Stoornissen na hersenbeschadiging .................................................................................................................. 32
De acute fase (eerste maand) ........................................................................................................................... 52
de adaptiefase (hier begint herstel) .................................................................................................................. 53
factoren die het neuraal herstel beïnvloeden.................................................................................................... 60
neuroplasticiteit tijdens levensloop = ontwikkelingsneuroplasticiteit ............................................................... 61
problemen na een CVA ...................................................................................................................................... 78
De frontale hersenkwab ................................................................................................................................. 86
area van Broca .................................................................................................................................................. 89
Letsel van prefrontale cortex............................................................................................................................. 91
benaderingen en invalshoeken betreffende cognitieve revalidatie ................................................................ 103
Taal .............................................................................................................................................................. 111
taal en spraak.................................................................................................................................................. 111
taal als cognitie ............................................................................................................................................... 111
Actie en motoriek......................................................................................................................................... 120
Taxonomie van het geheugen ......................................................................................................................... 126
geheugen en brein (niet kennen)..................................................................................................................... 129
intra- en extracraniële tumoren ...................................................................................................................... 154
, SITUERING
Neuropsychologie: (neuro – zenuwen/ hersenen & psycho – bestudering van het gedrag) → discipline die de
relatie tussen hersenen en gedrag bestudeert (overte en coverte/innerlijke gedragingen zoals persoonlijkheid,
cognities, emoties, …)
Wikipedia: “Neuropsychologie is de psychologie die zich bezighoudt met de functies van het brein en de
relatie daarvan met gedrag”. (onderzoek bij laesiepatiënten, mensen en dieren)
Relatie tussen hersenen en gedrag = tweezijdige relatie = correlatie (als er iets mis is in onze
hersenen → effect op gedrag/emotie/persoonlijkheid maar ook omgkeeerd gaat ons gedrag of het
ontbreken van gedrag een impact hebben op ons brein). → hersenen = neuroplastisch, door bepaald
gedrag wel/niet te stellen kunnen we een impact hebben op ons cognitief brein, onze frontale kwab,
onze executieve functies!
Bv. belangrijk in woonzorgcentra is het belangrijk om bepaalde gedragingen te stellen ten voordele van
cognitief functioneren. Het niet meer motorisch bezig zijn bij deze doelgroep heeft bijvoorbeeld een
negatief effect op het geheugen. Belangrijk om dus in te zetten op fysieke activiteit zoals 2x een kwartier
een wandeling maken op de gang.
Bv. corona maakte duidelijk dat afname van sociale contacten een impact heeft. Ook sociale
gedragingen/ eenzaamheid heeft een effect op ons brein. Door mensen uit hun isoloment te halen heeft
uit onderzoek gebleken ook een positief effect op het brein. Isolement zou namelijk de verbinding van
witte stof naar frontale kwam bemoeilijken wat invloed had op executieve functies. Mensen uit hun
isolement halen heeft daardoor een positief effect op deze verbinding en bijgevolg op executieve
functies.
Bv. andersom gaan ook heel veel hersenenaandoningen of ontwikkelingsstoornissen gepaard met
bepaald gedrag (schade t.g.v. ongeval, ADHD; …). Heel veel onderzoek is op zoek gegaan naar localisatie
(welke locatie in de brein is belangrijk bij bepaalde gedragingen). Als die relatie gelegd kan worden dan
gaat het echter vaak om enkelvoudige relaties terwijl dubbelvoudige vaker voorkomen (door werking
van brein gaan andere delen na beschadiging het overnemen door de plasticiteit, andersom zijn functies
vaak ook verdeeld over meerdere plaatsen in ons brein) vandaar dat de evidentie van single-leasie-
studies niet veel bewijskracht hebben.
Neuropsychologie:
1. als wetenschapsgebied die een oplossing tracht te vinden voor theoretische vraagstukken (bv.
lokalisatievraagstuk) onderdeel van de (cognitieve) neurowetenschappen
2. als klinische toepassing die tracht om het cognitief functioneren op een systematische manier te
onderzoeken en te beschrijven (<testinstrumentarium) zelfstandige discipline. Vaak heerst er bij artsen het
idee dat een neuropsycholoog testen afneemt maar het gaat veel verder dan de diagnostiek →
begeleiding, behandeling dus die systematiek is heel belangrijk. Patiënten van klinisch neuropsychologen
gaan breder denken dan geheugentesten en doen aan heteroanamnese. Daardoor worden er vaak
meerdere domeinen in kaart gebracht.
Vroeger: neurologen en psychiaters, meer iets voor medische wereld
Nu: KLINISCH NEUROPSYCHOLOGEN
Goede neuropsycholoog: sterk op zowel theoretisch vlak als op praktisch toegepast vlak. Theoretische
kennis bevordert ook differentiaaldiagnostiek.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller syriafarroni. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.48. You're not tied to anything after your purchase.