• (1) Hydrokinetische mechanismen:
o Thv de nier:
▪ Drinken → vochtproductie in de nieren (diurese) → vlotte afloop naar beneden =
hydrokinetische bescherming tegen infecties
o Thv de blaas:
▪ Frequent plassen + volledig uitplassen (zonder residu) (vereist plassen zonder
bekkenbodemspanning)
▪ Hoe vaker & hoe meer we drinken = frequenter diurese = frequenter plassen
• (2) GAG (glycosaminoglycaan) laag op blaasepitheel
2
,Grafiek: mictiefrequentie & bacteriële overgroei
→ mictie gaat gepaard met het lozen van bacteriën & tussen de plasbeurten gaan bacteriën opnieuw groeien.
Als je heel veel gaat drinken + frequent gaat plassen → kan infectie onder controle brengen!
1.2 ALGEMENE INLEIDING
Voorkomen
• Komen frequent voor: 2e meest voorkomende infectie in de klinische praktijk
• Frequenter bij vrouwen dan bij mannen
o Vrouwen: kortere plasbuis + dichter bij anus gelegen
o Mannen: langere plasbuis MAAR vanaf 50 jaar frequenter plasklachten (vb. tgv benigne
prostaathyperplasie) → dan ook frequenter UWI
• Meestal ascenderende infectie (99%): komen binnen via meatus → uretra → blaas
o Opm.: sommige bacteriën hebben ook specifieke eigenschappen om hoger te klimmen (vb. e.
coli: tentakels).
• Zelden:
o Verspreiding via bloedbaan of lymfebanen
o Stel: fistel tussen darm & blaas = kan directe toestroom van bacteriën in de blaas geven
Epidemiologie
• Baby’s: regelmatig (1-3%) bij zowel jongens als meisjes
• Vanaf 1 jaar: frequenter bij meisjes (4 – 6%) dan bij jongens (0.5%) (bij jongens = alarmbel)
• Vrouwen die seksueel actief zijn: veel meer infecties dan mannen (20 – 30% versus 0.5%)
• Zwangere vrouwen: vaker (2 – 5%) → verklaring: uterus kan op urethra duwen → kan moeilijker
aflopen.
• Mannen vanaf 65 jaar: vaker UWI dan op jongere leeftijd (10 – 20%) → verklaring: vergrootte prostaat
& minder goed leegplassen
• Transurethrale sonde: heel gevoelig voor infectie (80 – 100%) MAAR zolang sonde goed afloopt kan
het niet veel kwaad.
• Algemeen:
o 5 – 6% van de wereldbevolking
o 9% van alle patiëntbezoeken/jaar
o UWI = 35% van alle nosocomiale infecties
Vereisten
3
, 1. Symptomen (vb. pollakisurie, urgency,…) ≠ infectie
2. Positieve urinecultuur (!): min. 100.000 CFU nodig van eenzelfde bacteriesoort/ml urine = absoluut
vereiste
3. Bij voorkeur ook gestegen leukocyten in urine
Onderscheid:
1. Community acquired
2. Hospital (nosocomial) acquired
= belangrijk onderscheid voor AB beleid!
Afname urine
• Meestal midstream
o Eerste deel mictie = in toilet
o Tweede deel mictie = opvangen in potje en doorsturen naar labo
o Opm.: indien niet onmiddellijk kan → bewaren in koelkast en binnen 6u in labo! (anders vals
+ resultaten door kiemen in urethra)
• Eenmalige sondage
• Suprapubische punctie (vb. bij patiënten met veel contaminatie wanneer meatus heel wat dieper ligt)
• Kleefzakjes (bij kinderen)
o MAAR indien positief: kan contaminatie zijn → soms nog eenmalige sondage of punctie nodig
o Indien negatief: geen verder onderzoek nodig
• LET OP: kiemen die opgevangen worden met midstream bij patiënt met obstructief probleem in
urethra zijn vaak NIET de kiemen die proximaal van de obstructie zitten → soms nierpunctie nodig!
Pathofysiologie
Bacterie met veel virulentiefactoren (vb. E.
coli: tentakels om naar boven te kruipen) →
kan veel symptomen geven.
Onderscheid:
• Ifv omgeving waarin de infectie is opgedaan → van belang voor AB beleid.
o (1) Community acquired: meest voorkomende bacterie = E. coli (60 – 90%)
o (2) Hospital (nosocomial) acquired: meest voorkomende bacteriën = pseudomonas, proteus,
klebsiella, s. aureus (verklaring: hoge resistentie voor AB → typisch bij ziekenhuispatiënten)
• Ifv locatie:
o (1) Lagere UWI’s: cystitis, urethritis, prostatitis
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stabiloboss. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.06. You're not tied to anything after your purchase.