Cultuurstromingen en stijlen in het moderne Europa
Summary
Volledige samenvatting Cultuurstromingen en -stijlen in het moderne Europa
40 views 5 purchases
Course
Cultuurstromingen en stijlen in het moderne Europa
Institution
Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Dit is mijn samenvatting van het vak 'Cultuurstromingen en -stijlen in het moderne Europa', gedoceerd door Kas Swerts aan de KU Leuven. Het bevat mijn notities van al de lessen, inclusief de gastles door professor Andreas Stynen over muziek. Succes!
Ik haalde een 18/20 in eerste zit en studeerde...
Cultuurstromingen en stijlen in het moderne Europa
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
Studen2002
Reviews received
Content preview
Cultuurstromingen en -stijlen in het moderne Europa
1. Inleiding
1.1. Wat is ‘cultuur’?
• Zeer divers begrip: musea, dansvoorstellingen (‘hoge cultuur’) ó frietcultuur,
fietscultuur (‘lage cultuur’) à wisselende invulling & overlapping (bv. frietmuseum)
o Normatieve dimensie aan begrip: ‘goed’/’slecht’ aspect; “cultuur” als “beschaafd”
• Geen consensus over het begrip
o Jacob Burckhardt (1818-1897): ‘vaag concept’ (1882)
o T.S. Eliot (1888-1965): Engelse cultuur als “all the characteristic activities and
interests of a people”; bv. Derby Day, Henley Regatta, Cowes, the twelfth of
August, a cup final, the dog races, the pin table, the dart board,…
• Historische ontwikkeling (vanaf de Verlichting cruciale transformatie!)
o Oudheid:
§ Grieken
¨ ‘Beschaafdheid’ ter onderscheid van natuurtoestand/vreemde
samenlevingen (‘barbaren’ = niet-Grieken = “onbeschaafd”)
¨ Individuele verworvenheid (paideia): hoe als individu zelf verder
ontwikkelen?
§ Romeinen
¨ Civilitas hangt nauw samen met burgerschap (altijd positief) = individualiteit
¨ Cultus/cultura als cultivering (óók van slechte) = ook individueel, gaat om
zelfverbetering
è Opnieuw: geen collectieve dimensie (wel romanitas/’romeinsheid’,
maar geen collectieve Romeinse cultuur)
o Middeleeuwen en Renaissance
§ Christianitas (christelijkheid) als relevante (collectieve) eenheid: bindende factor
§ Cultus wordt strikt religieus, civilis (vnl. ‘stedelijke samenleving’) en in volkstaal
§ Humanisme: terugkeer van antieke cultura (i.d.z.v. ‘cultivering’/zelfontplooiing)
¨ Zie de Vitruviusman van Leonardo da Vinci
o De Verlichting (18e E): verbreding
§ Meer kennis van vroegere en/of niet-Europese beschavingen
¨ Het besef dringt door dat men niet uitzonderlijk is, zeker vgl. met bv. China
§ Vertrouwen in wetenschap + filosofie
¨ Tot dan stoelde verklaring vaak op Goddelijke factor, vanaf dan begint men
vaker naar de rede te kijken als verklarende factor (filosofie i.p.v. theologie)
§ Secularisering van historisch proces (geschiedenis wordt ontgoddelijkt, gevolg
van voorgaande) à mens bepaalt de geschiedenis, niet God
¨ Belangrijk: einddoel van de tijd/geschiedenis niet langer gekend! Vroeger:
het laatste oordeel, nu: einddoel is niet langer vaststaand
§ Oudheid niet langer de norm à aandacht op de toekomst (nieuw tijdsbesef)
1
,• Nieuwe cultuuropvatting: cruciaal!
o Collectief i.p.v. individueel
o Geheel van menselijke activiteiten i.p.v. specifieke domeinen (bv. tekenkunst,
muziek, etc.)
