Sociologie is het kennisgebied over het sociale gedrag van mensen in groepen en van de sociale,
politieke, economische en religieuze aspecten van de samenleving. Sociologie is het kennisgebied van
de opbouw van de samenleving. Sociologen bestuderen het samenleven van mensen in groepen hoe
deze samenlevingen zijn opgebouwd. Onderwerpen:
• Gedrag, cultuur binnen groepen;
• Samenleving
- Sociale aspecten (hoe verhouden mensen zich tot elkaar)
- Economische aspecten (hoe is het voortbrengen van materiele eigendommen
georganiseerd)
- Politieke aspecten (hoe is de machtsverdeling)
- Religieuze aspecten (wat is de rol van de samenleving)
Arbeidssociologie → arbeid:
- Is ingebed in de samenleving;
- Heeft invloed op de maatschappij;
- Arbeidsdeling is sociale deling (sociale ongelijkheid);
- Heeft te maken met sociale, politieke en economische aspecten.
Zekerheid: De overheid heeft met tal van wetgevings- en beleidsmaatregelen zich met de
arbeidsmarkt ingelaten om werknemers te beschermen/zekerheid te bieden.
Beroepsbevolking: Deze groep bestaat uit alle personen van 15 tot de pensioenleeftijd die ofwel
betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of recent naar betaald werk hebben gezocht en
daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).
Arbeidsparticipatie: Degene van de beroepsbevolking die minimaal 1 uur per week betaald werk
hebben of willen. Werkzame beroepsbevolking uitgedrukt in % van de beroepsbevolking. Bruto
arbeidsparticipatie: inclusief geregistreerde werklozen (beschikbaar). Netto arbeidsparticipatie:
exclusief de werklozen.
Ontgroening: Steeds minder jongeren bieden zich aan op de arbeidsmarkt.
Vergrijzing: Toename in het aantal ouderen in de bevolking.
Precarisatie/ precariaat: Kwetsbare deel van de arbeidsmarkt, bijv. mensen met een afstand tot de
arbeidsmarkt of mensen die lang werkloos zijn. Maar soms ook zzp’ers, flexwerkers etc.
Flexibilisering: steeds meer flexibele contracten met name sinds de crisis (2007), komt wellicht nu
meer verandering in aangezien het economisch beter gaat. Steeds meer mensen hebben een tijdelijk
contract, bepaalde tijd, uitzendwerk flexibele pool, oproepkrachten, ZZP’ers en meer inzetbaarheid.
Hoofdstuk 12
Zz’pers: zelfstandig ondernemers vormen geen homogene groep.
Deeltijders: veel vrouwen werken in deeltijd, vandaar verschuiving van kostwinnersmodel naar de
anderhalfverdienersmodel.
, Het glazen plafond: De onzichtbare barrière die gevormd wordt door een complex samenspel van
factoren, waardoor vrouwen geen toegang hebben tot leidinggevende functies in organisaties die
door mannen gedomineerd worden.
Ouderen: Leeftijdsdiscriminatie
Allochtonen: Discriminatie op basis van achtergrond / ras
Kennistoets 1: 10/10
Wat is sociologie? Kennisdomein
Wat is het hoofdonderwerp van sociologie? Samenleving
Onze collega past één dag per week op de kleinkinderen. Ze vindt dit harstikke gezellig. Welk soort
opbrengst staat voor haar centraal? Sociale
Een andere collega doet vrijwilligerswerk om zich nuttig te voelen. Wat staat bij haar centraal?
Psychische opbrengst
Tijdens de coronacrisis zijn veel jongeren hun baan kwijtgeraakt. Wat is hiervan de oorzaak?
Flexibilisering
Sinds ongeveer 10 jaar gaan steeds meer mensen als ZZP’er werken. Dat klinkt positief: fijn voor jezelf
werken, maar de praktijk is minder fijn: hard werken voor een steeds lager tarief en zelf de risico’s
dragen van ziekte en werkloosheid. Welke term wordt gebruikt om dit verschijnsel te beschrijven?
Precarisatie
Iemand doet smerig en gevaarlijk werk met de reden dat het lekker verdient. Hij vangt veel meer, dan
de meeste van zijn vrienden. Welke opbrengst is voor hem het belangrijkste? Materiële
Bij welke trend hoort thuiswerken? Het nieuwe werken
Wie behoren tot de beroepsbevolking? Iedereen tussen de 15 jaar en de AOW leeftijd
Wat wordt bedoeld met arbeidsparticipatie? Iedereen die betaalde arbeid verricht of wil verrichten
Hoofdstuk 2
Soorten werk ((on)betaald-(in)formeel): schema op pagina 57.
Decentralisatie: overheidshandelen dichter bij de mensen te brengen, taken en
verantwoordlijkheden van de rijksoverheid naar gemeenten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sanneheeres1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.53. You're not tied to anything after your purchase.