Waarom dit systeem ?
→ 'materiaal' te transporteren in het lichaam.
Komt in het lichaam binnen : 02, voeding/nutriënten, water
Vervoer in het lichaam : 02 en CO2, water, nutriënten, afvalstoffen..
Verlaat het lichaam : CO2, warmte..
Het hart
2 systemen : links en rechts (gescheiden door septum)
+ 2 kleppen aan elke kant (thv atrium en ventrikel)
+ een klep die atrium en ventrikel scheidt (valvula)
= 4 delen met 6 kleppen
Naar hart : venen (blauw, O2 arm, CO2 rijk)
Van hart : arteriën (rood, O2 rijk, CO2 arm)
thv capillairen : uitwisseling !
→ 2 circulatiesystemen waar het bloed in 1 richting stroomt (dankzij kleppen).
– kleine circulatie of longcirculatie : rechter atrium met O2-arm
bloed naar longen en met 02-rijk bloed naar linkerkant hart
(van hart naar longen en terug naar hart)
– grote circulatie of systemische circulatie : vertrekkend van aorta
(linkerkant hart) naar rest van het lichaam
+ coronaire bloedvaten (klein appart systeem) : voorzien
het hart van nodige nutriënten en O2
Plaats van stofuitwisseling : capillairen
Hier gaat bloed van O2 rij naar O2 arm.
Hydrostatische druk = druk van vloeistof op wanden.
, In CVS staat het bloed niet stil → hoe verder het bloed van
de 'pomp' (= hart), hoe kleiner de druk.
Drukverlies door wrijving, lengte systeem en viscositeit bloed.
Hoe hoger de weerstand, hoe moeilijker iets weg gaat 'vloeien', hoe kleiner de druk.
Bloedvaten kunnen :
– (vaso)dilatatie (uitzetten) : bloeddruk daalt, want meer ruimte
Vb : bij inspanning of warmte
– (vaso)constrictie (vernauwen) : bloeddruk stijgt, want minder ruimte
Vb : bij koude
Warmte verlies : door de verdamping van zweetdruppels.
Drukverschil/drukgradiënt nodig om ons bloed te laten stromen !
Bloed stroom van plaats met hoge druk naar plaats met lage druk.
Hoe groter het drukverschil, hoe sneller het bloed zal stromen.
Geen drukverschil = geen stroom
Weerstand : omgekeerd evenredig aan stroming → “Hoe meer weerstand, hoe minder stroming!”
Wet van Poisseuille
L : lengte systeem
→ weerstand berekenen.
→ hoe langer, hoe meer R
n : viscositeit(maatvoor vloeibaarheid bloed)
→ hoe hoger n, hoe hoger R
Hematocriet waarde (viscositeit bloed) r : diameter tube (totde 4de)
– gemiddelde waarde : 40% → hoe hoger diameter, hoe kleiner R
– abnormale waarde : 60 %
EPO → zorgt voor aanmaak rode bloedcellen
Conclusie :
Stroom is
– + gerelateerd met druk (hoe hoger druk, hoe groter stroom)
– omgekeerd gerelateerd met weerstand (R) (hoe hoger weerstand, hoe kleiner stroom)
Snelheid stoom (flow velocity) = hoeveelheid stroming (debiet of hoeveelheid water dat per s stroomt)
Weerstand : belangrijkste is diameter van bloedvaten (tot de 4de macht) → Hoe nauwer het bloedvat, hoe
hoger de snelheid van de stroming en hoe kleiner de weerstand.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller justinech. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.