)
 Antwoord vanuit: Juridisch pragmatisme
o Accent op doelmatigheid
o Wat je kunt voorspellen en wat rechters doen (in de omstandigheden van het geval
nuttig voor de samenleving)
o De beslissing die per saldo het meeste geluk oplevert en de minste hoeveelheid pijn
o Rechter moet efficiënt beslissen (maatschappelijke behoeften van nu)

Lon Fuller (1902-1978)
 Een van de belangrijkste Amerikaanse rechtsfilosofen, professor Harvard
 Schreef ‘The case of the speluncean explorers’ (1949)  Fictief
o 5 rechters buigen zich over de vraag of:
 Een groep speleologen, die opgesloten zat in een grot en alleen in leven
konden blijven door na een afgesproken loting één van hen te doden en op
te eten, zich daardoor schuldig heeft gemaakt aan overtreding van het
strafrechtelijke verbod om anderen opzettelijk van het leven te beroven

, o Belangrijke rol in Amerikaanse rechtenfaculteiten
Antwoorden op vragen HC 1B & werkgroepvragen:
5 rechters:
 Truepenny
o President van de supreme court; als eerst aan het woord; bespreekt casus
o De ‘perfecte’ oplossing: veroordelen voor moord en dan het gratieverzoek aan de
C.E. steunen
 Dus niet ophangen; ander alternatief; in ieder geval geen doodstraf
 Veroordelen want we kunnen nier anders; gebonden aan rigide straffen als
rechters
 Signaal afgeven; niet goed om je niet aan de wet te houden, dus je moet
veroordelen; De letter van de wet wordt gevolgd
o Chief Executive (hoogste uitvoerende macht) oordeelt over gratieverzoek
 De geest van de wet wordt gevolgd; het is duidelijk dat de moordbepaling
niet voor deze gevallen bedoeld is
o Dus niet zuiver juridisch: Is de oplossing compleet juridisch volgens het positieve
recht?
 In het geheel gaat de oplossing van Truepenny het recht te buiten, want na
het veroordelen wordt gevraagd het gratieverzoek te steunen
o Dus niet juridisch zuiver: Goede manier om met de wet om te gaan?
 Dit wordt niet gezien als juridisch zuiver om zo met de wet om te gaan
(volgende rechter is in shock dat de president tot zo een oordeel komt)
 Foster
o Totaal onbegrip t.a.v. de positie van Truepenny
o De grotverkenners gaan vrijuit
o Hij heeft 2 redeneringen:
1. Het recht van Newgarth is NIET van toepassing  het natuurrecht geldt
 Rigide strafwet is dus niet van toepassing
 Hij verwijst naar het hoger recht (tribunaal van common sense); als we
grotverkenners veroordelen, veroordelen we onze hele rechtsorde door
tribunaal van het gezond verstand (hoger recht)
 Positieve recht geldt alleen in een situatie van samenleven; in grot is er
sprake van overleven en niet samenleven
 In natuurtoestand zijn er geen rechtsregels en bestaat er geen positieve
rechtsorde
 Zij hadden een ‘nieuw sociaal contract’ (a new charter of government) 
dobbelovereenkomst; een andere positieve rechtsorde (waarin ze precies
hebben gedaan wat ze mochten doen)
2. Het recht van Newgarth is WEL van toepassing  maar wanneer de wet
teleologisch (redelijk) wordt geïnterpreteerd, wordt duidelijk dat de
grotonderzoekers niet wederrechtelijk hebben gehandeld
 Rigide strafwet is dus wel van toepassing
 Constructivisme: de waarde van rechtvaardigheid (Dwarkin, niet alleen
kijken naar de letter van de wet, maar ook altijd interpreteren in het licht van
de achterliggende waarde)  intelligent
 Hij gebruikt de teleologische interpretatie; kijken naar het achterliggende
doel van de wet; we moeten redelijk interpreteren en niet zomaar het
letterlijke volgen
 Hij zegt dat het zo evident is dat hij het eigenlijk niet hoeft te interpreteren
(wel jurisprudentie benoemd)
 Doel van strafwet is afschrikking; dit vind je niet terug bij zelfverdediging

,  Foster voert een strafuitsluitingsgrond aan (zelfverdediging  noodweer)

