Verschil tussen mitose en meiose
o Mitose: splitsing waarbij de cel een gelijke kopie vormt
zelfde chromosomenparen
Diploïde organismen
o Meiose: dubbele splitsing waardoor er in de nieuwe cel nog
maar 1 chromosoom van elk chromosomenpaar overblijft
Haploïde organismen (vb. sperma van man/eicel van vrouw
in de buurt van geslachtsdelen)
Vergelijking van genoom met een boek:
Genoom Boek
23
Het boek bestaat uit 23 hoofdstukken
chromosomen
Introns & Sommige paragrafen zijn gerelateerd aan de oplossing,
extrons sommige niet
De instructie om iets te bereiken bestaat uit componenten
Basen
die opgebouwd worden met de letters A, C, T en G
Elke letter in het boek moet gecodeerd worden om de
Aminozuur
boodschap te begrijpen
De woorden in het gecodeerde deel worden opgedeeld in
Codons
combinaties van drie letters
De combinatie van woorden leiden tot de uiteindelijke
Eiwit
oplossing
Als de twee helixen van elkaar gescheiden worden door DNA helicase,
waarna DNA polymerase de vrije nucleotiden met de basen linkt.
Hierdoor ontstaat pre-RNA, en wordt de T omgezet in een U. Vervolgens
worden de introns verwijderd, en ontstaat het reguliere mRNA. Dit proces
noemen we transcriptie. Als het gespliced wordt, komt het los van het DNA
en komt het terecht in de ribosomen. Hier wordt het door het tRNA
getransleerd in aminozuren.
Proces van DNA naar RNA:
I. Transcriptie: het kopiëren van DNA naar RNA
II. Splicing van RNA waarbij de niet-coderende introns verwijderd
worden
mRNA
,III. Translatie van mRNA in aminozuren (in codons van drie)
IV. Post-translatie modificatie van aminozuur in proteïne
mRNA (messenger): dient als tijdelijke kopie van info uit DNA
Nettle - Chapter 2: Variation
THE PHENOTYPE
Proteïnen
= Grote moleculen gemaakt van aminozuren
- Geven cellen hun vorm/structuur
- Vormen verbindende weefsels
- Functioneren als hormonen, antilichamen, enzymen ( controleren
vele chemische reacties nodig voor functioneren van
lichaam/creëren of vergaren van andere types moleculen die
lichaam nodig heeft)
Fenotype
= Het geheel van waarneembare eigenschappen, resulterend in de
verschijningsvorm van het individu. (Waarneembare eigenschappen
hoeven overigens niet altijd aan de buitenkant te zitten, ook bijvoorbeeld
je bloedgroep hoort bij je fenotype.)
- Bepaald door eigenschappen van proteïnen
Op hun beurt bepaald door welke aminozuren opgenomen worden
in welke volgorde als de proteïneketens worden gesynthetiseerd
Genen
- Coderen aminozuurrecepten voor bepaalde proteïnen
Genoom
= De totale erfelijke code, die bij de mens uit vermoedelijk uit zo'n 21.000
genen bestaat.
Allel
= De eigenschappen die je uit een bepaalde categorie hebt. (vb. kleur
blauw bij categorie (gen) oogkleur)
THE GENOTYPE
Genotype
= Een deel van een volgorde dat de specifieke karakteristieken bepaalt
(fenotype)
De verzameling genen van een individu.
,Fasen van genenconcept:
1. Classical genetics
- Ontdekken wat genen doen
- Onbekend waar ze van gemaakt zijn
- Genen hebben 2 functies:
Fysieke eigenschappen van het organisme beïnvloeden
Genotype beïnvloedt fenotype
Genen kopiëren zichzelf
Nieuwe cellen/nieuwe individuen met dezelfde genotypes
produceren
Hoe informatie van ouder naar nakomeling wordt
overgedragen
2. Ontdekking van DNA als genetisch materiaal
- Ontdekking van structuur DNA
Begrip van hoe genen informatie coderen en overdragen
= molecular genetics
3. Genomics
- Nieuwe technieken direct ‘lezen’ van delen van DNA-volgorden
- Volledige set van genetisch materiaal beschrijven
Principles of classical genetics (Mendel)
1. Genen bepalen de erfelijke karakteristieken van een organisme,
vooral fenotypisch
2. Genen komen in afwisselende vormen: allellen
Onderscheid tussen 2 allellen van hetzelfde genen: bij twee
allellen als A en a, of (bij meer) als a1, a2, en a3
1 gen kan bestaan uit meerdere allellen
3. Organismen die van elk gen twee kopieën hebben noemen we
diploïden (di = twee), organismen met slechts 1 unit van elk gen
noemen we haploïden
Central dogma of genetics
De informatieflow van genen naar eiwitten beweegt maar 1 kant op –
eiwitten kunnen genen normaalweg niet veranderen, waardoor fenotype
niet erfelijk is.
Karakteristieken die tijdens leven vergaard worden, zijn NIET genetisch
overdraagbaar.
Niet duidelijk of dit echt waar is
HIV is al een tegenbewijs, want hierbij kunnen eiwitten genen wel
veranderen
, Vb.: Persoon traint in sportschool grote spieren (fenotype) geen
invloed op genotype
Kinderen erven deze grote spieren (fenotype) niet, zij erven enkel het
genotype, wat niet wordt veranderd.
Onderstaande afbeelding:
Genotype zorgt voor het ontstaan van een fenotype met bepaalde
eigenschappen EN voor genotype van volgende generatie
Karakteristieken van fenotype worden niet overgedragen naar
volgende generatie
Somatic cells
= Cellen die enkel capabel zijn om functie A uit te voeren (meer fenotypen
maken)
Door mitose splitsen ze zich in genetisch identieke kopieën van
zichzelf
Vb.: Cellen in de huid van een mens kunnen nieuwe huidcellen
produceren, maar kunnen niet een nieuw mens produceren
Volledige kopieën van de genome
Vormen weefsels, organen, ook neuronen en breinstructuren
Germ cells = gametes
= Sperma bij mannen, en eicellen bij vrouwen
Functie B: meer genotypen maken
Worden geproduceerd door meiose
Bevatten een halve genome
DNA (desoxyribonucleicezuur)
- Gewikkeld om histonen (proteïnen)
- Lange ketenmolecule/polymeer
- 2 aan elkaar gebonden en in
dubbele helix om elkaar gedraaide
strengen
Bestaan uit suiker-fosfaat
backbone
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller umfpnstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.