o Zowel proces als resultaat
o Geschiedenis als een beschavingsproces voorgesteld
è Hierdoor wordt cultuurkritiek mogelijk (want cultuur als collectiviteit vergeleken
tussen periode’s door (bv. het is slechter dan toen))
è Nieuwe invullingen van het einddoel v/d tijd: bv. ‘The end of history’ (Fukuyama)
• Historische ontwikkeling
o Een gelaagd begrip rond 1800
§ Johann Gottfried von Herder (1744-1803)
¨ Focus niet langer op een algemeen beschavingspeil…
¨ … maar wél op de eigenaardige vorm van ontwikkeling van een volk
è Nadruk op de ‘eigenheid’ van de ‘volksziel’
è Cultuur op verschillende niveau’s
1. Beschavingscyclus bij elk volk (kiem die verder kan ontwikkelen)
2. Wereldhistorisch proces (alle volken samen ontwikkelen wereld)
o Negentiende-eeuwse complexiteit
§ ‘Universalistisch’ cultuurbegrip
¨ Franse civilisation als gehechtheid aan revolutionaire idealen
¨ Engelse civilization als verantwoording van imperialisme: Engeland zou
helemaal vooraan liggen in beschavingsproces & men mag “opvoeden”
è Kritieken uit het postkolonialisme
è Idee van het universele bij beide: er is maar één beschaving (de eigen)
en deze beschaving is toepasbaar op de rest van de wereld
§ Nationale culturen
¨ Opkomend nationaal besef ~ cultuurbegrip (‘volksgeest’)
- Idee: cultuur = natie, wordt ruim opgevat (alles wat eigen is aan een
‘volksziel’ moet worden beschermd want deze cultuur is de manier om
het doel te bereiken (elke natie heeft een doel; als men al een natiestaat
had à verder ontwikkelen, als niet à de eigen natiestaat opgericht zien))
¨ Paradox: naast erkenning eigen cultuur, ook erkenning en ruimte voor
ándere culturen met eigen tradities en volkseigenheid
§ Innerlijke vs. uiterlijke beschaving wat leidt tot nieuwe vorm van cultuurkritiek
¨ Men merkt op dat de geobserveerde beschaving/realiteit niet helemaal
overeenstemt met de het voorgestelde ideaalbeeld van de beschaving
(bv. platteland West-Vlaanderen (ideaal) vs. industrieel Gent (realiteit))
o Democratisering en kritiek in de twintigste eeuw
§ Cultuur of beschaving, in zijn brede etnografische betekenis, is dat complexe
geheel dat kennis, geloof, kunst, moraal, recht, gewoonten en alle andere
capaciteiten en gewoonten omvat die de mens als lid van de samenleving
heeft verworven.
¨ E.B. Tylor, ‘Primitive culture’ (1871)
2
, § Cultuur als een neutraal/waardenvrij containerbegrip (~ etnografie)
¨ Cultuur als begrip dat op zeer veel contexten toepasbaar is, en verder
uitgewerkt wordt door een etnograaf/antropoloog
- Dankzij opkomst etnografie en antropologie ‘cultuur’ dus neutraler!
§ Relativering en democratisering (~ emancipatie, dekolonisatie…)
¨ Geen universeel cultuurbegrip meer (à la Groot-Brittannië): elke groep/volk
heeft zijn eigen perspectief, doelen, etc. + ‘cultuur’ als iets waar er
verschillende groepen en stemmen aan deelnemen, niet één groep
§ ó Kritiek: ‘democratisering = cultuurverval’ (Oswald Spengler: ‘Der Untergang
des Abendlandes’ à cyclisch wereldbeeld (elke cultuur kent haar begin en
einde) à westerse samenleving kent begin van het einde met platte cultuur
1.2. Wat is cultuurgeschiedenis?
• Klassieke cultuurgeschiedenis
o Van de Duitse Kulturgeschichte van de late 18e eeuw tot ca. 1960
o Invulling als ‘hoge cultuur’ (humanistisch cultuurbegrip)
§ Idee: via ‘hoge cultuur’ context leren begrijpen/Zeitgeist leren vatten
o Integrale geschiedschrijving van de Zeitgeist
o Jacob Burckhardt, Die Kultur der Renaissance in Italien (1860): schilderkunst
gebruiken om de hele Renaissance samen te vatten
o Johan Huizinga, Herfsttij der Middeleeuwen (1919): a.d.h.v. schilders zoals Van Eyck
de periode van de late middeleeuwen proberen te vatten (schilderkunst vertelt alles)
o ó Kritiek van historisten: ‘te intuïtief’ à geen letterlijke bron, te interpretatief
• Jaren 1960-1970: invloed sociale wetenschappen
o “In de jaren ‘60 en ’70 werd de geschiedenisdiscipline over de hele wereld
diepgaand beïnvloed door methoden en theoretische perspectieven die waren
ontleend aan de sociale wetenschappen”. (Sewell)
o Met de Annales-school worden sociale wetenschappen cruciaal (vanaf jaren ’60)
o Leidt bv. tot The Making of the English Working Class (E.P. Thompson):
cultuurbegrip (tot dan toe focus op ‘hoge cultuur’) toegepast op de arbeidersklasse
§ Thompson: ‘class experience’ wordt gedetermineerd door de productieve
relaties waarin men wordt geboren (~ Marx), en de arbeidersklasse heeft een
klassenbewustzijn dat cultureel bepaald is
o Of: Clifford Geertz (antropoloog): keek naar meer alledaagse praktijken
è Verbreding v groepen & stemmen waarnaar gekeken wordt + nieuwe manieren
om cultuur samen te vatten (niet alleen hoge cultuuropvatting, ook meer banaal)
• New Cultural History
o Grote transformatie sinds de jaren 1980: grote diversiteit aan nieuwe onderwerpen
(geschiedenis van emoties, mode, sport, toerisme etc.)
