100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting VMV7 (reuma, anesthesie en orgaandonatie) $8.10   Add to cart

Summary

samenvatting VMV7 (reuma, anesthesie en orgaandonatie)

 11 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

samenvatting hoofdstukken anesthesie, reumatische aandoeningen en orgaandonatie

Preview 4 out of 52  pages

  • May 21, 2024
  • 52
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
VMV 7

1. Functies van de nier
- Volumeregulatie
- Osmoregulatie
- Excretie van eindproducten stofwisseling +onnodige stoffen
- Hormonale functies

1.1 volumeregulatie en osmoregulatie
- water en zouthuishouding
- volwassenen 60% vocht
- extracellulair (vocht buiten de cellen), intracellulair (vocht in de cellen) en plasma

1.1.1RAAS systeem
Slechte nierfunctie zorgt voor een afwijkende bloeddruk

1.2 excretie van overtollige stoffen en vocht
- ultrafiltratie: verplaatsen vocht van bloed-> naar glomerulus
- natrium: 95% van het Na geabsorbeerd
- kalium: K in het filtraat voor een groot deel gereabsorbeerd. Kaliumuitscheiding afhankelijk van
factoren (diuretica, hoge flow,…)
- ADH (antidiuretisch hormoon): verhoogde permeabiliteit H2O, opnieuw vocht opnemen die nodig
is

1.3 hormonale functies
- erythropoëtine (EPO): aanmaak door de nieren, oorzaak van anemie. Verminderde aanmaak ven
EPO zorgt voor verminderde aanmaak van RBC-> anemie.
- 1,25-dihydroxycholecalciferol: actief vitamine D (omgezet in de leven/nier), reabsorptie calcium
uit de darm. Te weinig actief vitamine D-> te laag calcium


2. Diagnostiek nefrologisch syndroom
- Klinisch onderzoek
- Labo-onderzoek, urine+ bloed

Urine:

- 2de ochtendurine (1ste vaak langer aanwezig in de blaas), midstream, onmiddellijk naar labo,
teststrook en of centrifuge
- Erythrocyturie: dysmorfe (niet gelijkvormig, verder bekijken!) of isomorf (stoornis aan de
afvalwegen)-> (net plaatsen van blaassonde, RBC aanwezig? Kritisch bekijken)
- Cilindrurie: afgietsels tubuli, vaak oorsprong buiten de nier
- Proteïnurie: verhoogde uitscheiding eiwit, albustrix/ nierbiopsie, tijdstip! (schuim op de urine)

,  Koorts of juist vlees gegeten? Dan is een verhoging normaal-> kritisch bekijken

Bloed:

- Glomerulaire filtratiesnelheid (GFR)
 Serum-creatinine: niet 100% betrouwbaar, betrouwbaar op urine/24u. hoe hoger creatinine
aanwezig hoe minder goed GFR snelheid
 Inuline-klaring (=alternatief)

Beeldvorming nieren en urinewegen:

- Echografie nieren (zien van niertumoren,…)
- Urografie (zien van afvoerwegen met contraststof, hoog risico! )

Nierbiopsie:

- Risicovolle diagnosetechniek (risico op bloedingen, na zien of pt bloed verdunnende medicatie
inneemt en deze zo nodig stoppen)


3. Acute nierinsufficiëntie (ANI)
Kenmerken:

- Stijging ureum en creatinine
- Zout- en waterretentie
- Oligurie (plassen minder dan 400ml over 24u)

3.1 3 oorzaken
prerenaal ANI (voor de nier)

- 4types shock
 Cardiogene shock (hartstilstand-> bloed gaat niet meer rond in het lichaam)
 Hypovolemische shock (veel bloed verloren, te kort aan circulerend volume)
 Distributieve shock (is er circulatie maar kan onvoldoende naar de organen gaan door bv. een
sepsis)
 Obstructieve shock (hart tamponade of longembool)
- Te geringe nier bloeding
- Beperkte tijd oligurie: matige stijging van creatinine, lage natriumconcentratie in urine, meestal
geen nierfalen gaan krijgen

Renaal ANI (in de nier)

- Toxische/ ischemische insulten (bv. chemotherapie, contraststof)
- 60% tubulusnecrose ontstaat door hypotensie of nefrotoxische stoffen
- Acute interstitiële nefritis (niet dosisafhankelijk, vaak bij AB)
- Acute glomerulonefritis (streptokokkeninfectie)
- Meestal reversibel (omkeerbaar)

Postrenaal ANI (na de nier)

