Samenvatting van de ppt lesnotities voor het vak vergelijking van moderne rechtsstelsels. Alle informatie die nodig is voor het examen. Voor examen is inhoud boek enkel als extra achtergrond. Lector: Anja Vanderspikken.
Inhoudsopgave
DEEL 1: Algemene principes........................................................................................................................... 2
1. Inleiding..................................................................................................................................................... 2
1.1 Definitie......................................................................................................................................................2
1.2 Soorten rechtsvergelijking.........................................................................................................................3
1.3 Vergelijking met andere disciplines die te maken hebben met buitenlands recht...................................4
1.4 Doelstellingen en functies van rechtsvergelijking (niet vanbuiten leren!)................................................6
1.1 Rechtsfamilies............................................................................................................................................8
1.2 Staatsvormen op basis van politiek regime.............................................................................................10
1.3 Staatsvormen op basis van structuur......................................................................................................13
1.4 Monisme versus dualisme (HB p83-84)...................................................................................................15
DEEL 2: Overzicht van enkele sleuteljurisdicties............................................................................................17
1. Frankrijk..........................................................................................................................................................17
1.1 Historisch kader.......................................................................................................................................17
A. De eenmaking van het Franse recht..........................................................................................................18
B. De staatsstructuur.....................................................................................................................................19
C. Het staatshoofd: de president...................................................................................................................20
D. De gerechtelijke organisatie......................................................................................................................22
E. De Franse rechtsbronnen vandaag............................................................................................................24
2. Verenigd Koninkrijk........................................................................................................................................26
A. Concept & historiek...................................................................................................................................26
B. Staatsstructuur..........................................................................................................................................31
C. Enkele belangrijke constiutionele beginselen...........................................................................................34
D. De rechtsbronnen......................................................................................................................................38
3. De Verenigde Staten.......................................................................................................................................45
A. Historiek.....................................................................................................................................................45
B. Staatsstructuur..........................................................................................................................................49
C. Rechtbronnen............................................................................................................................................55
4. Duits Recht.....................................................................................................................................................59
A. Historiek.....................................................................................................................................................59
B. Staatsstructuur..........................................................................................................................................63
C. Gerechtelijke organisatie (In België is het federaal, geen invloed van de deelstaten).............................66
5. Islamitisch recht.............................................................................................................................................71
Vooraf............................................................................................................................................................71
A. Religieuze rechtsstelsels............................................................................................................................72
B. De islam.....................................................................................................................................................73
C. Islamitisch recht.........................................................................................................................................73
6. Chinees recht..................................................................................................................................................77
A. Historiek.....................................................................................................................................................77
B. Staatsstructuur..........................................................................................................................................80
C. Gerechtelijke organisatie...........................................................................................................................81
1
,DEEL 1: Algemene principes
- Juridische blik verruimen door over de grenzen te kijken naar het recht van andere
rechtsstelsels
- Studie van de de belangrijkste principes van de staatsorganisatie in een aantal
geselecteerde rechtsstelsels die als voorbeelden kunnen gelden van de belangrijkste
rechtsfamilies met aandacht voor de daar geldende rechtsbronnen en in het licht van
de historische achtergrond die tot deze staatsorganisatie heeft geleid
o Bestrijden van de neiging tot ‘etnocentrisme’
o Leren plaatsen van buitenlandse juridische en politieke ontwikkelingen in het
relevante staatsrechtelijke kader
o Onderbouw voor later meer specifiek microrechtsvergelijkend onderzoek
- Dit is op zich maar één van de verschillende mogelijke vormen om aan
rechtsvergelijking te doen => daarom eerste les aandacht voor begrip en soorten
rechtsvergelijking, zodat we weten wat we doen en wat er nog meer bestaat
Etnocentrisme = alles vanuit een Belgisch recht proberen te begrijpen
Vb. eigendomsrecht in België sterke bescherming eigendomsrecht <-> in bepaalde
rechtsstelsels: collectieve eigendom ipv inidividuele claim van landbouwgrond in Afrika.
1. Inleiding
A. Wat is rechtsvergelijking? (indien meer in handboek, niet kennen)
1.1 Definitie
- Rechtsvergelijking = is de vergelijking van rechtsregels, -figuren of -stelsels om
gelijkenissen en verschillen vast te stellen, te verklaren en eventueel te evalueren.
