Hierbij mijn samenvatting van Mediaontwikkelingen. Dit vak krijg je in het eerste leerjaar van de opleiding Creative Business.
Bij ons was het een combi-tentamen met de vakken Recht & Ethiek, bekijk mijn pagina voor die samenvattingen. Dit tentamen heb ik afgerond met een 9.
Media (mv), medium (ev)= een betekenisdrager die ingezet wordt om te communiceren met een (breed)
publiek.
- Massamedia: media die ingezet worden om een groot publiek te bereiken (pers, radio, film, televisie,
internet, sociale media)
3 niveaus van kijken maar media(content) – media analyse:
1. Mediacontent/mediatekst/content: de inhoud van een mediatekst. Mediatekst = het product van een
bepaald medium (Televisie – Holland’s Got Tallent is de mediatekst). Mediatekst is niet medium
gebonden en kunnen we geïsoleerd bekijken/interpreteren/analyseren. Boodschap = boodschap,
medium = medium.
a. Nieuwsgierig naar: de boodschap die overgebracht wordt binnen een bepaalde mediatekst of
content. Analyse ervan: geen rekening met specifieke medium waar content te zien is.
i. Bekijken & analyseren belangrijk als we nieuwsgierig zijn naar invloed content op kijker
b. Van belang in een samenleving waarin volledig media-verzadigd zijn. Kijken naar de content met de
vraag: wat wordt hier gecommuniceerd?
2. Mediagrammatica: het leren spreken van de taal van een medium. Vraagt een begrip van hoe een
specifiek medium werkt. Kunt niet goed communiceren via een medium als je daar de ‘taal’ niet van
spreekt. Ook aandacht voor hoe medium specifieke eigenschappen bijdraagt aan het vormen van die
boodschap zodat het beoogde effect wordt bereikt. Hoe medium specifieke variabelen gebruikt en wat
het effect hiervan is.
a. Denk aan: camerahoeken, camerabeweging, kleurenpallet, audiodesign, kleurbewerking etc.
(vraagstuk John F. Kennedy vs Nixon debat: pak van Kennedy, weet welke camerahoeken etc.
kwam sterker uit het televisie debat.)
b. Kuleshov-experiment: combinatie van losse filmshots en hoe deze betekenis genereren voor kijker.
Hoe kijkers van filmbeelden relaties leggen tussen de afzonderlijke shots.
c. Ontwikkeling van beeldtaal: vroege film had nog geen ontwikkelde beeldtaal, aandacht lag bij actie
iets of iemand bewoog, geen bewegend beeld door camera vaak één statisch shot, kort.
i. Sovjet montage-beweging: groep filmmakers in Sovjet-Unie. Belangrijk geweest voor
ontwikkeling van beeldtaal. Experimenteerden welk effect opeenvolgende beelden op de
toeschouwer heeft (bijvoorbeeld Kuleshov-effect)
I. Kuleshov-experiment: combinatie van losse filmshots en hoe deze betekenis
genereren voor kijker. Hoe kijkers van filmbeelden relaties leggen tussen de
afzonderlijke shots.
d. Één campagne op meerdere kanalen: hoe vertaal je één boodschap naar meerdere kanalen?
Welke ontwerpkeuzes maak je om succesvol te zijn op ieder medium? Moet ook hier eerst de taal
van het medium spreken voordat je het goed kan toepassen.
i. Content mapping: ideale lengte van videos, thumbnail, portret of landscape format etc.
3. Media-omgeving: ‘the medium is the message’ – Marshal McLuhan. Neiging om te kijken naar wat we
via een bepaald medium zien. Wat je kijkt verandert (incidenteel), maar het medium blijft hetzelfde (TV:
documentaire vs Voice of Holland). Hoe iets gecommuniceerd wordt dus belangrijker dan wat
gecommuniceerd wordt. Media hebben invloed op de omgeving waarin ze worden gebruikt. Waar ga je
adverteren? Invloed mediagebruik op onze omgeving.
a. Veel aandacht voor de inhoud van media & wat de boodschap is.
, Mediaontwikkelingen
b. Ieder medium wordt gebruikt in een bepaalde omgeving en heeft invloed op die omgeving. Het
medium zelf heeft op die manier een grotere invloed op onze samenleving dan de toevallige film
die je op dat moment kijkt.
i. Serie op televisie v/s op youtube kijken: helemaal kijken v/s door kunnen spoelen > precies
dezelfde inhoud maar op een hele andere manier bekeken. (vraagstuk 1)
ii. Short-form video’s: zorgen ervoor dat onze aandachts-spanne steeds korter wordt en daarmee
van invloed is op hoe wij informatie verwerken (vraagstuk 2)
Transmedia storytelling: hoe je een verhaal verspreid over verschillende mediakanalen kunt vertellen.
Voorbeeld, Star Wars: veel personages toegevoegd die allemaal eigen verhaallijn hebben binnen Star Wars
universum. Niet alle personages te zien in bioscoop, maar alleen in strip of game of aparte serie. Wellicht soms
verwezen naar personage en snap je die alleen als je bijvoorbeeld ook de strip hebt gelezen > alle
ontwikkelingen en personages maken uit van hetzelfde Star Wars universum maar spelen via verschillende
mediakanalen af.
- Zet zich af tegen crossmedia: verhaal via meerdere mediakanalen, maar steeds hetzelfde verhaal
(Harry Potter, De Steen der Wijzen: boek, bioscoopfilm, spel > maar zelfde verhaal)
3 pijlers – transmediaal:
1. Verhaalwereld: moet toereikend zijn voor een alle verhalen, karakters, locaties, etc.
2. Publiek: wil je actief betrekken zodat ze het gevoel hebben zelf de puzzel van het verhaal oplossen.
3. Technologie: waar vertel je een verhaal? Welke specifieke eisen stelt deze technologie aan je verhaal?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tndlandman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.63. You're not tied to anything after your purchase.