 Tatting
o Gaat uiteindelijk niet beslissen; trekt zich terug (twijfel over de te volgen koers)
o Hij wordt innerlijk verscheurd door emotie; nauwelijks te onderscheiden van ratio;
dus recht is niet alleen rationeel, maar ook emotioneel
o Hij stelt kritische vragen t.a.v. Foster:
 Wie bepaalt de invulling van het ‘natuurrecht’?
 Hoelang duurt de ‘natuurtoestand’?
 Kan je contracteren over de dood? (dobbelovereenkomst)
 Stemde iedereen in met het contract?
 Zijn wij wel bevoegd het natuurrecht toe te passen? (nee)
o Argumenten tegen Fosters methode van rechtsvinding (2 e redenering):
 Er zijn meerdere doelen van de strafwet dan alleen het ‘afschrikken’
(kanaliseren van wraak, rehabilitatie etc.); wat als de strafdoelen elkaar
tegenspreken? Dan is het niet evident hoe je de wet moet interpreteren
 Zelfverdediging wordt heel anders uitgelegd dan wat Foster doet;
uitzondering van zelfverdediging is een ‘willfull act’ (met voorbedachte raad);
de grotverkenners hebben met voorbedachte raad gehandeld, dus
uitsluitingsgrond zelfverdediging kan niet worden toegepast
 Een beroep op critical legal studies; de fundamentele, radicale
onbepaaldheid van het recht
 Keen
o De grotverkenners moeten worden gestraft en dus opgehangen
o Kritiek op Fosters methode van rechtsvinding
 Complete vrijbrief om welke uitkomst dan ook te bereiken met een
interpretatiemethode; rechterlijke willekeur
 Eerst Foster belachelijk maken met vergelijking; alleen op zoek naar
gaten in de wet & invullen d.m.v. teleologische interpretatie zodat hij
het goed vindt
 De zoektocht naar een doel is verkeerd; het is altijd moreel verkeerd
om iemand te vermoorden; het gaat veel verder en dieper dan het
doel van de wet
 Juist door moeilijke beslissingen stuur je een signaal naar de wetgever om
zijn verantwoordelijkheid te nemen en de wet aan te passen; morele waarde
 Wanneer dit in het verleden was genomen, was de wet al aangepast
o Volgens Keen is dit juridisch gesproken een eenvoudig geval
 Hij is een rechtspositivist (de waarde van rechtszekerheid; geen andere
dingen doen want dan krijg je rechtsonzekerheid)
 Rechters moeten niet oordelen over of er gratie verleend moet
worden, dit is aan de uitvoerende macht (Truepenny deed dit);
scheiding tussen recht en bestuur (trias politica)
 Rechters moeten de morele vraag niet beantwoorden (Tatting);
scheiding tussen recht en moraal (kenmerk van rechtspositivisme)
o Als privépersoon had hij ze wel vrijgesproken
 Rechters gaan alleen over de juridische vraag; deze blijft ook alleen over
 Keen gebruikt de grammaticale interpretatiemethode
o Het beginsel van suprematie (primaat van de wetgever)
 KEEN: Trias politica is erg belangrijk, sterke verdediging hiervoor:
 Rechtszekerheid & de manier van besturen bevordert
 Het gaat om sociale veiligheid en zekerheid

, o Er kan een burgeroorlog ontstaan zonder trias politica
 Rechters moeten daarom primaat van de wetgever accepteren, dus
houden aan geschreven wet en uitleggen op grammaticale manier
 FOSTER: ondanks voorstander van trias politica (niet zo sterk als Keen), wet
op een intelligente manier interpreteren; altijd redelijk interpreteren
 HANDY: Beginsel wordt NIET geaccepteerd door hem; alleen minimumregels,
dus zo min mogelijk vastleggen; flexibel zijn en zoeken naar een oplossing
voor het specifieke geval; gezond verstand gebruiken (common sense)
 Handy
o Grotverkenners dienen vrij te worden gesproken
o Instrumentele visie op het recht; hij vindt het een simpel geval en snapt niet waarom
zijn collega’s zo moeilijk doen
o Recht heeft geen waarde op zichzelf, maar het is een instrument
o Good government gepresenteerd als maatstaf voor elk bestuur, dus ook voor de
rechter; rekening houden met wat de bevolking vindt, dan sprake van goed bestuur
 Dus een soort democratische rechter; good administrator (rule of men 
instrumentalistische rechtsopvatting i.p.v. rule of law  rechtstaat)
 Democraat in de formele zin van het woord; de meerderheid beslist; volg de
heersende opinie; populisme (Geen bescherming voor minderheden)
o Hij staat voor het juridisch pragmatisme: de waarde van doelmatigheid

De grotverkenners worden opgehangen hoewel noch de meerderheid van de rechters, noch de
meerderheid van de bevolking dit eigenlijk wil.

H.L.A Hart (1907-1922)
 Een van de belangrijkste vertegenwoordigers van het moderne rechtspositivisme
 Hij bespreekt het positivistische standpunt van een sterke scheiding tussen het recht en
moraal
o Kritiek Duitse rechtsfilosoof Gustav Radbruch
 Hing eerst zelf rechtspositivisme aan; na verschrikkingen 2 e wereldoorlog
niet meer; In Duitsland werd de regel ‘wet is wet’ gehanteerd om
onrechtvaardige en immorele daden te rechtvaardigen en te
bewerkstelligen; gruwelen
 Theorie Radbruch (Formule van Radbruch): Fundamentele beginselen van
menselijke moraal maken deel uit van het begrip ‘recht’ zelf. Geen enkele
positiefrechtelijke wet of verordening is geldig, hoe duidelijk deze ook is
uitgedrukt en in overeenstemming is met de formele criteria voor
rechtsgeldigheid van een bepaald rechtssysteem, als deze indruist tegen de
grondbeginselen van de moraal.
o Hart reageert hierop: Het is buitengewone naïviteit en er is iets verontrustend
verborgen in de manier dat Radbruch omgaat met de thema’s waartoe moreel
onrechtvaardig recht aanleiding geeft; Radbruch slaat de plank mis
 Volgens Hart een onderscheid tussen de geldigheid van de wet (juridische
vraag) en of aan een wet gehoorzaamd dient te worden (morele vraag); het
antwoord op de juridische vraag geeft geen antwoord op de morele vraag

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jb1999. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $18.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$18.98  5x  sold
  • (0)
  Add to cart