- Een rechtsstelsel = een coherent geheel van rechtsregels die gelden binnen dezelfde
rechtsorde, meestal een (deel)staat.
Rechtsvergelijking is geen aparte rechtstak, maar eerder een methode, een werkwijze
om een bepaald doel te bereiken.
Soorten Voorbeelden
Internationaal Het Frans recht en het Duits recht vergelijken op het vlak
van schadevergoeding bij morele schade.
2
, Inter-internationaal = internationaal- Het Europees recht dat we halen uit het EVRM in
en supranationaalrechtelijke vergelijking met de mensenrechten in Amerika, verbonden
normingsgehelen of -regels door een verdrag.
vergelijken
Intra-nationaal = recht van de Het onderwijsrecht gaan vergelijken tussen Vlaams en
deelstaten vergelijken binnen Waals gebied.
eenzelfde land Gemeentereglementeringen ivm toelating vuurwerk.
Particulier = recht van niet of niet- Reglementering van de sportfederaties vergelijken.
zuiver-publiekrechtelijke entiteiten Gedragsregels omtrent cybersecurity van verschillende
vergelijken organisaties vergelijken.
Zuiver intern = rechtsregels Eenheidsstatuut, maar groot verschil tussen WN,
vergelijken binnen eenzelfde ambtenaren, zelfstandigen pensioenen vergelijken.
rechtsstelsel toepasselijk op diverse
fenomenen
Inter-temporeel = het recht geldend Huwelijksvermogensrecht nu vergelijken met het
op diverse tijdstippen vergelijken huwelijksvermogensstelsel voor 1976 (sinds dan vrouwen
meer rechten)
Rechtsvergelijking hoort bij het META-RECHT, waar ook rechtsgeschiedenis en
rechtssociologie thuishoren.
Recht van de VS is een rechtsstelsel, het Islamrecht is een rechtsstelsel
Doodstraf, wapenwet kunnen wel verschillend tussen de verschillende staten MAAR toch
een coherentie tussen!
1.2 Soorten rechtsvergelijking
- Micro-rechtsvergelijking = Elementen of onderdelen van verschillende rechtsstelsels
waarbij men rechtsregels, rechtsinstellingen of rechtsgebieden vergelijkt
- Macro-rechtsvergelijking = Het vergelijken van hele rechtsstelsels
- Interne rechtsvergelijking = Het vergelijken van rechtstelsels van landen met
eenzelfde sociaal systeem
- Externe rechtsvergelijking = De vergelijking van rechtsregels, -figuren, -gebieden, ...,
uit verschillende rechtsstelsels
3
, - Horizontale rechtsvergelijking = Vergelijking van rechtsregels, -figuren, -instituten, ...,
afkomstig van entiteiten op eenzelfde bevoegdheidsniveau
- Verticale rechtsvergelijking = Vergelijking van rechts afkomstg van entteiten op een
verschillend bevoegdheidsniveau Vergelijking van deelstatelijk recht met federaal
recht, van natonaal recht met internatonaal of supranatonaal recht
1.3 Vergelijking met andere disciplines die te maken hebben met
buitenlands recht
Internationaal Privaat Recht (IPR)
Geheel van (meestal nationale) rechtsregels die in een grensoverschrijdende context
volgende vragen beantwoorden:
- Welke rechter is bevoegd ?
- Welk recht is van toepassing ?
- Hoe wordt de rechterlijke uitspraak ten uitvoer gelegd ?
vb huwelijk tussen 2 personen van een ander land
Nut van rechtsvergelijking voor IPR:
- De Belgische rechter moet buitenlands recht toepassen en afstand doen van zijn
eigen recht.
- We hebben IPR-regels in verband met de uitvoering van een contract => is er in een
concrete grensoverschrijdende context wel sprake van een “contract”?
- Lex loci delicti = het recht van de plaats waar het delict is gebeurd ongeval in
Frankrijk: voor de Belgische rechter MAAR hij past het Frans recht toe
Internationaal Publiek Recht
Recht tussen Staten, recht over en door intergouvernementele organisaties, …
Nut van rechtsvergelijking:
- Invulling van “algemene rechtsbeginselen erkend door geciviliseerde naties”
Vb. Interpretatie van principe “goede trouw”, “res iudicata”
- Recht kennen, begrijpen van het land waarmee een verdrag wordt onderhandeld
Vb. Strafrecht: bestaan en rol van figuur van onderzoeksrechter
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MichielsSofie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.