§ Kritiek: tegenwoordig wordt alles opgevat als cultuurgeschiedenis
o Belangrijke accenten:
§ Sterke antropologische inslag (kijken nr ideeën én praktijken) à invloed Geertz
§ Theoretische fundering (Foucault, Bourdieu, Elias, Sewell, etc.)
3
, § Representaties/verbeelding
§ Materiële cultuur
§ Postkoloniale theorie: aandacht voor ‘vergeten’ stemmen (in het algemeen)
§ Andere omgang met ‘traditionele’ bronnen (bv. wat is er niét gezegd?)
• Structuur cursus: wisselwerking ideeën en materiële cultuur
o Dubbele benadering van symbolen (Geertz + Sewell):
1. Model voor de realiteit (‘sjabloon’/’template’): ideeën
2. Model van de realiteit (ijkpunt, standaard): manifestaties van die ideeën
è Relatie van complementariteit (mutual tuning)
è Disjuncties + transformaties (inherent mogelijk!)
= Ideeën en manifestaties van die ideeën kunnen ofwel elkaar bevestigen
ofwel in conflict staan met elkaar en één tot verandering leiden van het ander
è Ideeën beïnvloeden materiële cultuur, materiële cultuur beïnvloedt ideeën
2. De Verlichting
2.1. Een metafoor met impact
• Wat is Verlichting? (Kant)
o “Verlichting betekent dat de mens zijn door hemzelf veroorzaakte onmondigheid
achter zich laat. Onmondigheid is het onvermogen je verstand te gebruiken zonder
de leiding van een ander. Aan jezelf te wijten is deze onmondigheid wanneer de
oorzaak ervan niet een gebrek aan verstand is, maar een gebrek aan
vastberadenheid en aan moed om hier zonder andermans leiding gebruik van te
maken. Sapere aude! "Heb de moed je eigen verstand te gebruiken!" is dan ook het
motto van de Verlichting”
§ Sapere aude: durf denken
• De Verlichting-metafoor
o “Verlicht” ó “Verlichting” à idee van een proces / stage / ontwikkeling
o “Sapere aude!” à idee van individu en “eigen” intellect / ontwikkeling / geluk
§ Dienst maken van je eigen verstand, om tot kennis en tot waarheid te komen
o Blijvende invloed
§ Bv. herdenking 1917, “Vlaanderens dageraad aan den IJzer”: tijdens WOI
radicaliseerde een deel van de Vlaamsgezinden aan het front en geloofde men
dat de dagenraad voor Vlaanderen eraan kwam
§ Bv. ook door tegenstanders, Belgicisten gebruikt, bv. weekblad ‘De Dageraad’
§ Bv. socialistische partij gebruikte idee van een dagenraad ook graag
è Idee dat we in een stadium komen waarin we uiteindelijk allemaal vrij zijn,
als individu onszelf ontwikkelen, komt eraan (koppeling proces-zelfontwikkeling)
è Verlichting als idee, als stroming zal gedurende 250 jaar cultuur blijvend
beïnvloeden
2.2. Korte contextuele schets + basisideeën van de Verlichting
• Wetenschappelijke revolutie 16e-17e eeuw, waarop in 18e eeuw ontknoping komt
o In twijfel gaan trekken van oude autoriteiten (o.a. Grieken (bv. Galenus)), zelf
theorieën gaan vormen (inductie), en oude theorieën gaan toetsen (deductie)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Studen2002. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.31. You're not tied to anything after your purchase.