Samenvatting Leesverslag/analyse De Kroongetuige, Maarten van ‘t Hart
294 views 7 purchases
Course
Nederlands 6e jaar
Level
VWO / Gymnasium
Book
De kroongetuige
Uitgebreide analyse van het boek 'De Kroongetuige' geschreven door Maarten van 't Hart. Oa thema, titelbeschrijving, motieven, perspectief, personages.
1 Geef een volledige titelbeschrijving van het boek dat je gelezen hebt
De titel kan slaan op een aantal personen. Volgens Nietzsche is een kind meestal de beste
kroongetuige in een huwelijk. De hoofdpersonen kunnen geen kinderen krijgen, dus de
kroongetuige ontbreekt. De man die tegenover het laboratorium woont wordt de
kroongetuige genoemd in het boek. Leonie zou ook de kroongetuige kunnen zijn, omdat ze
zelf op onderzoek gaat.
2 Geef een persoonlijke reactie op het boek.
- Realistisch: ik vond de personages stuk voor stuk erg realistisch overkomen. Het leek ook
echt alsof dit verhaal echt gebeurd kon zijn. De reactie van Leonie nadat ze hoorde dat haar
man was vreemdgegaan en dat hij verdacht werd op moord was heel erg realistisch
beschreven. Ze focuste zich helemaal op de onschuld van haar man en wilde meer te weten
komen over Jenny. Jaloezie en de vraag wat er zo speciaal is aan Jenny tolt ook eindeloos
rond in haar hoofd.
- Verrassend: Ik vond het heel verrassend wat er precies gebeurd was. Ik had dat nooit
geraden en ik dacht een groot deel van het boek dat Thomas de dader was. Dit maakte het
boek ook erg spannend.
- Origineel: Ik heb nog nooit een boek gelezen waarin een lijk verstopt was tussen de
zeekoeien, dus ik vond het boek erg origineel.
3 Wie is de hoofdpersoon uit je boek? Leg je antwoord uit.
Het boek heeft twee hoofdpersonages: Thomas en Leonie. Het boek is vanuit die twee
personages geschreven en je komt ook veel over hun gevoelens en gedachten te weten.
4 Beschrijf de hoofdpersoon. Als er twee zijn (meer dan twee komt bijna nooit voor), kies je
er een. Leg dan wel uit wie je kiest en waarom. Geef twee belangrijke eigenschappen en leg
uit hoe die het verhaal beïnvloeden. Geef daarbij voorbeelden uit het boek.
Ik heb gekozen voor Leonie, omdat ik haar kant van het verhaal (over hoe ze op onderzoek
uitgaat) het interessants vond om te lezen. Leonie is onvruchtbaar, en dit zorgt voor
problemen tussen Leonie en Thomas. Leonie voelt zich daarom ook schuldig. Ze is erg
standvastig en wil hoe dan ook achter de waarheid komen.
5 Wie (of wat) is de tegenstander? Licht je antwoord toe met voorbeelden uit de tekst.
Ik vind Jenny en meneer ‘sommig mens’ een tegenstander. Jenny heeft haar sporen zo
goed uitgewist dat Thomas ervan verdacht wordt dat hij haar heeft vermoord. Meneer
sommig mens zegt dat hij Thomas heeft gezien de avond dat Jenny verdween.
6 Wat is de belangrijkste ontwikkeling die de hoofdpersoon doormaakt? Anders gezegd: hoe
verandert de hoofdpersoon? Als je vindt dat hij niet verandert, leg dan uit waarom niet. Geef
ter ondersteuning weer voorbeelden uit het boek.
Ik denk dat de band tussen Thomas en Leonie door deze gebeurtenis versterkt is.
7 Even kijken naar de bijfiguren. Beschrijf een bijfiguur uit jouw boek die een karakter is (en
leg uit waarom je dat vindt). Beschrijf er ook een die een type is (en leg weer uit).
, Een karakter uit het boek is Leonie. Je leest haar gedachten en gevoelens en hoe deze
gaandeweg het boek veranderen en leert haar daardoor goed kennen. Een type is Jenny, ze
wordt alleen door de hoofdpersonages kort beschreven, waardoor je niet veel over haar te
weten komt. Ze verandert niet en ze heeft als eigenschap dat ze mensen goed om haar
vinger kan winden.
8 Meestal kun je je wel identificeren met een van de personages uit een boek. Leg uit met
wie je je in dit boek het meest verbonden voelde en waarom. Als er niemand in het boek is
met wie je je identificeert, is er vast wel een personage dat juist heel ver van je af staat. Leg
dan uit wie dit is en waarom. Ik kon me niet echt identificeren met Thomas. Hij zweeg,
waardoor hij langer vast bleef zitten. Ik zou alles vertellen wat ik zou weten over die avond.
Ook is Thomas vreemdgegaan, waarvoor ik geen sympathie kan opbrengen.
9 Hoeveel verhaallijnen bevat je boek? Welke (koppel ze aan een personage of aan een
periode)?
Het boek heeft twee verhaallijnen, die over de moord en over de problemen tussen Leonie
en Thomas.
10 Beschrijf de spanningsboog van het hele verhaal. Vertel precies waar de climax zit en
hoe de spanningsboog beëindigd wordt. De spanningsboog begint wanneer bekent wordt
gemaakt dat er een moord is gepleegd en Thomas verdacht wordt. Het moment van de
climax is wanneer je erachter komt wat er echt gebeurd is.
11 Heeft het boek een gesloten of een open einde? Waarom?
Een gesloten einde: de moord is opgelost en Leonie en Thomas hebben een kans om een
kind te krijgen.
12 In welke historische tijd speelt het boek zich af? Waaraan merk je dat?
Het verhaal speelt zich af in de jaren ‘70. Aan het eind van het boek kom je te weten dat er
voor het eerst een kindje is geboren via ivf, dat was 1978. Er worden geen
mobieltjes/computers gebruikt en er zijn platenspelers.
13 Wat is de verteltijd van jouw boek (aantal pagina’s en de tijd die het jou kostte om te
lezen)? Wat is de vertelde tijd? Hoe is die verhouding (dus: wordt er een lange periode
beschreven in een relatief kort verhaal of andersom? Of is het een dun boekje over een
korte periode? Of een heel dik boek over een lange periode)?
Verteltijd: Een paar uur
Vertelde tijd: Ongeveer 4 -5 maanden: Begint op 31 juli en eindigt vlak voor Kerstmis.
Het is dus een niet heel dun maar ook niet een heel dik boek over een redelijk lange periode
(niet extreem lang).
14 Is er in jouw boek verschil tussen fabel en sujet? Waarom wel of niet?
Nee, de gebeurtenissen gebeuren chronologisch.
15 Gebruikt de schrijver opvallende manipulatietechnieken m.b.t.. tijd? Geef van elke
opvallende techniek een voorbeeld uit je boek.
Er zitten een paar kleine flashbacks in het boek, herinneringen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller S1810. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.