dit is een samenvatting van systeemfysiologie gegeven in biomedische wetenschappen bachelor 2, in KULeuven, van alle thema's : nier-long-cardiovasculair-voortplanting
• Plasmavolume
• Interstitieel vocht = eigenlijk milieu vd niet-bloed cellen = in direct contact met plasmamembr
• Transcellulair vocht
Samenstelling:
• Hoge [proteinen] in plasma <-> lage [proteinen] in interstitieel + intracellulair vocht
• Veel K in de cel <-> veel Na + Ca uit de cel
Transport over celmembraan dankzij osmotische druk (veroorzaakt veranderingen in celvolume)
Transport over capillaire wand dankzij oncotische druk (geen selectief transport v ionen)
• Nierlichaampje = kapsel v bowman
• Proximale tubulus
• Lus van Henle
• Distale tubulus
• Verzamelbuis
Renaal bloedvatenstelsel:
• Nier wordt rijkelijk doorbloed (25% vd cardiale output)
• Renale arterie splitst op in # bloedvaten
• Glomerulaire capillairen = knooppunten v haarvaten waar bloed effectief gefilterd wordt
• Efferente arteriolen vertrekken vanaf glomerulus
o Peritubulaire capillairen bij oppervlakkige nefronen
o Vasa recta bij juxtamedullaire nefronen
• Overgang in renale vene
Heel de ruimte v niertubulus is omringt door tubulaire capillairen!!
2
,2 capillaire netwerken die in serie staan:
• Wat er in glomerulair netwerk gebeurt heeft gevolg op volgend capillair netwerk
• Interstitiele ruimte v tubulus staat in contact met efferente arteriole
o Epitheelcellen transporteren stoffen/ molec naar tubulus of naar bloed
o Samenstelling v interstitiele ruimte in direct contact met bloed!
• Komt aan via afferente arteriole en gaat weg via efferente arteriole
• Filtering vh bloed in het kluwen v glomerulaire capillairen
• Filtraat komt terecht in ruimte van Bowman en gaat dan richting tubulus syteem
Filtratiebarriere:
• Glycocalyx
= extracell matrix aan bloedzijde = - geladen glycosaminoglycanen
• Endotheelcellen: vormen een mesh/net
• Glomerulair basaal membraan
= scheidt endotheel van epitheel
= bevat proteoglycanen → beperkt zo passage van grote – geladen moleculen
• Epitheliale podocyten
= gespecialiseerde cellen: vormen met voetuitstulpels slit diafragma
= fijnfiltratie
= knn grote v filtering aanpassen door proteinen die de voetjes met elkaar verbinden
→ nephrine, NEPH1, podocine
→ defecten leiden tot proteinuria = proteinen in urine dat er nrml niet is
Massabalans = wat er aangevoerd wordt moet ook afgevoerd worden
• Opgeloste stoffen bereiken nier via arteriele input
• Fractie stof X die gefilterd wordt komt in tub vlst + niet gefilterde deel
verlaat nier via veneuze output
• Hvlh stof X die uitgeplast wordt hangt af v hoe de epitheelcellen in niertubulus met stof omgaan
• Epitheelcellen = gespecialiseerd = # soorten afh plaats v tubulus
o Secreteren of reabsorberen!!
RENALE KLARING:
= volume bloed dat door de nieren totaal gezuiverd wordt v stof X per minuut
= netto resultaat v glomerulaire filtratie + reabsorptie + secretie
• Lage klaring (bv Na) → vrije filtering maar bijna volledige reabsorptie door epitheelcellen
• Hoge klaring → stoffen worden gefiltreerd + gesecreteerd en niet terug geresorbeerd
Klaring wordt voor specifieke stoffen enkel door filtratie (creatinine) bepaald of enkel door actie v
epitheelcellen (protonen) → meestal mix van beide
4
, Massa balans:
Principe v klaring: benadrukt excretiefunctie vd nier
• De hvlh v stof in urine wordt bepaald door concentratie in plasma (Px,a) + klaring vd stof (Cx)
• Klaring is de verhouding tss de hvlh ve stof in urine en plasmaconcentratie vd stof
Klaring = het volume plasma waaruit stof volledig verwijderd werd + geexcreteerd in urine per eenheid v tijd
Nierfunctie bepalen:
Inuline: PAH:
• Vrij glomerulair gefilterd • Klaring = 100%
• Niet geresorbeerd • Volledig verwijdert uit nier: filteren + secretie
• Niet gemetaboliseerd + geproduceerd • Hvlh in efferent bloedvat = 0
• Klaring 100% bepaalt door filtratie • Klaringsfactor = RBF = Ux . V = Cx
• Je weet hvl bloed er per min gefilterd wordt • Bepalen van renale bloed flow (RBF)
• Bepalen van glomerulaire filtratie rate (GFR)
Creatinine als maat voor GFR:
• X-as = creatinine concentratie <-> y-as = GFR
• Creatinine moet verwijdert worden via nieren enkel via filtratie
• Nierfalen = plasmacreatinine gehalte neemt toe
→in fysiologisch gebied zullen relatief grote verandering v GFR maar kleine veranderingen v Pcr veroorzaken
→mogelijkheid op vals + (grote spiermassa: veel creatinine) of – testen (anorexia: nierfalen lang onontdekt)
GLOMERULAIRE FILTRATIE RATE (GFR):
= maat voor nierfunctie→ als GFR daalt = nierfalen <-> GFR stijgt = verbetering nierfunctie
• Ong 130ml/min = 160 l/dag
• Kan ook via andere stoffen bepaalt worden op voorwaarde dat
o Stabiele plasma concentratie voor de stof
o Vrij gefiltreerd wordt in glomerulus
o Niet geresorbeerd of gesecreteerd of gemetaboliseerd of geproduceerd
o Geen rechtstreeks effect op GFR
Filtratie op basis v lading + grootte: vorming ultrafiltraat (uitgedrukt als sieving coefficient)
• geen cellen + proteinen in urine
• concentratie v ionen + organische molec is gelijkaardig aan plasma
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellaherroelen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.73. You're not tied to anything after your purchase.