, - Nierstenen, blaascarcinoom, hypertrofie
- Obstructie-> verhoogde druk-> nierschade
- Opheffen obstructie, tijd van groot belang
 Blaassonde, nefrostomiesonde
 Chirurgische ingreep

3.2 Diagnostiek
- Oorzaak?? Bv bloeding aanwezig? Schade voorkomen
- VG
- Echografie: vooral postrenaal, ook chronisch
- Labo- onderzoek: bloed en urine

3.3 behandeling ANI
pre en postrenaal-> oorzaak wegnemen

renale schade-> oligurie (enkele dagen tot 4weken), ondersteunende therapie (minder 400ml over 24u)

- vochtbeleid en voeding
 zout en vochtbeperking, vochtbalans, RR (hoe hoger de vocht opstapeling hoe hoger de RR)
- kalium
 levensbedreigend, acidose, toedienen calciumgluconaat/ NaHCO3/ insuline of dialyse
- ureum
 afbraakproduct eiwit, afbraak voorkomen (hoe hoger ureum, hoe minder de nieren werken)
 stijgend ureum+ laag albumine= katabolie
 katabolie, vrijkomen ontstekingsmediatoren die eetlust onderdrukken
- acute dialyse

3.4 indicaties acute dialyse
- overvulling-> longoedeem, O2 opname daalt, hoge bloeddruk met als gevolg hersenoedeem
- hyperkaliëmie-> levensbedreigend
- metabole acidose
- pericarditis, ernstige uremie-> koorts en pijn
- intoxicaties


4. chronische nierinsufficiëntie
- stadium 1: nierbeschadiging met bewaarde nierfunctie (GFR 90-130ml/min)
- stadium 2: milde nierinsufficiëntie (GFR 60-90ml/min)
- stadium 3: matige nierinsufficiëntie (GFR 30-60ml/min)
- stadium 4: ernstige nierinsufficiëntie (GFR 15-30ml/min)
- stadium 5: terminale nierinsufficiëntie of eindstadium/ renaal falen (GFR minder dan 15ml/min)
 stadium 1,2 en 3: symptoom loos, kapotte filters worden vervangen door gezonde
 vanaf stadium 4: dysfunctie met gevolgen
 kleinere en dunneren cortex op echografie
 daling hemoglobine en hematocriet (EPO nood)

,  afwijkende kalium, fosfor en PTH
 complicaties vroeg herkennen+ opvolging!

4.1 uremisch syndroom
= vergiftiging van bloed met afvalstoffen

- afbraakproduct eiwitstofwisseling
- lichte verhoging, symptoomloos
- jeuk, misselijkheid, pericarditis, polyneuropathie, encefalopathie en trombopathie
- eiwit beperken maar met mate beperken
- verhoogt GFR

4.2 stoornissen in water- en zouthuishouding
- overhydratatie en hydratatie
- H2O en zout onvoldoende uitgescheiden
- Ook verminderd vermogen vasthouden na GEVOLG zoutverlies, uitdroging, hyponatriëmie,
vermindering resterende GFR

4.3 hypertensie
- onstabiele waterhuishouding
- hypernatriëmie, hoog circulerend volume-> oedeem
- RAAS (storing) <-> volumehypertensie
- Antihypertensiva: positieve invloed op GFR

4.4 anemie
- verminderde EPO productie door verminderde nierproductie-> anemie
- tekort aan bouwstoffen voor aanmaak van hemoglobine
- ijzertekort door eiwitbeperking, geremde maagzuursecretie, fosfaatbinder, NaHCO3,
verminderde opname uit voeding -> supplement toedienen

4.5 stoornissen Ca, P, PTH en vitamine D
mensen met chronische nierinsufficiëntie hebben=

- verhoogde fosfor waardoor verhoogd PTH
- daling van vitD waardoor calcium daalt en PTH stijgt
- calciumgehalte daalt in het bloed-> calcium onttrekken uit botten en neerslag in bloedvaten
(calcificaties, calcium in de bloedbaan)
- langdurig hoog fosfor-> ontsporen bijschildklier/ aanmaak PTH-> secundaire hyperparathyroïdie

4.6 stoornissen zuur- base evenwicht
- minder ernstig chronische dialyse patiënten
- metabole acidose tussen dialysebehandeling
- onvoldoende H-ionen uitscheiden
- onvoldoenden bicarbonaat produceren
- gevolg-> hyperkaliëmie (K komt vrij uit de cel)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentVPKKV. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.10. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67163 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.10
  • (0)
  Add to cart